Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Paardencentrum Diekshuus
Interpolis
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak en de beslissing
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
Op woensdag 30 oktober 2019 was ik samen met [naam2] aan het helpen bij het uitmesten. [naam1] reed met de shovel om het middenpad van mest te ontdoen en Daniel en ik schoven mest van de zijkanten naar het middenpad met een giek. Op een gegeven moment ben ik achterovergevallen. Ik kan me daar nog het volgende van herinneren: ik stond op de vloer van het middenpad aan de rechterzijde, waar de waterbakken zitten. Op een gegeven moment voelde ik dat ik weggleed, ik ben achterovergevallen op de vloer en op mijn linkerarm. (…) Op het moment dat ik viel was ik met [naam2] in de stal. [naam1] was met de shovel net naar buiten gereden. Hij heeft mij niet zien vallen, [naam2] wel. (…). Ik ben opgestaan, even weggelopen en daarna weer doorgegaan met mijn werk. Daarna hebben we het niet meer over de val gehad. [naam2] heeft later nog gevraagd of ik pijn had.’
[appellante] heeft die woensdag gewerkt tot 12.00 uur en is die ochtend gevallen. (…)
Verzekerde (Diekshuus, toevoeging hof)
is met getuige ([naam2]
,toevoeging hof)
naar de plaats in de stal gelopen waar het gebeurd was. Getuige vertelde, dat benadeelde gewoon uitgegleden is. Verzekerde was bij het uitmesten van de paardenboxen al met de shovel langs de kant geweest. Er lag mogelijk nog iets nattigheid op de vloer. Verzekerde weet niet waarom benadeelde ([appellante] , toevoeging hof
) is uitgegleden.’
kanzijn. Die mogelijkheid (volgens het toedrachtonderzoek kan er 10 cm nat stro liggen en gelet op de foto’s kunnen met het opscheppen van stro ook hogere hopen ontstaan) is voldoende om te verlangen dat nadere voorzorgsmaatregelen worden genomen.