ECLI:NL:GHARL:2025:1252

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
6 februari 2025
Publicatiedatum
6 maart 2025
Zaaknummer
P24/324
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van de beslissing tot verpleging van overheidswege van een terbeschikkinggestelde met een antisociale persoonlijkheidsstoornis

Op 6 februari 2025 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in de zaak van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1993, die verblijft in een penitentiaire inrichting. Het hof heeft het beroep van de terbeschikkinggestelde tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag van 3 september 2024, waarin werd bepaald dat hij van overheidswege zal worden verpleegd, bevestigd. De terbeschikkinggestelde had verzocht om onderzoek naar de mogelijkheden van plaatsing in een andere forensisch psychiatrische kliniek (FPK) en om rapportages van een psycholoog en/of psychiater. Het hof heeft deze verzoeken afgewezen, onder verwijzing naar de lange wachttijden voor plaatsing in een FPK en de noodzaak om de maatschappelijke veiligheid te waarborgen. De terbeschikkinggestelde heeft zich niet gehouden aan de voorwaarden van zijn terbeschikkingstelling, wat heeft geleid tot de conclusie dat verpleging van overheidswege noodzakelijk is. Het hof heeft de overwegingen van de deskundigen en de reclassering in acht genomen, die hebben aangegeven dat de terbeschikkinggestelde niet in staat is om zich aan de voorwaarden te houden en dat er geen mogelijkheden zijn voor gedragsverandering binnen het huidige kader. De beslissing van de rechtbank is bevestigd, waarbij het hof benadrukt dat de motivatie en inzet van de terbeschikkinggestelde cruciaal zijn voor het slagen van een behandeling. De verzoeken tot verder onderzoek zijn afgewezen, omdat de noodzakelijkheid hiervan niet is gebleken.

Uitspraak

TBS P24/324
Beslissing van 6 februari 2025
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993,
verblijvende in de Penitentiaire Inrichting [verblijfplaats] , locatie [locatie] ,
verder te noemen: de terbeschikkinggestelde.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag van 3 september 2024. Deze beslissing houdt in het bevel dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van 3 september 2024 waarbij de terbeschikkinggestelde beroep heeft ingesteld;
- het vierde Voortgangsverslag van Reclassering Nederland van 30 december 2024.
Het hof heeft ter zitting van 23 januari 2025 gehoord de advocaat-generaal,
mr. H.J. Lambers, en de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman,
mr. J.J. Lieftink, advocaat te Amsterdam. Het hof heeft ter zitting tevens als deskundige gehoord de heer [deskundige] , als toezichthouder verbonden aan Reclassering Nederland.

Overwegingen

Het standpunt van de deskundige
De reclassering persisteert bij het advies tot het alsnog verplegen van overheidswege. De terbeschikkinggestelde heeft zich niet gehouden aan voorwaarden. Het risicomanagement is onuitvoerbaar gebleken. Binnen de terbeschikkingstelling met voorwaarden zijn geen mogelijkheden om een gedragsverandering te bewerkstelligen, ook niet met aanvullende voorwaarden. De terbeschikkinggestelde heeft heimelijk gedrag vertoond wat niet alleen de behandeling in de weg heeft gestaan maar ook het fundament van de terbeschikkingstelling met voorwaarden onherstelbaar heeft aangetast. Hij is herhaaldelijk onbetrouwbaar gebleken en ongeschikt geacht om zich te houden aan voorwaarden. De terbeschikkinggestelde heeft de kans gekregen om aan de slag te gaan met zijn problematiek, maar het regime van de terbeschikkingstelling met het bijbehorende toezicht en de intensieve begeleiding heeft hem er niet van weerhouden om terug te vallen. Uit de checklist voor psychopathie blijkt onder meer dat er sprake is van manipulerend gedrag en geen verantwoordelijkheid nemen voor zijn eigen gedrag. Daarbij is er sprake van een gebrek aan berouw of schuldgevoel en het ontbreken van emotionele diepgang. Hij scoort verder verhoogd op de items gladde prater, sterk opgeblazen gevoel van eigenwaarde, pathologisch liegen en gebrek aan empathie. Dit bevestigt de inschatting van de reclassering dat er geen mogelijkheden meer zijn binnen het huidige kader. Het is noodzakelijk dat de maatschappelijke veiligheid langdurig wordt gewaarborgd en een hoger beveiligingsniveau wordt noodzakelijk geacht. Verder is noodzakelijk dat stapsgewijs geresocialiseerd wordt. Voor een terbeschikkingstelling met voorwaarden zijn medewerking, vertrouwen en transparantie nodig. De terbeschikkinggestelde heeft voortdurend aangetoond zich hieraan niet te kunnen houden. De stappen die zijn genomen in de verloven en het uitbreiden hiervan zijn zorgvuldig genomen. De terbeschikkinggestelde is erg gebrand op resocialiseren. Binnen de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege is meer ruimte om te bekijken of de terbeschikkinggestelde zich kan verhouden tot begeleiding van buitenaf. Als het hof de reclassering opdracht geeft om onderzoek te doen naar mogelijkheden binnen een andere forensisch psychiatrische kliniek
(hierna: FPK),dan zal dat onderzoek worden verricht en zal vervolgens een nieuwe indicatiestelling moeten worden aangevraagd en zal de Divisie Individuele Zaken
(hierna: DIZ)op basis daarvan kijken naar de mogelijkheden van plaatsing.
Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
Het standpunt van de advocaat-generaal is logisch. Er is echter sprake van een ander probleem en dat zijn de lange wachtlijsten voor plaatsing in een Forensisch Psychiatrisch Centrum
(hierna: FPC)in het kader van een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege. In een andere zaak wacht een terbeschikkinggestelde inmiddels 28 maanden op een plek in een kliniek. Bij dergelijke wachttijden dient gekeken te worden naar andere mogelijkheden. Hier moet op worden voorgesorteerd en in een eerder stadium rekening mee worden gehouden. Alle verantwoorde alternatieven moeten zijn onderzocht. Primair dienen de mogelijkheden van plaatsing in een andere FPK te worden onderzocht. Ook is van belang dat de psycholoog en psychiater in 2022 een ambulant traject hebben voorgesteld. Daarnaast is een gedragsverandering bij de terbeschikkinggestelde te bespeuren. Door de reclassering dient onderzocht te worden of op een andere plek tot een verantwoord traject gekomen kan worden en of een andere FPK daartoe bereid is. Voorts dienen een psycholoog en/of een psychiater te worden benoemd om te rapporteren over eventuele mogelijkheden in een FPK waarbij het beveiligingsniveau en het recidiverisico betrokken worden. Pas dan is het hof optimaal voorgelicht. Subsidiair dient het hof te overwegen dat de terbeschikkinggestelde op een separate wachtlijst of met voorrang op de wachtlijst wordt geplaatst om een signaal af te geven richting DIZ, zodat terbeschikkinggestelden die uit een eerdere behandeling komen sneller in een kliniek kunnen worden geplaatst. Zie bijvoorbeeld ECLI:NL:RBROT:2023:12341 en ECLI:NL:RBROT:2024:11655.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De terbeschikkinggestelde heeft voorwaarden overtreden. De terbeschikkinggestelde geeft aan zich te willen houden aan de voorwaarden, maar uit zijn gedrag valt af te leiden dat hij het niet kan. De terbeschikkinggestelde geeft zelf ook aan dat zijn probleem dieper zitten. Uit het psychologisch onderzoek in 2022 kan worden afgeleid dat een gebrekkige impulscontrole, een gebrekkige gewetensfunctie, onbetrouwbaarheid, onverantwoordelijkheid in gedrag en de gerichtheid op zelfverrijking ten koste van anderen kunnen worden genoemd als beperkingen die samenhangen met zijn antisociale persoonlijkheidsstoornis. Uit de pro justitia rapporten uit 2022 blijkt dat een terbeschikkingstelling met voorwaarden onhaalbaar werd geacht door de deskundigen. De psychiater rapporteerde dat door de antisociale persoonlijkheidsstoornis van de terbeschikkinggestelde en zijn problematische opvoedingssituatie hij niet goed in staat is zich te conformeren aan sociale en wettelijke normen en geneigd is tot impulsief en agressief gedrag met onverschilligheid voor eigen en andermans veiligheid en welzijn. Dit zien we nu opnieuw als resultaat. Het hof heeft gelet op de overwegingen in het (veroordelend) arrest de terbeschikkinggestelde een laatste kans gegeven maar gebleken is dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden niet geschikt is. De beslissing van de rechtbank dient te worden bevestigd. De verzoeken van de raadsman dienen te worden afgewezen nu hiertoe geen noodzaak bestaat.
Het oordeel van het hof
Bevestiging
Het hof is van oordeel dat de rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld en op de juiste wijze heeft beslist. Daarom zal het hof de beslissing waarvan beroep met de volgende aanvulling verder met overneming van die gronden bevestigen. In het kader van de oplegging van de maatregel is reeds tot uitdrukking gekomen dat er op zijn minst sprake was van wat kan worden aangeduid als een ‘grensgeval’ tussen enerzijds terbeschikkingstelling met verpleging en anderzijds terbeschikkingstelling met voorwaarden. Het moet voor de terbeschikkinggestelde duidelijk zijn geweest dat zijn motivatie voor en inzet bij de verandering van zijn gedragspatroon cruciaal zijn voor het slagen van een behandeling. Hetgeen in de kliniek is voorgevallen levert echter het beeld op van voortzetting, mogelijk zelfs verergering van een patroon dat zich kenmerkt door een gebrekkige impulscontrole, een gebrekkige gewetensfunctie, onbetrouwbaarheid, en onverantwoordelijkheid, dat ten koste van anderen gaat. Enige bewerking daarvan is in het kader van terbeschikkingstelling met voorwaarden onmogelijk gebleken.
Afwijzen verzoeken
Het hof acht zich op basis van de aanwezige informatie voldoende voorgelicht om te kunnen oordelen op het door de terbeschikkinggestelde ingediende beroep. De verzoeken tot het door de reclassering doen onderzoeken van de mogelijkheden van plaatsing in een andere FPK en een psycholoog en/of psychiater hierover te laten rapporteren worden afgewezen. De noodzakelijkheid van deze onderzoeken is niet gebleken.
Nadere overweging
Wachttijden kunnen anders dan de raadsman kennelijk meent als regel geen grond opleveren om noodzakelijke verpleging achterwege te laten. Ten aanzien van het subsidiaire verzoek van de raadsman overweegt het hof dat het de (beoordelings)mogelijkheden van het hof overstijgt om in een individueel geval als het onderhavige zich uit te laten over de volgorde waarin veroordeelden die in het kader van terbeschikkingstelling moeten worden verpleegd, dienen te worden opgenomen in een FPC.

BESLISSING

Het hof:
Wijst afde verzoeken tot het door de reclassering doen onderzoeken van de mogelijkheden van plaatsing in een andere FPK en een psycholoog en/of psychiater hierover te laten rapporteren.
Bevestigtde beslissing van de rechtbank Den Haag van 3 september 2024 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[terbeschikkinggestelde].
Aldus gedaan door
mr. D. Visser, voorzitter,
mr. M.J. Vos en mr. P.C. Vegter, raadsheren,
en drs. R.J.A. van Helvoirt en drs. H.J. Beintema, raden,
in tegenwoordigheid van mr. K. van Laarhoven, griffier,
en op 6 februari 2025 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.