Uitspraak
[geïntimeerde]
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.Het oordeel van het hof
De zaak betreft het feit dat de heer [naam1] zijn opstallen niet heeft gesloopt, terwijl hij wel de sloopmeters heeft gekocht en betaald. (…) Ik zal een sommatiebrief opstellen aan de heer [naam1] . Dat heeft haast omdat in deze zaak ook mogelijk verjaringsaspecten spelen. Indien de sloop niet spoedig plaatsvindt zullen wij de heer [naam1] in kort geding moeten dagvaarden”.
ongeveer 6 weken”, “
vier weken”(naar het hof begrijpt: vanaf de datum van het arrest in het spoedappel) respectievelijk “
tot eind juni 2021”. [de cliënt] was aanwezig tijdens deze zitting. [de advocatenmaatschap] heeft gesteld dat [de cliënt] tijdens die zitting heeft ingestemd met dit uitstel, [de cliënt] betwist dat. Naar het oordeel van het hof heeft [de cliënt] deze betwisting niet onderbouwd. [de cliënt] verklaarde tijdens de zitting in dit hoger beroep van 19 april 2024 dat hij zo niet wist of hij tijdens de zitting heeft geprotesteerd. Uit het proces-verbaal van 28 april 2021 blijkt niet dat [de cliënt] tegen dit uitstel bezwaar of bedenkingen heeft geuit. Dit lag vanwege het anders voor [de cliënt] dreigende risico op vernietiging van de dwangsomveroordeling ook bepaald niet voor de hand. Uit de daarop volgende e-mailcorrespondentie blijkt ook niet dat [de cliënt] kort daarna bezwaar heeft gemaakt tegen het verlenen van uitstel aan [naam1] tijdens die zitting.
Ik nam inmiddels kennis van het teleurstellende arrest van het gerechtshof.
x Uitgelegd wat ter zitting is afgesproken