Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[verzoeker1]2. [verzoekster2]
die hoger beroep hebben ingesteld
en bij de kantonrechter optraden als verzoekers
hierna: samen [verzoeker1] c.s. en ieder afzonderlijk [verzoeker1 en verzoekster2]
advocaat mr. A.C. de Kanter
en bij de kantonrechter optrad als verweerster
hierna: de Hoofd-VvE
advocaat mr. W.M. Janse.
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- het beroepschrift met bijlagen
- het verweerschrift met bijlagen
- het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling die op 13 november 2023 is gehouden.
2.De motivering van de beslissing
“Artikel 221. Iedere op. aan-, onder- of bijbouw zonder voorafgaande toestemming van de vergadering is verboden. (...)
“Het reglement van ondersplitsing wordt gewijzigd en/of aangevuld als volgt:
2.7. Eind 2018 heeft [verzoeker1] c.s. glazen schuifpanelen laten plaatsen rondom het zitgedeelte van zijn dakterras. Daarna is discussie ontstaan over de vraag of [verzoeker1] c.s. voor het plaatsen van de glazen schuifpanelen toestemming had moeten krijgen van de Hoofd-VvE.
nietig, wanneer het in strijd met de wet, statuten en/of splitsingsakte is genomen, tenzij uit de wet iets anders voortvloeit (artikel 2:15 in verbinding met artikel 5:124 en artikel 5:129 BW). Een dergelijk besluit is
vernietigbaarwanneer het is in strijd met wettelijke of statutaire bepalingen die de totstandkoming van een besluit regelen dan wel met de redelijkheid en billijkheid die door artikel 2:8 BW worden geëist of met een reglement (artikel 2:15 BW in verbinding met artikel 5:130 BW). Artikel 2:8 lid 1 BW bepaalt voor gevallen als dit dat de VvE en degenen die krachtens de wet en de statuten bij haar organisatie zijn betrokken (de vergadering van eigenaars, het bestuur en de leden) zich tegenover elkaar moeten gedragen naar de eisen van redelijkheid en billijkheid. Van vernietigbaarheid van een besluit is sprake als een besluit naar inhoud of totstandkoming in strijd is met de genoemde gedragsregel. Het is een marginale toets. De toetsingsmaatstaf voor de rechter voor de inhoud van het besluit is of de algemene ledenvergadering van de Hoofd-VvE bij afweging van alle bij het besluit betrokken belangen in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen.
3.De conclusie
4.De beslissing
€ 264,-) en