Uitspraak
[de werknemer] ,
Enexis,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 januari 2024, gaat het om een hoger beroep van zowel de werknemer als Enexis Personeel B.V. De werknemer had eerder een transitievergoeding van € 106.438,89 bruto ontvangen, maar Enexis stelt dat hij ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Het hof oordeelt dat Enexis geslaagd is in de bewijsopdracht en dat de werknemer opzettelijk een incident heeft uitgelokt met een collega, wat leidt tot de conclusie dat hij de transitievergoeding moet terugbetalen. De procedure begon met een tussenbeschikking op 22 juni 2023, waarin de kantonrechter de arbeidsovereenkomst van de werknemer had ontbonden. Het hof bevestigt deze ontbinding en oordeelt dat de werknemer in de proceskosten van de kantonprocedure moet worden veroordeeld. De beslissing van het hof houdt in dat de werknemer geen recht heeft op de transitievergoeding en dat hij deze moet terugbetalen aan Enexis. Daarnaast wordt de werknemer veroordeeld in de proceskosten van zowel de kantonprocedure als het hoger beroep.