3.1 Voor hetgeen in cassatie tot uitgangspunt dient wordt verwezen naar de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 1.1 - 1.20. Kort gezegd gaat het in cassatie om het volgende.
(i) Tussen partijen is een geschil gerezen na beëindiging van hun samenwerking met betrekking tot het bemiddelen van verzekeringen, hypotheken en financieringen.
(ii) In eerste aanleg heeft in conventie Eurohave van [eiseres 1] gevorderd, samengevat,
- primair het afleggen van rekening en verantwoording met betrekking tot de door haar beheerde gelden en de (assurantie)portefeuille van Eurohave, op verbeurte van een dwangsom bij niet nakoming, alsmede betaling van het saldo dat haar blijkens de rekening en verantwoording zou toekomen; subsidiair, indien mocht blijken dat door [eiseres 1] geen deugdelijke administratie is gevoerd, vervangende schadevergoeding;
- en voorts vergoeding door [eiser] c.s. van de schade die Eurohave stelt te hebben geleden doordat [eiseres 1] de (assurantie)portefeuille van Eurohave heeft verkocht aan een derde.
In reconventie hebben [eiser] c.s. van Eurohave gevorderd, samengevat,
- primairhet afleggen van rekening en verantwoording over de assurantie- en hypotheekportefeuille van [eiseres 1], op verbeurte van een dwangsom bij niet nakoming, alsmede betaling van het saldo dat hun blijkens de rekening en verantwoording zou toekomen; subsidiair, indien mocht blijken dat door Eurohave geen deugdelijke administratie is gevoerd, vervangende schadevergoeding;
- en voorts medewerking van Eurohave op verbeurte van een dwangsom aan opheffing van de ten behoeve van haar gestelde bankgarantie.
[Eiser 2] heeft in reconventie van Eurohave vergoeding gevorderd van de schade die hij heeft geleden als gevolg van ten laste van hem gelegde conservatoire beslagen.
(iii) De rechtbank heeft bij tussenvonnis in conventie en reconventie aan [eiser] c.s. bewijs opgedragen. Na de bewijslevering heeft de rechtbank bij haar eindvonnis als volgt (samengevat) beslist.
In conventie is [eiseres 1] veroordeeld
- onder 3.1 en 3.2 van het dictum tot het afleggen van rekening en verantwoording over de door haar beheerde gelden en de (assurantie)portefeuille van Eurohave in de periode van 1 mei 1999 tot de dag van de dagvaarding (21 juli 2004), zulks op verbeurte van een dwangsom;
- onder 3.3 tot betaling van het saldo na rekening en verantwoording;
- onder 3.4 tot schadevergoeding wegens de overdracht aan een derde van de (assurantie)portefeuille van Eurohave;
- onder 3.5 in de beslagkosten;
- onder 3.6 in de proceskosten;
met onder 3.7 uitvoerbaar-bij-voorraadverklaring en onder 3.8 afwijzing van het meer of anders gevorderde.
Onder 3.9 heeft de rechtbank de vordering van Eurohave voor zover gericht tegen [eiser 2] afgewezen met onder 3.10 veroordeling van Eurohave in de proceskosten.
In reconventie is Eurohave veroordeeld
- onder 3.11 en 3.12 van het dictum tot het afleggen van rekening en verantwoording over de door haar afgesloten hypotheken en daaraan gerelateerde levensverzekeringen alsmede de daarmee gegenereerde provisie ten aanzien van de assurantie- en hypotheekportefeuille van [eiseres 1] in de periode van 1 mei 1999 tot 1 september 2001, zulks op verbeurte van een dwangsom;
- onder 3.13 tot betaling van het saldo na rekening en verantwoording;
met onder 3.14 uitvoerbaar-bij-voorraadverklaring, onder 3.15 compensatie van de proceskosten en onder 3.16 afwijzing van het meer of anders gevorderde.
(iv) [Eiser] c.s. hebben tegen de beide hiervoor genoemde vonnissen hoger beroep ingesteld. Het petitum van de appeldagvaarding, weergegeven in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 1.15, kan als volgt worden samengevat. Onder nader aan de voeren gronden vorderen [eiser] c.s. "verbetering en aanvulling " van "het vonnis" - waarmee zij kennelijk bedoelen het eindvonnis - van de rechtbank, te weten door
(1) het geven van een verklaring voor recht dat Eurohave toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de op haar rustende verplichting uit hoofde van de rekening-courantrelatie met [eiseres 1];
(2-4 en 6) Eurohave te veroordelen tot een aantal betalingen aan [eiseres 1] en betaling uit hoofde van de provisieafspraak aan [eiser 2], een en ander zoals in dat petitum nader aangegeven;
(5) Eurohave te veroordelen in de kosten van de beide instanties, daaronder begrepen de kosten van de beslagen en van de bankgarantie en "de gevolgschade".
Ten slotte vorderen [eiser] c.s. "Voor het overige, te weten in reconventie 3.11, 3.12, 3.13, 3.14 en 3.16 bekrachtiging van het vonnis a quo" en uitvoerbaar-bij-voorraadverklaring van het arrest.
(v) Eurohave is in hoger beroep niet verschenen.
(vi) Bij memorie van grieven, die tevens een "akte vermeerdering eis" bevat, hebben [eiser] c.s. onder meer grieven gericht tegen de beslissingen die de rechtbank in het dictum van haar eindvonnis in conventie onder 3.1 tot en met 3.4 en onder 3.7 heeft gegeven.
Het petitum van die memorie bevat, naast enige wijzigingen ten opzichte van de in het petitum van de appeldagvaarding onder 1-4 en 6 geformuleerde reconventionele vorderingen van [eiser] c.s., een vordering tot vernietiging van het genoemde tussenvonnis van de rechtbank en van de beslissingen in het eindvonnis in conventie onder 3.1 - 3.7, en in reconventie onder 3.15 en 3.16, alsmede onder 3.14 "voor zover dat ziet op onderdelen waartegen beroep".