Uitspraak
[naam1 ],
[appellant],
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerden]en ieder afzonderlijk als respectievelijk
[geïntimeerde1],
[geïntimeerde2]en
[geïntimeerde3],
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep van 16 oktober 2023;
- het tussenarrest van 28 november 2023 waarbij een mondelinge behandeling na aanbrengen is bepaald op 12 februari 2024;
- de schriftelijke getuigenverklaringen die beide partijen ter voorbereiding op die zitting in het geding hebben gebracht. Op 8 februari 2024 hebben zij het hof bericht dat de zitting geen zin heeft omdat een schikking niet mogelijk is. De zitting heeft geen doorgang gevonden. Beide partijen verwijzen in hun memories wel naar de getuigenverklaringen. Die worden daarom aangemerkt als bij akte in het geding te zijn gebracht;
- de memorie van grieven van 26 maart 2024;
- de memorie van antwoord van 4 juni 2024;
- de rolverwijzing van 18 juni 2024 waarbij [appellant] in de gelegenheid is gesteld te reageren op de producties overgelegd bij de memorie van antwoord. Daarvan is geen gebruik gemaakt.