Na toezending van een gewijzigde concept op 28 februari 2023 door de advocaat van Altea heeft de advocaat van Reno c.s in zijn e-mail van 2 maart 2023 aan de advocaat van Altea het volgende geschreven:
“In mijn mail van 23 februari jl. is namens cliënte uiteengezet waarom het van belang is om in te zien dat partijen van elkaar afhankelijk zijn. Beide willen geen ellenlange procedure en beide willen het project spoedig als mogelijk naar ieders tevredenheid afronden. En dat is heel goed mogelijk. Het voorstel van cliënte is nog steeds dat er eerst (en zo snel mogelijk!) een bouwinspecteur wordt benoemd die de (herstel-)werkzaamheden In kaart brengt alsmede inzichtelijk maakt welke (gedane) werkzaamheden vallen onder de 80% en welke vallen onder de 20%. In overleg, en met goedvinden van cliënte en Remmont BV. kan dit rapport ten uitvoer worden gelegd. In de vorige mail Is al uiteengezet dat, met goedvinden en bevestigend akkoord van beide partijen, alsdan Altea zal zorgdragen voor betaling van de uit te voeren bouwwerkzaamheden (vallende onder de 20 %) en de herstelwerkzaamheden komen voor rekening van cliënte. Remmont BV. voert de herstelwerkzaamheden uit en factureert aan cliënte. Cliënte kan simpelweg niet akkoord gaan met de (gewijzigde) vaststellingsovereenkomst omdat er niets inzichtelijk is: de kernonzekerheden blijven bestaan. Zo is niet inzichtelijk wat de herstelwerkzaamheden zijn, en op basis hiervan is het niet in te schatten hoe lang en tegen welke kosten partijen aanlopen. Er is nu geen perspectief. Op basis van het door u opgesteld concept zal cliënte feitelijk tot in lengte der dagen iedere maand EUR 10.000,- dienen te betalen, waarvoor de bestuurders hoofdelijk zouden tekenen, en zuiver theoretisch kan Altea Remmont BV. uitsluiten. Cliënte kan dus simpelweg niet akkoord gaan met het concept vaststellingsovereenkomst. Al helemaal niet omdat de oplossing klip en klaar voor handen ligt”.
In reactie op een e-mailbericht van de advocaat van Altea heeft de advocaat van Reno c.s. vervolgens geschreven:
“Dank voor uw emailbericht van 8 maart jl.
De bedoeling van het gesprek was om te spreken over een mogelijke ontbinding. Dit is ook daadwerkelijk aan de orde geweest. De door u opgesomde punten zijn overigens incorrect. Zo is er gesproken over mogelijke garantstellingen, doch zeker niet over het hoofdelijk meetekenen van het bestuur van cliënte. Dit is cliënte ook niet van plan.
De inhoud van de vaststellingsovereenkomst zou door Altea nader worden aangeboden in een concept die cliënte zouden bestuderen. Deze heeft cliënte ontvangen en cliënte meent dat het concept meerdere aspecten bevat die niet tijdens het gesprek aan de orde zijn geweest en dusdanig klemmend voor cliënte zijn dat cliënte niet in kan stemmen met de inhoud van het concept vaststellingsovereenkomst. Ondanks dit, heeft cliënte zich bereidwillig opgesteld ten einde alsnog tot oplossingen te komen ten dienste van het afronden van het project. Hieromtrent zijn diverse mails gestuurd. Om goodwill ten aanzien van de onderhandelingen te tonen, heeft cliënte inderdaad als gebaar eenmalig EUR 10.000,- overgemaakt naar Altea.
(…)
Stap twee zal zijn dat Altea aan Remmont een kostenopgave zal vragen voor de 20% af te maken project en de herstelwerkzaamheden. Voor stap twee stelt cliënte de volgende voorwaarden. Om niet in een situatie te geraken met oneindige termijnen en kosten, zoals uw voorstel nu lijkt, wil mijn cliënte duidelijkheid hebben. Duidelijk zal moeten zijn dat Altea en Remmont afspraken hebben gemaakt over betalingen, oplevertermijn en de aannemingsovereenkomst tussen Altea en Remmont. Als deze duidelijkheid is verschaft, kunnen partijen toewerken aan een ontbindingsovereenkomst (stap drie) waarin tevens garantstellingen kunnen worden besproken, ook omdat cliënte dan inzichtelijk heeft wat de kosten en termijnen zijn en ook dat er geen derde-aannemer bij betrokken raakt”.