Uitspraak
en bij de kantonrechter optrad als verzoekster,
[naam1],
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.Kern van het geschil en de beslissingen van de kantonrechter en het hof
Ik denk niet dat ik het moet uitleggen [appellant] zoek een andere baan” en “
Als je nog wat te ontvangen hebt, stuur het maar”. Partijen twisten vervolgens onder meer over de vraag of deze berichten moeten worden aangemerkt als een opzegging van de arbeidsovereenkomst, hierna ook aangeduid als ontslag op staande voet. [appellant] betwist dat de uitlatingen van [geïntimeerde] zo moeten worden gezien, stelt dat zij ten onrechte is ontslagen en vordert daarom bij de kantonrechter een verklaring voor recht dat het ontslag op staande voet nietig is en maakt aanspraak op (achterstallig) loon, de transitievergoeding en een billijke vergoeding. [geïntimeerde] voert aan dat [appellant] in haar verzoeken niet-ontvankelijk moet worden verklaard wegens overschrijding van de vervaltermijnen van artikel 7:686a lid 4, onder a en b van het Burgerlijk Wetboek (BW), dan wel dat deze verzoeken moeten worden afgewezen.