Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.De procedure
mr. Mercanoğlu. Tijdens de mondelinge behandeling heeft mr. Schulte een pleitnota overgelegd en voorgedragen. Vervolgens heeft mr. Mercanoğlu het woord gevoerd. Van de zitting heeft de griffier aantekeningen gemaakt. Ook is er een proces-verbaal van de mondelinge behandeling aan partijen toegestuurd. Na afloop van de mondelinge behandeling heeft de rechtbank bepaald dat zij voldoende is geïnformeerd om een beslissing te nemen in deze zaak. Die beslissing wordt vandaag medegedeeld en toegelicht in dit vonnis.
2.De inleiding: waar het over gaat
2 juli 2020 heeft [gedaagde] [bedrijf 2] B.V. opgericht, waarvan zij enig aandeelhoudster en bestuurster is. Ook heeft [gedaagde] een eenmanszaak genaamd [bedrijf 2] . [eiser] stelt dat deze eenmanszaak aanzienlijke winsten maakt en uitkeringen doet, waardoor er nu wel verhaalsmogelijkheden lijken te zijn bij [gedaagde] als enig aandeelhoudster. Het faillissement van [bedrijf 1] kon echter niet heropend worden, om de enkele formele reden dat er geen slotuitdelingslijst is opgesteld. Daarom heeft [eiser] verzocht om de vereffening te heropenen in de zin van artikel 2:23c BW. Deze rechtbank heeft bij beschikking van 11 juni 2021 de vereffening van het vermogen van de ontbonden rechtspersoon [bedrijf 1] heropend. [eiser] heeft [gedaagde] vervolgens aansprakelijk gesteld. In deze procedure vordert [eiser] een (voorschot op) schadevergoeding van [gedaagde] voor haar onbehoorlijk bestuur en onrechtmatig handelen binnen [bedrijf 1] . Ook vordert [eiser] een bestuursverbod voor [gedaagde] . [gedaagde] is het met de vorderingen niet eens. Zij stelt onder andere dat sprake is van verjaring en concludeert tot afwijzing van het gevorderde. De rechtbank wijst de vorderingen van [eiser] deels toe, wijst de vorderingen tot het opleggen van een bestuursverbod met bijbehorende dwangsom en schorsing af en houdt de zaak aan voor wat betreft de verzochte schadestaat procedure. Voor deze beslissing zijn de onderstaande feiten relevant, gevolgd door de motivering van de beslissing.
3.3. De feiten
‘(…)
Wij hebben met mevrouw [gedaagde] en de adviseurs [naam 1] en [naam 2] besproken dat de administratie van [bedrijf 1] (B.V.) in de gecontroleerde jaren niet aan deze eisen voldoet. Allereerst is de administratie niet tijdig bijgewerkt(…)
. De administratie is niet volledig, bescheiden zijn niet chronologisch gearchiveerd, privé- en zakelijke bescheiden worden door elkaar gearchiveerd, onderliggende stukken ontbreken(…)
. Daarnaast zijn er diverse onvolkomenheden geconstateerd in de personeels- en salarisadministratie met als gevolg onvolledige en onjuiste loonaangiften(…)
.Gesteld kan worden dat als gevolg van de wijze van verwerking van de mutaties(…)
er niet voldaan wordt aan de verplichting om van de vermogenstoestand op zodanige wijze een administratie te voeren dat te allen tijde de rechten en verplichtingen hieruit duidelijk blijken en dat de van belang zijnde gegevens voor onder meer de inkomstenbelasting en de loonheffingen hieruit duidelijk blijken(…)
.Tijdens een gesprek op 19 februari 2016 hebben wij dit met mevrouw [gedaagde] en mevrouw [naam 3] en de heer [naam 4] bovenstaande besproken. Zij gaven aan het hiermee eens te zijn.(…)
Zij geeft aan dit nu achter zich te hebben gelaten. Uit de verkregen informatie over 2015 is echter af te leiden dat nog steeds enorm veel geld aan de onderneming wordt onttrokken, terwijl nog steeds niet is voldaan aan de administratieve en fiscale verplichtingen(…)
uit hoofde van artikel 52 AWR.(…)
In 2014 heeft mevrouw [gedaagde] voor ruim € 275.000 door middel van opnamen aan de onderneming onttrokken(…)
Aan de hand van de aangeleverde kasoverzichten tot en met november 2015 is vastgesteld dat mevrouw [gedaagde] tenminste € 151.000 heeft onttrokken aan de onderneming. Hierbij zijn de overige privébestedingen buiten beschouwing gelaten.(…)
In geval van opzet bedraagt de boete 50%. De zeer gebrekkige wijze waarop de administratie is gevoerd, het ontbreken van een duidelijke en herkenbare scheiding tussen privé uitgaven en zakelijke uitgaven, het niet tijdig verwerken van financiële transacties in de administratie, het niet tijdig voeren van een administratie, het niet tijdig en volledig voeren van een personeels- en salarisadministratie en het niet tijdig indienen van de aangifte brengt met zich mee dat er te weinig of geen vennootschapsbelasting en loonheffing wordt aangegeven en betaald.(…)
De boete zal worden opgelegd over de navorderingsaanslagen over het jaar 2014/2015.
De enorme omvang van de onttrekkingen door de directeur grootaandeelhouder zonder zakelijke voorwaarden, zoals het ontbreken van een terugbetalingsverplichting en het ontbreken van de mogelijkheid om zekerheden te stellen, waarbij eveneens geen gebruikelijk loon is aangemerkt, brengt met zich mee dat er een voordeel ontstaat voor de directeur grootaandeelhouder in de hoedanigheid van aandeelhouder. Met betrekking tot de hiervoor genoemde onttrekkingen uit de onderneming als aandeelhouder had belanghebbende redelijkerwijs moeten of kunnen begrijpen dat de wijze waarop de onttrekkingen zijn gedaan en geadministreerd tot gevolg hebben gehad dat er ten onrechte geen dividendbelasting is aangegeven en afgedragen.
Ik ben door een fase gegaan van ondoordachte en buitensporige geldverkwisting; Verder heb ik ook veel geld geleend aan een vriend, waar ik destijds veel vertrouwen in stelde, hij wou een koeriersbedrijf opzetten in Turkije en ik heb hem om de zoveel tijd flink wat geld toegeschoven, al met zal het gaan om een bedrag gaan 100.00,00 euro. Bovendien heb ik tijdens mijn verblijf bij mijn zusje in [woonplaats] , veel aan gokken uitgegeven en flink verloren.(…)
Het is nooit mijn intentie geweest om mijn belastingverplichting te ontduiken/ontwijken. Noem het een periode van verstandsverbijstering vanwege de eerder omschreven traumatische ervaring, maar ik ben er sterker uitgekomen en met mijn nieuwe team om me heen.(…)’.
[bedrijf 1] , meegenomen naar dat gesprek.
laten weten dat ze in de gelegenheid wordt gesteld om jegens hem te reageren op de beschuldigingen in het hiervoor genoemde rapport van de Belastingdienst. Ook is medegedeeld dat als er geen goede onderbouwing of verklaring is, [gedaagde] aansprakelijk zou worden gesteld voor het tekort in het faillissement. Op deze e-mail is niet gereageerd.
4.Het geschil
Volgens [gedaagde] is het faillissement veroorzaakt doordat de commissarissen van [bedrijf 1] een eigen zorgbureau hebben opgericht, waarnaar klanten zijn overgelopen. Deze reden voor het faillissement is onvoldoende onderzocht. Er is onvoldoende onderbouwd dat [gedaagde] als bestuurster een persoonlijk verwijt treft. Bovendien is [eiser] geen curator maar vereffenaar, en kan hij in die hoedanigheid geen bestuursverbod vorderen, aldus [gedaagde] .
5.De standpunten van partijen en de beoordeling daarvan
[bedrijf 1] onrechtmatig heeft gehandeld en zo ja, of [gedaagde] aansprakelijk is voor de door [eiser] gestelde schade. Bij de beantwoording van deze vragen stelt de rechtbank het volgende voorop.
Van een bestuurder mag worden verwacht dat hij op zijn taak berekend is en deze nauwgezet vervult (Hoge Raad 10 januari 1997, NJ 1997, 360). Voor aansprakelijkheid op grond van een ernstig verwijt is nodig dat geen redelijk denkend bestuurder onder dezelfde omstandigheden zo zou hebben gehandeld. Van een dergelijk ernstig verwijt zal sprake kunnen zijn als de bestuurder wist of redelijkerwijze had behoren te begrijpen dat de door hem bewerkstelligde of toegelaten handelwijze van de vennootschap tot gevolg zou hebben dat deze haar verplichtingen niet zou nakomen en ook geen verhaal zou bieden voor de als gevolg daarvan optredende schade (vgl. HR 8 december 2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ0758;
Ontvanger/Roelofsen).
6.De beslissing
28 juni 2023voor uitlating door [eiser] over hetgeen in rechtsoverweging 5.23. is vermeld en bepaalt dat hiervoor geen uitstel zal worden verleend.