Uitspraak
[appellant],
Reigerdael,
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
- de akte van [appellant] van 11 juni 2024
- de memorie van Reigerdael van 11 juni 2024
- de antwoordakte van [appellant] van 9 juli 2024
- de antwoordmemorie van Reigerdael van 9 juli 2024
- de akte uitlating producties van Reigerdael van 3 september 2024.
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
feitelijkzou hebben uitgekeerd als Reigerdael had zorggedragen voor (voorlopige) verzekeringsdekking. Dit betekent dat bij het bepalen van de uitkering de schade zou zijn berekend op basis van de in de polis genoemde waardegrondslag. Het uit te keren bedrag hoeft dus niet gelijk te zijn geweest aan de verzekerde som op de polis, maar zou afhankelijk zijn geweest van (het resultaat van) de in de polis gehanteerde waardegrondslag. Partijen hebben echter geen concrete uitkomst aangevoerd op basis van enige in de polis (op naam van [naam1] ) gehanteerde waardegrondslag. Ter begroting van het bedrag waarvoor [appellant] feitelijk verzekeringsdekking zou hebben genoten, zal het hof daarom uitgaan van de verzekerde som. En aangezien de overgebleven inventaris en overige zaken worden geschat op de helft van alle inventaris en overige zaken die [appellant] had overgenomen van [naam1] , begroot het hof de schade van [appellant] als gevolg van de zorgplichtschending door Reigerdael op de helft van de verzekeringsdekking zoals die gold toen de betreffende zaken nog op naam van [naam1] bij ASR: (€ 452.300,- : 2 =) € 226.150,-.
(1) de verzekeringsdekking van de niet-tenietgegane goederen
Graag inventaris kapschuur, voor kapschuur en in boerderij verzekeren voor een dagwaarde van 150.000€. specificaties volgende week” – zich bepaald niet navolgbaar verhoudt tot de stellingen die [appellant] in deze procedure betrekt over de waarde (‘1.1 miljoen’) van die zaken.
(2) de overnamesom van € 55.000,- die [appellant] aan [naam1] heeft betaald
.