Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak en de vaststaande feiten
‘(…) Wij hebben met mevrouw [appellante] en de adviseurs Driemans en Groeneveld besproken dat de administratie van Pre-Active (B.V.) in de gecontroleerde jaren niet aan deze eisen voldoet. Allereerst is de administratie niet tijdig bijgewerkt (…). De administratie is niet volledig, bescheiden zijn niet chronologisch gearchiveerd, privé- en zakelijke bescheiden worden door elkaar gearchiveerd, onderliggende stukken ontbreken (…). Daarnaast zijn er diverse onvolkomenheden geconstateerd in de personeels- en salarisadministratie met als gevolg onvolledige en onjuiste loonaangiften (…).Gesteld kan worden dat als gevolg van de wijze van verwerking van de mutaties (…) er niet voldaan wordt aan de verplichting om van de vermogenstoestand op zodanige wijze een administratie te voeren dat te allen tijde de rechten en verplichtingen hieruit duidelijk blijken en dat de van belang zijnde gegevens voor onder meer de inkomstenbelasting en de loonheffingen hieruit duidelijk blijken (…).Tijdens een gesprek op 19 februari 2016 hebben wij dit met mevrouw [appellante] en mevrouw [naam1] en de heer [naam2] bovenstaande besproken. Zij gaven aan het hiermee eens te zijn. (…)
3.De procedure bij de rechtbank en het geschil in hoger beroep
4.Het oordeel van het hof
Cliënte legt de door Reuvers voorbereide stukken over zodat uw hof zich een beeld kan vormen of de door de Ontvanger opgelegde aanslagen redelijk zijn” waarbij de in september 2019 door Reuver Belastingconsulenten alsnog opgemaakte jaarrekeningen over de jaren 2013 tot en met 2015 van Pre-Active zijn overgelegd.
- dat [appellante] de in het rapport van de Belastingdienst genoemde bedragen aan privé-onttrekkingen in 2014 en 2015 ter grootte van in totaal € 426.000 niet (voldoende) gemotiveerd heeft betwist, mede gelet ook op haar eigen brief, zodat dit bedrag aan ongegronde privé-onttrekkingen vast staat, waardoor schuldeisers zijn benadeeld (ro. 5.11 en 5.12),
- dat [appellante] als bestuurder (onder meer, maar niet alleen) door die ongegronde privé-onttrekkingen onrechtmatig heeft gehandeld, haar daar een persoonlijk ernstig verwijt van kan worden gemaakt en zij daarom op grond van art. 2:9 BW aansprakelijk is voor de daardoor door de boedel van Pre-Active geleden schade (ro. 5.13-5.16),
- dat er volgens [geïntimeerde]
- dat [geïntimeerde] de onttrekkingen tot € 426.000 door middel van het rapport van de Belastingdienst voldoende heeft onderbouwd (ro. 5.19),
- (nogmaals) dat [appellante] deze onttrekkingen onvoldoende gemotiveerd heeft betwist (ro. 5.19 jo. 5.12) en
- dat de rechtbank daarom [appellante] zal veroordelen
bij wijze van voorschot(onderstreping hof), in een uitvoerbaar bij voorraad verklaarde veroordeling (ro. 6.1 en 6.2).