Uitspraak
[appellant],
Enexis,
1.Het verdere verloop van de procedure bij het hof
2.De kern van de zaak2.1 Het gaat in deze zaak om de vraag of [appellant] de schade moet vergoeden die Enexis heeft geleden doordat illegaal door Enexis geleverde stroom is afgetapt in een loods die [appellant] huurde en waarvan hij een deel aan een derde onderverhuurde.2.2 Enexis heeft bij de rechtbank, na vermindering van eis, betaling van ruim € 14.000,- aan schadevergoeding door [appellant] gevorderd. De rechtbank heeft deze vordering toegewezenen heeft [appellant] ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten.2.3 [appellant] wil dat dit vonnis wordt vernietigd en dat de vordering van Enexis alsnog wordt afgewezen.2.4 Het hof heeft in het tussenarrest vragen geformuleerd voor partijen. Die vragen en de antwoorden van partijen zijn tijdens de mondelinge behandeling besproken. Het hof zal in dit eindarrest oordelen dat de vordering van Enexis niet toewijsbaar en dat het vonnis van de rechtbank dus vernietigd zal worden. Deze uitspraak wordt hierna uitgelegd.3. De relevante feiten3.1 Via het netwerk van Enexis wordt gas en elektriciteit geleverd aan het adres [adres] te [woonplaats1] , gemeente [de gemeente] .
1 september 2017 tot en met 31 maart 2020 (met de mogelijkheid van een verlenging van 5 jaar). De huurovereenkomst is schriftelijk vastgelegd. In dit contract staat onder meer:
“
NEMEN HET VOLGENDE IN AANMERKING:
Aan de huurovereenkomst is een kadastrale kaart toegevoegd, waarop de loods is ingetekend. In de tekening is de loods verdeeld in drie ongeveer even grote delen, die zijn aangeduid met de letters A, B en C. Het als C aangeduide deel komt - ongeveer - overeen met het deel dat in de tekening van de loods bij het contract tussen [namen1 en 2] en [naam3] als B is aangeduid.
Op de huurovereenkomst zijn algemene voorwaarden van toepassing verklaard, die de huurder onder meer verplichten het gehuurde behoorlijk en overeenkomstig de bestemming (artikel 6.1) en naar de bepalingen van de wet (artikel 6.2) te gebruiken en verbieden om hinder of overlast te veroorzaken (artikel 6.3) en om wijzigingen of voorzieningen in het gehuurde aan te brengen die in strijd zijn met de voorschriften van de nutsbedrijven (artikel 6.11.1 onder d).
“
11 Partijen zijn naast het reeds bepaalde het navolgende overeengekomen:(…)- In het gedeelte B is geen: gas, water, en Elektra, dit dient de huurder zelf aan te vragen of aan te sluiten. Hierop volgende kosten zullen voor de huurder zijn.- Onderhoud van de roldeuren komt voor rekening van huurder.”
4.4. De bespreking van het geschil
- daarin kan gelezen worden dat [appellant] deel B en C ook al van [namen1 en 2] huurde -, maar daar tilt het hof niet te zwaar aan, omdat de tekening bij het contract wel duidelijk is. Het contract is ook niet door een jurist opgesteld. [appellant] heeft, op dit punt niet weersproken door Enexis, verklaard dat het contract (net als het onderhuurcontract tussen [appellant] [naam3] ) door [naam1] is opgesteld.
5.De beslissing
26 juli 2023, en beslist als volgt: