ECLI:NL:GHARL:2024:5619

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
3 september 2024
Publicatiedatum
3 september 2024
Zaaknummer
200.332.586
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake wijziging van eis en koopoptie bij onroerend goed

In deze zaak heeft De Leigraaf Holding B.V. en andere appellanten hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Nijmegen, dat op 19 mei 2023 is uitgesproken. De kern van het geschil betreft een onroerende zaak die in eigendom was van de appellanten, maar die is verkocht aan DL Agro Logistics B.V. en vervolgens aan hen verhuurd. De appellanten stellen dat zij het recht hebben om het onroerend goed tegen kostprijs terug te kopen, maar DL Agro Logistics en de andere geïntimeerden weigeren hieraan mee te werken. De kantonrechter heeft de vorderingen van de appellanten in conventie afgewezen, terwijl de vorderingen in reconventie grotendeels zijn toegewezen. De appellanten hebben in hoger beroep hun vorderingen beperkt en gewijzigd, en stellen dat de geïntimeerden toerekenbaar tekortschieten door de verkoop en levering van het onroerend goed te weigeren. Het hof heeft geoordeeld dat de wijziging van eis niet geldig is, omdat deze niet tijdig aan de niet verschenen geïntimeerden is betekend. De zaak is verwezen naar de rol van 1 oktober 2024 om de appellanten in de gelegenheid te stellen de eiswijziging te betekenen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Arnhem, afdeling civiel
zaaknummer gerechtshof 200.332.586/02
zaaknummer rechtbank Gelderland, zittingsplaats Nijmegen 9890937
arrest van 3 september 2024
in de zaak van

1.De Leigraaf Holding B.V.

die is gevestigd in Oeffelt

2. Leigraaf Transport B.V.

die is gevestigd in Oeffelt

3. [appellant3]

die woont in [woonplaats1]

4. [appellante4]

die woont in [woonplaats1]

5. [appellant5]

die woont in [woonplaats1]
die hoger beroep hebben ingesteld
en bij de kantonrechter optraden als eisers in conventie en verweerders in reconventie
hierna: samen [appellanten] en ieder afzonderlijk De Leigraaf Holding, Leigraaf Transport, [appellant3] , [appellante4] en [appellant5]
advocaat: mr. W.B. Brusse
tegen

1.DL Agro Logistics B.V.

die is gevestigd in Nijmegen
2. [geïntimeerde2]handelend onder de naam
[naam1]
die woont in [woonplaats2]
die bij de kantonrechter optraden als gedaagden in conventie en eisers in reconventie
hierna: samen [geïntimeerden] en ieder afzonderlijk DL Agro Logistics en [geïntimeerde2]
niet verschenen in hoger beroep

1.Het verloop van de procedure in hoger beroep

1.1.
[appellanten] heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis dat de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Nijmegen, (hierna: de kantonrechter) op 19 mei 2023 tussen partijen heeft uitgesproken. Het procesverloop in hoger beroep blijkt uit:
  • de dagvaarding in hoger beroep;
  • de verstekverlening tegen [geïntimeerden] op de rol van 2 april 2024;
  • de memorie van grieven tevens houdende akte wijziging van eis.

2.De kern van de zaak

2.1.
[appellant3] en [appellante4] waren eigenaar van een onroerende zaak (waaronder een bedrijfswoning) in [woonplaats1] . Zij woonden samen met hun zoon [appellant5] in die bedrijfswoning. Op enig moment ontstonden er financiële problemen en is door partijen een constructie bedacht zodat [appellant3] , [appellante4] en [appellant5] toch in de woning konden blijven wonen. Onderdeel van die constructie was onder meer dat de onroerende zaak werd verkocht en geleverd aan DL Agro Logistic (waarvan [geïntimeerde2] enig aandeelhouder is) en vervolgens (deels) aan [appellant3] en [appellante4] werd verhuurd. Partijen spraken een koopoptie af. Voor de overige feiten en omstandigheden verwijst het hof naar de stukken in de procedure bij de kantonrechter.
2.2.
In deze procedure twisten partijen (onder meer) over de uitleg van die koopoptie. Volgens [appellanten] hebben [appellant3] en [appellante4] dan wel een derde – zoals hun zoon [appellant5] – de mogelijkheid om het onroerend goed tegen kostprijs op enig moment terug te kopen. [geïntimeerden] is het daar niet mee eens en weigert mee te werken aan de door [appellanten] gewenste koop. Daarom heeft [appellanten] bij de kantonrechter (in conventie), onder meer, gevorderd dat [geïntimeerden] wordt veroordeeld tot verkoop en levering van het onroerend goed tegen de kostprijs. Omdat in hoger beroep de overige vorderingen van [appellanten] geen rol meer spelen, gaat het hof daar verder niet op in. [geïntimeerden] heeft in eerste aanleg een vordering in reconventie ingesteld.
2.3.
De kantonrechter heeft in conventie alle vorderingen van [appellanten] afgewezen. De vorderingen in reconventie werden wel (grotendeels) toegewezen. [appellanten] is het niet eens met het vonnis van de kantonrechter en heeft daarom hoger beroep ingesteld.

3.Het oordeel van het hof

Omvang hoger beroep en wijziging van eis
3.1.
[appellanten] heeft vijf grieven aangevoerd tegen het vonnis van de kantonrechter. Zij vermeldt in de memorie van grieven dat zij gedwongen is ontruimd door [geïntimeerden] en vanwege financiële redenen de vorderingen in hoger beroep sterk beperkt en wijzigt. [appellanten] wil in hoger beroep enkel nog aan de orde stellen dat [appellant3] , [appellante4] en [appellant5] op elk gewenst moment het recht hebben om het onroerend goed (tegen kostprijs of marktwaarde) te kopen en dat, nu [geïntimeerde2] en DL Agro Logistics dit hebben geweigerd, zij daarmee jegens hen elk voor zich toerekenbaar tekort schieten c.q. een onrechtmatige daad begaan. Om die reden heeft [appellanten] haar eis gewijzigd.
3.2.
[appellanten] vordert – kort samengevat – voor recht te verklaren dat [geïntimeerden] toerekenbaar tekort is geschoten dan wel een onrechtmatige daad heeft begaan tegenover [appellant3] , [appellante4] en [appellant5] , door te weigeren het onroerend goed te verkopen en te leveren primair tegen een koopprijs van € 230.000 en subsidiair tegen de marktwaarde van € 325.000 en dat als gevolg daarvan [geïntimeerden] aansprakelijk is voor de geleden schade. Daarnaast vordert [appellanten] zowel primair als subsidiair voor recht te verklaren dat de overeenkomst tussen DL Agro Logistics en [appellant3] , [appellante4] en [appellant5] is ontbonden wegens de genoemde toerekenbare tekortkoming dan wel onrechtmatige daad.
3.3.
Volgens artikel 130 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) is een wijziging of vermeerdering van eis uitgesloten tegen een partij die niet in het geding is verschenen, tenzij de eisende partij de wijziging of vermeerdering van eis tijdig bij exploot aan de niet verschenen partij kenbaar heeft gemaakt. Dit geldt ook voor een wijziging of vermeerdering van de grondslag van de eis. [1] Op basis van artikel 353 lid 1 Rv is de hiervoor genoemde regel ook in hoger beroep van toepassing.
3.4.
[geïntimeerden] is niet in de procedure in hoger beroep verschenen. Uit het procesdossier blijkt niet dat [appellanten] de eiswijziging bij exploot aan [geïntimeerden] kenbaar heeft gemaakt. [appellanten] zal alsnog in de gelegenheid worden gesteld om de eiswijziging aan [geïntimeerden] te betekenen.

4.De beslissing

Het hof:
verwijst de zaak naar de rol van 1 oktober 2024 om [appellanten] in de gelegenheid te stellen het exploot van betekening van de eiswijziging over te leggen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.L. Wattel, B.J. Engberts en D.M.I. de Waele, en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 3 september 2024.

Voetnoten

1.Zie onder meer HR 16 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT7494.