Uitspraak
1.de stichtingRadiotherapiegroep
MediRisk B.A.
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven (met producties 38-39)
- de memorie van antwoord (met producties 5-8)
- een akte uitlating producties van de zijde van [appellante] .
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
Vraagstelling 20-04-2015Bespreken beeldvorming pre-operatief (er is nog geen post-operatieve beeldvorming). Indicatie stereotactische bestraling?Bespreking 20-04-2015: Helaas geen post-operatieve beeldvorming. WHO graad 2 op basis van ingroei in omgevende hersenweefsel. Akkoord FSRT. (…)
Relevante voorgeschiedenis 02-2016 maart 2015: meningeoom 30 bestralingen gehad.
Bij mijn telefonische navraag vernam ik dat de optici inderdaad in het bestralingsveld gelegen hebben en dat een dergelijke radiatie opticopathie zich slechts zelden voordoet. Ik begreep dat de kans hierop ongeveer 1% is. Alles overziende moeten we helaas concluderen dat een dergelijke radiatie-opticopathie zich bij patiënte voltrokken heeft.
De beide oogzenuwen hebben in het bestralingsveld gelegen en de meest waarschijnlijke verklaring voor de blindheid is dan ook de schade aan de zenuwen als gevolg hiervan.”Hoewel sprake is van een intern stuk van MediRisk, is hieruit wel af te leiden dat het ontstaan van de blindheid als gevolg van de gegeven bestraling, als meest waarschijnlijke oorzaak wordt genoemd en dat alternatieve oorzaken niet worden aangedragen. De discussie spitste zich vervolgens toe op het informed consent.
In alle jaren dat ik voor Medirisk heb opgetreden heb ik nimmer meegemaakt dat Medirisk bevoorschotte op schade in het stadium dat weliswaar vaststond dat er medisch onzorgvuldig was gehandeld maar nog niet duidelijk was dat het tot enige schade had geleid. Voorschotten, en zeker een zeer fors voorschot als dat van € 50.000,00, werden alleen verstrekt wanneer Medirisk uitging van zowel een beroepsfout als van causaal verband tussen de fout en schade. Ik heb dan ook het feit dat Medirisk na het uitbrengen van het rapport van [naam1] bij brief van 7-4-2020 aansprakelijkheid erkende en geen aanvullende medische expertise voorstelde naar de gevolgen van het medisch verwijtbaar handelen (i.c. het niet de keus geven van een gelijkwaardige behandelingsmogelijkheid te weten “wait and scan”) maar op 4-5-2020 een voorschot verstrekte van € 50.000,00 op het smartengeld opgevat als een erkenning van het causaal verband tussen het medisch verwijtbaar handelen en de schade, te weten de blindheid van mevrouw [appellante] .