In deze zaak heeft de verzoekster, een vennootschap onder firma (VOF), op 30 augustus 2024 een verzoekschrift ingediend bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor het houden van een voorlopig getuigenverhoor op basis van artikel 186 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De verzoekster heeft dit verzoek ingediend in het kader van een geschil met Boomkwekerij Slangenbeek B.V., die haar aansprakelijk heeft gesteld voor schade aan buxusbollen die zijn ontstaan door onjuiste spuitwerkzaamheden. Slangenbeek heeft eerder een vordering ingesteld bij de rechtbank Midden-Nederland, die op 15 mei 2024 in het voordeel van Slangenbeek heeft beslist. De verzoekster is het niet eens met deze uitspraak en heeft hoger beroep ingesteld.
De verzoekster wil getuigen laten horen om meer inzicht te krijgen in de schadevaststelling en de kwaliteit van de buxussen. Het hof heeft vastgesteld dat de verzoekster aan de wettelijke eisen voor het verzoekschrift heeft voldaan, ondanks dat niet van alle getuigen de woonplaats is opgegeven. Het hof heeft het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor toegewezen, waarbij de getuigen zullen worden gehoord over de feiten en omstandigheden die van belang zijn voor de schadevaststelling. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken op 10 december 2024, en partijen zijn verplicht aanwezig te zijn bij het getuigenverhoor.