Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
inspecteurvan de
Belastingdienst Douane/Kantoor Arnhem(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
V: Wie had er een sleutel van deze loods?
. [naam4] heeft een vriend, die vriend heeft een bouwbedrijf en omdat in de beginperiode van de huur van de loods ik nog geen papieren had voor mijn bedrijf heb ik de gegevens van die vriend van [naam4] doorgegeven aan de verhuurder, [naam6] . Het was veiliger om samen daar een bedrijf te hebben, hij (met hij bedoel ik [naam4] ) de handel en ik het autobedrijf. Dit om de kosten te verdelen. Zo kon ik nog even sparen om mijn eigen bedrijf te beginnen en hadden wij samen die loods.
3.Geschil en standpunten van partijen
4.Beoordeling van het geschil
De in de jurisprudentie van de Hoge Raad ontwikkelde voorwaarden voor toepassing van artikel 2f, zoals de feitelijke beschikkingsmacht en het wetenschapsvereiste, zijn voor de toepassing van het nieuwe artikel 2, eerste lid, onderdeel b, niet meer van belang. Ter zake van het in deze bepaling bedoelde «voorhanden hebben» wijst de Accijnsrichtlijn 2008 (artikel 8, eerste lid, onderdeel b) als belastingplichtige aan «de persoon die de accijnsgoederen voorhanden heeft of enig ander persoon die bij het voorhanden hebben ervan betrokken is». Dit betekent dat ook een persoon, die niet de feitelijke beschikkingsmacht over de accijnsgoederen heeft, maar wel betrokken is bij het voorhanden hebben van die goederen, als belastingplichtige kan worden aangemerkt.
5.Griffierecht en proceskosten
6.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).