Uitspraak
1.De kern van de zaak en de uitkomst
2.Het verloop van de procedure in hoger beroep
is gehouden.
3.Wat is er gebeurd?
Voor werknemer is dat van belang, eerder heeft hij geen mogelijkheden om te werken.’
“Achteraf gezien was het gesprek met hem niet mogelijk door zijn medische conditie. Hij heeft zich aan mijn afspraak gehouden en zich gehouden aan het doel van het vorige verslag. In gesprek gaan met de werkgever met als doel om zijn kant van het verhaal te vertellen. Dit is vernam ik dus uiteindelijk per mail gebeurt.”
[de HR-functionaris] , HR’. Dat heeft [de werknemer] niet gedaan.
“De redenen voor dit ontslag op staande voet is als volgt. De bedrijfsarts adviseerde in september jl. dat we conform STECR moesten handelen. Dat brengt mee dat er contact nodig is en een afspraak om eventuele problemen op te lossen die zou ervaren. We hebben je zeer vaak getracht uit te nodigen voor een afspraak, maar je bent nooit gekomen. We hebben ook getracht contact te realiseren via onze advocaat met jouw advocaat, maar vanuit jouw advocaat komt vrijwel geen reactie.
4.Het oordeel van het hof
Augias heeft erop gewezen dat [de werknemer] niet-ontvankelijk is in zijn verzoek omdat bij een loonvordering als deze een deskundigenoordeel van het UWV moet worden bijgevoegd, en die ontbreekt. Daar komt bij dat de bedrijfsarts heeft geadviseerd een gesprek aan te gaan, terwijl [de werknemer] dat gesprek uit de weg is gegaan, niet is verschenen op een consult bij de bedrijfsarts in augustus en vervolgens maandenlang geheel onbereikbaar was. De loonstops zijn dus wel terecht, volgens Augias.
Augias verweert zich en wijst erop dat vele pogingen zijn gedaan om in gesprek te komen, zonder dat dat is gelukt, zelfs niet na het opleggen van loonstops. Ook al zouden de karakters van [de werknemer] en [de directeur] verschillen, dan nog ontslaat dat [de werknemer] niet van de verplichting op zijn minst het gesprek aan te gaan. Dat [de werknemer] daar medisch niet toe in staat was blijkt niet uit de conclusies en adviezen van de bedrijfsarts. Er lag bovendien geen advies voor mediation, hoewel Augias daarvoor openstond. Het was daarbij juist [de werknemer] die geen mediation wilde, gelet op wat zijn advocaat daarover schreef. De bedrijfsarts kan geen nalatigheid worden verweten want juist [de werknemer] zelf heeft zijn re-integratie-verplichtingen niet nageleefd. Bovendien had [de werknemer] een second opinion moeten aanvragen, als hij ontevreden was over de bedrijfsarts. Er kwam geen enkele reactie van [de werknemer] op oproepen van Augias tussen 27 augustus 2023 en 6 december 2023, en tussen 6 oktober 2023 en 6 december 2023 ook niet via zijn advocaat. Het onbereikbaar blijven van [de werknemer] levert een bijkomende omstandigheid op voor een geldig ontslag op staande voet. De verklaring voor recht en de toewijzing van de gefixeerde schadevergoeding zijn daarom terecht, aldus Augias.
Tegelijkertijd is [de werknemer] ten aanzien van zijn vorderingen rond het ontslag op staande voet in het ongelijk gesteld, zowel in hoger beroep als bij de kantonrechter, zodat hij in beginsel in de proceskosten kan worden veroordeeld. Op grond van het voorgaande ziet het hof aanleiding om de proceskostenveroordeling bij de kantonrechter te bekrachtigen en [de werknemer] te veroordelen in de proceskosten van het hoger beroep, in die zin dat hem alleen het griffierecht in rekening zal worden gebracht.