ECLI:NL:GHARL:2024:6918
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst woonruimte wegens huurachterstand en de belangen van de huurder en haar kind
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 november 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontbinding van een huurovereenkomst. De zaak betreft een huurster die in hoger beroep ging tegen een eerdere uitspraak van de kantonrechter, waarin haar huurachterstand van € 930,93 werd vastgesteld. De huurster, die met haar kind in een kwetsbare situatie verkeerde, voerde aan dat haar huurachterstand deels het gevolg was van een onterecht stopgezette ziektewetuitkering. Het hof heeft in zijn beoordeling gekeken naar de omstandigheden van de huurster, waaronder haar pogingen om een nieuwe woning te vinden en de oude huurschuld van € 2.967,34 die zij aan de verhuurder, Woonstichting Triada, had. Het hof concludeerde dat de tekortkoming van de huurster in de betaling van de huur van voldoende gewicht was om de ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde de huurster tot betaling van de proceskosten. De uitspraak benadrukt de belangen van zowel de huurder als de verhuurder in het geval van huurachterstand en de noodzaak voor huurders om tijdig te communiceren over hun financiële situatie.