Uitspraak
1.[appellant] ,
[appellanten],
[geïntimeerde],
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof in het kort en de feiten
4.De beoordeling
. [1]
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van een bouwer voor gebreken aan een woning die in 2007/2008 is gebouwd. De appellanten, die de woning in 2017 hebben gekocht, hebben de bouwer aangesproken voor schadevergoeding wegens gebreken. De rechtbank heeft de vorderingen van de appellanten afgewezen, omdat de bouwer met de rechtsvoorganger van de appellanten een vaststellingsovereenkomst heeft gesloten waarin finale kwijting is overeengekomen voor gebreken. Het hof heeft de zaak in hoger beroep behandeld na een mondelinge behandeling op 5 september 2024. De kern van de zaak draait om de vraag of de aanspraken van de rechtsvoorganger van de appellanten op de bouwer zijn overgedragen aan de appellanten. Het hof oordeelt dat de vaststellingsovereenkomst tussen de bouwer en de rechtsvoorganger van de appellanten ook betrekking heeft op toekomstige gebreken, en dat de appellanten geen aanspraken kunnen doen gelden. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt de appellanten tot betaling van de proceskosten.