ECLI:NL:GHARL:2024:550
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M.S.A. van Dam
- Th.C.M. Willemse
- S.B. Boorsma
- W.G. Nijlant
- B.Th.W. Lamers
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van pachtovereenkomst wegens gebrek aan bedrijfsmatige landbouwactiviteiten
In deze zaak gaat het om de ontbinding van een pachtovereenkomst tussen [appellant] en Staatsbosbeheer (SBB) vanwege het niet langer uitoefenen van bedrijfsmatige landbouw. [appellant] pacht ongeveer 25 hectare van SBB en heeft deze percelen voornamelijk gebruikt voor het opfokken van paarden. SBB heeft de pachtovereenkomst opgezegd en ontbinding gevorderd, omdat volgens hen geen sprake is van bedrijfsmatige landbouw. De pachtkamer in Zaanstad heeft de ontbinding goedgekeurd, wat door [appellant] in hoger beroep is aangevochten.
Het hof heeft vastgesteld dat de activiteiten van [appellant] niet voldoen aan de vereisten voor bedrijfsmatige landbouw, zoals bedoeld in artikel 7:376 BW. Het hof oordeelt dat het opfokken van paarden voor een dagvergoeding zonder risico voor de opfokker niet als veehouderij kan worden gekwalificeerd. Daarnaast zijn de activiteiten van [appellant] met betrekking tot schapen en grasteelt onvoldoende om te spreken van een landbouwbedrijf. Het hof bekrachtigt het vonnis van de pachtkamer en wijst de vorderingen van [appellant] af, inclusief zijn verzoek om een ontruimingstermijn tot 2029.
De beslissing van het hof houdt in dat [appellant] de proceskosten van SBB moet vergoeden, inclusief de wettelijke rente. Het hof concludeert dat de tekortkomingen van [appellant] in de nakoming van zijn verplichtingen de ontbinding van de pachtovereenkomst rechtvaardigen, en dat SBB niet in zijn recht is tekortgekomen.