ECLI:NL:GHARL:2025:1562
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Onverschuldigde betaling van coronasteun aan onterechte ontvanger
In deze zaak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, waarin de Staat der Nederlanden, meer bijzonder het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, een vordering tot terugbetaling van onverschuldigd betaalde coronasteun had ingesteld. De rechtbank oordeelde dat de Staat voldoende aannemelijk had gemaakt dat [appellant] de rechthebbende was van de bankrekening waarop de steun was uitbetaald. In hoger beroep heeft [appellant] betwist dat hij het bedrag heeft ontvangen, stellende dat de bankrekening niet van hem was en dat hij in detentie zat ten tijde van de betalingen. Het hof heeft de feiten en omstandigheden zorgvuldig gewogen en geconcludeerd dat de Staat niet voldoende bewijs heeft geleverd dat [appellant] de ontvanger van de betaling was. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en wijst de vorderingen van de Staat af, waarbij het hof ook de proceskosten ten laste van de Staat heeft gelegd. De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in zaken van onverschuldigde betaling, vooral wanneer er twijfel bestaat over de identiteit van de ontvanger.