In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 juni 2024 uitspraak gedaan in een hoger beroep kort geding tussen [de afnemer] B.V. en [de producent] B.V. De zaak betreft een geschil over de opzegging van een duurovereenkomst tussen partijen. [de afnemer] heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Gelderland, die op 28 maart 2024 had geoordeeld dat [de producent] de levering aan [de afnemer] voor een periode van drie maanden moest voortzetten. [de afnemer] vorderde een langere periode van doorlevering en een verbod voor [de producent] en [de nieuwe verkoper] om contact te onderhouden met klanten van [de afnemer]. Het hof oordeelde dat de handelsrelatie tussen [de afnemer] en [de producent] moet worden aangemerkt als een duurovereenkomst, waarbij [de producent] een opzegtermijn van een jaar in acht moet nemen. Het hof heeft de vordering van [de afnemer] tot voortzetting van de leveringen voor een periode van één jaar toegewezen, maar het gevorderde verbod op contact met klanten werd afgewezen. De dwangsom voor niet-nakoming werd verhoogd naar € 10.000 per dag, met een maximum van € 500.000. Het hof heeft geoordeeld dat de belangen van [de afnemer] bij voortzetting van de leveringen zwaarwegend zijn, gezien de lange duur van de handelsrelatie en de afhankelijkheid van [de afnemer] van de producten van [de producent].