Uitspraak
[woonplaats](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/kantoor Groningen(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.
2.Vaststaande feiten
€ 3.207
€ 1.323
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
-samengevat- de coronapandemie heeft geleid tot bijzondere en onvoorziene omstandigheden voor de gerechten die een verlenging van de redelijke termijn met vier maanden rechtvaardigen, en het verzoek van belanghebbende om een vergoeding voor immateriële schade afgewezen. Uit na de bestreden uitspraak gewezen jurisprudentie van de Hoge Raad [3] volgt dat dit oordeel onjuist is. In hoger beroep is niet in geschil dat de redelijke termijn met (afgerond) vier maanden is overschreden. De Inspecteur heeft ter zitting van het Hof weliswaar verklaard dat deze overschrijding volledig voor zijn rekening komt, maar hij heeft betwist dat de lange duur van de procedure bij belanghebbende heeft geleid tot spanning en frustratie, omdat de uitkomst van het geschil duidelijk was. Volgens vaste jurisprudentie is de omstandigheid dat sprake is van een (zeer) geringe kans op succes van de belanghebbende in de desbetreffende procedure evenwel geen grond om een verzoek om vergoeding van immateriële schade wegens de lange duur van een proces af te wijzen. [4] Wegens overschrijding van de redelijke termijn in eerste aanleg zal het Hof de Inspecteur veroordelen tot een schadevergoeding van € 500 en tot vergoeding van het in eerste aanleg geheven griffierecht.
5.Griffierecht en proceskosten
Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).