3.4.Op 16 december 2010 zijn [appellant] en [naam2] met elkaar huwelijkse voorwaarden aangegaan. In de notariële akte huwelijkse voorwaarden is, onder meer en voor zover voor deze zaak van belang, opgenomen:
“(…)
GEMEENSCHAP VAN INBOEDEL
Artikel 1
Tussen de echtgenoten bestaat een gemeenschap van inboedel. De echtgenoten sluiten elke andere gemeenschap van goederen uit.
(…)
INKOMEN
Artikel 9
1. Inkomen in deze huwelijkse voorwaarden is het gezamenlijk bedrag per jaar van:
a. winst uit onderneming in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001, hierna te noemen: de Wet, (…)
b. loon in de zin van de Wet (…)
c. het resultaat uit een werkzaamheid als bedoeld in artikel 3.94 van de Wet (…)
(…)
Dit gezamenlijk bedrag wordt verminderd met de daarover verschuldigde belasting en met de premieheffing volksverzekeringen en met de kosten die redelijkerwijs moeten worden gemaakt voor de verwerving van het inkomen. (…)
3. Indien een echtgenoot inkomen heeft in de vorm van winst uit onderneming of resultaat uit een werkzaamheid als in lid 1 bedoeld, dienen de echtgenoten tevens, naar normen die in het maatschappelijk verkeer als redelijk worden beschouwd, vast te stellen welk gedeelte van de winst of van het resultaat voor onttrekking in aanmerking komt en aldus inkomen is als in lid 1 bedoeld.
Voor zover een echtgenoot in overwegende mate bij machte is te bepalen dat de winst van een door een rechtspersoon uitgeoefende onderneming hem rechtstreeks of middellijk ten goede komt, wordt die onderneming voor de toepassing van de vorige zin aangemerkt als een door die echtgenoot uitgeoefende onderneming. Onder winst uit onderneming wordt dan verstaan: de in de onderneming behaalde winst, verminderd met de daarover door de rechtspersoon verschuldigde belastingen. Bij het voorgaande wordt de mate waarin de echtgenoot tot de rechtspersoon is gerechtigd in aanmerking genomen.
4. Onder inkomen worden tevens begrepen de werkelijke inkomsten uit vermogen zoals rente, huur- en pachtopbrengsten en voordelen uit effecten. Deze inkomsten worden verminderd met:
a. de redelijkerwijs daaraan toe te rekenen kosten;
b. de belasting over de rendementsgrondslag, voor zover deze is toe te rekenen aan de vermogensbestanddelen die de voordelen hebben opgeleverd, verminderd met de op die vermogensbestanddelen betrekking hebbende schulden.
(…)
KOSTEN VAN DE HUISHOUDING
Artikel 10
1. De kosten van de gemeenschappelijke huishouding worden door de echtgenoten gedragen naar evenredigheid van ieders inkomen. Zijn inkomens onvoldoende, dan worden de kosten gedragen naar evenredigheid van ieders vermogen. Een en ander geldt niet voor zover bijzondere omstandigheden zich daartegen verzetten. Tot het inkomen behoren niet de werkelijke inkomsten uit vermogen.
2. Onder de kosten van de huishouding zijn begrepen de kosten van verzorging en opvoeding van de tot het gezin behorende kinderen, de premies voor de gebruikelijke verzekeringen, de kosten van vakanties, de huurprijs van de echtelijke woning en rente van geldleningen die verband houden met de aanschaf van de echtelijke woning en de vakantiewoning. Tevens behoren daartoe de kosten van aanschaf van de inboedel en van de voor het gezin bestemde auto’s en vaartuigen.
(…)
4. De echtgenoot die in een kalenderjaar meer heeft bijgedragen in de kosten van de huishouding dan hij op grond van het bepaalde in dit artikel zou moeten dragen, kan dit meerdere van de andere echtgenoot terugvorderen, mits hij die vordering instelt binnen een jaar na afloop van het desbetreffende kalenderjaar.
(…)
Samenstelling gemeenschap
Vervolgens verklaren de comparanten dat de door het aangaan van deze huwelijkse
voorwaarden ontbonden gemeenschap van goederen is samengesteld als volgt:
Bezittingen
1. het woonhuis (…) aan de [adres1] te [plaats1] (…)
2. saldo bankrekeningnummer [nummer1] bij de ING Bank (…)
3. saldo bankrekeningnummer [nummer2] bij de ABN AMRO Bank (…)
4. saldo bankrekeningnummer [nummer3] bij de ABN AMRO Bank (…)
5. saldo bankrekeningnummer [nummer4] bij de ABN AMRO Bank (…)
6. inboedel (…)
7. auto (…)
Schulden -
1. creditcard ING Bank (…)
2. hypothecaire geldlening bij de ABN AMRO Bank (…)
Verdeling/levering
De comparanten zijn overeengekomen om gemelde bezittingen en schulden, onverdeeld te laten, zodat zij ieder voor de onverdeelde helft gerechtigd zijn in gemelde bezittingen, onder de verplichting om gemelde schulden voor hun rekening te nemen (…)”