Uitspraak
1.EWC Diagnostics B.V.,
EWC
[geïntimeerde],
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof in het kort en de feiten
4.4. De beoordeling
De rechtsbetrekking met het oog waarop inzage wordt gevraagd hoeft nog niet vast te staan; het ligt op de weg van degene die inzage wil (EWC) om voldoende aannemelijk te maken dat hij een vordering heeft, waartoe zij de feiten en omstandigheden moet stellen en zo mogelijk moet onderbouwen met het bewijsmateriaal waarover zij al beschikt. Daarbij hoeft niet te zijn voldaan aan de mate van aannemelijkheid die is vereist voor toewijzing in kort geding van een op (dreigend) tekortschieten of onrechtmatig handelen gebaseerde ge- of verbodsvordering of vordering tot schadevergoeding gebaseerde vordering [1] . Met het oog op het voorkomen van te uitgebreide zoektochten, waarvoor artikel 843a Rv. geen basis biedt, moet EWC voldoende concreet aangeven in welke bescheiden inzage wordt verlangd, mede om te kunnen beoordelen of daarbij voldoende relevant (rechtmatig) belang bestaat. De bescheiden (gegevens) hoeven niet steeds individueel beschreven te worden, het gaat er om of deze betrekking hebben op een voldoende nauwkeurig afgebakend onderwerp. Bij die afbakening kan een indeling in categorieën en selectiemethoden aan de hand van zoektermen een nuttige rol vervullen.
. [2]