Uitspraak
[appellante],
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerden],
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
- € 237.500,- aan misgelopen koopsom,
- € 9.895,89 aan wettelijke rente over de koopsom tussen het moment van de beoogde levering (1 februari 2023) en de ontbinding (15 maart 2023),
- € 17.595,- aan courtagekosten,
- € 5.800,- aan misgelopen huurinkomsten (uit de woning in [woonplaats2] die [geïntimeerden] verhuurden) over januari - april 2023,
- € 1.450,- per maand aan misgelopen huurinkomsten uit de woning in [woonplaats2] vanaf mei 2023 tot het moment dat [geïntimeerde1] de huurwoning zelf zal gaan bewonen,
- € 12.515,42 aan kosten voor verhaal, alles met nevenvorderingen.
3.Het oordeel van het hof
“als verstek wordt gezuiverd voor G dan mag appellant dit stuk opnieuw indienen!”Vervolgens heeft mr. Jansen zich op 9 juli 2024 voor [geïntimeerden] gesteld en daarmee het verstek gezuiverd. In het roljournaal is hierbij het volgende vermeld:
“Op 09-07-2024 gaat mr. J.B.A. Jansen zich stellen voor geïntimeerden en gaat mr. Van der Velde een conclusie in het incident nemen. De zaak kan daarna 2 weken verder voor antwoord conclusie G in het incident”. Later heeft mr. C. van de Kraats zich in plaats van mr. Jansen gesteld voor [geïntimeerden] Op 23 juli 2024 is door [geïntimeerden] een antwoordconclusie in het incident genomen.
Bij de beoordeling van dit incident gaat het hof uit van de overwegingen en beslissingen van de rechtbank. De kans van slagen van het hoger beroep blijft daarbij buiten beschouwing. Zou een beslissing van de rechtbank op een kennelijke misslag berusten, dan kan het hof daaraan gevolgen verbinden voor de uitvoerbaarheid. [appellante] heeft echter niet gesteld dat het vonnis van de rechtbank op een kennelijke misslag zou berusten.
4.De beslissing
dinsdag 5 november 2024voor het nemen van de memorie van antwoord van de zijde van [geïntimeerden] ;
24 september 2024.