Uitspraak
[de huurster],
WoonFriesland,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft de huurster van een luchtdicht gebouwde woning in Leeuwarden in kort geding herstel van gebreken gevorderd, met name in verband met een te hoge concentratie fijnstof in de woning. De huurster, die samen met haar vier kinderen in de woning woont, heeft eerder klachten geuit over vervelende geuren en gezondheidsklachten. De kantonrechter heeft de vorderingen van de huurster afgewezen, wat heeft geleid tot hoger beroep.
De huurster heeft in hoger beroep gesteld dat de woning onbewoonbaar is door het gestelde gebrek en heeft om vervangende woonruimte gevraagd. Het hof heeft vastgesteld dat de huurster onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van een gebrek in de woning. De huurster heeft zelf onderzoek laten doen naar de luchtkwaliteit, waaruit bleek dat de fijnstofconcentratie hoog was, maar het hof oordeelt dat de huurster de mechanische ventilatie niet correct heeft gebruikt, wat bijdraagt aan de problemen.
Het hof heeft de eerdere uitspraak van de kantonrechter bekrachtigd en de huurster veroordeeld tot betaling van de proceskosten in hoger beroep. De huurster heeft geen grond gevonden voor terugverwijzing naar de rechtbank, en het hof concludeert dat er geen schending van het recht op een eerlijke procedure heeft plaatsgevonden. De vorderingen van de huurster zijn afgewezen, en het hof heeft de proceskosten aan de zijde van WoonFriesland toegewezen.