Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
(€ 10.850,58 - € 3.218,53) aan schadevergoeding van [geïntimeerde] voor de meerkosten die hij heeft moeten maken voor het door een derde laten leveren en monteren van de door [geïntimeerde] niet geleverde dakkapelkozijnen. [geïntimeerde] heeft hiertegen geen verweer gevoerd, zodat de vordering in beginsel zal worden toegewezen. [appellant] heeft echter geen dakkapelkozijnen met HR++ glas laten leveren en plaatsen door een derde, maar dakkapelkozijnen met HR+++ glas, waar volgens de offerte van [geïntimeerde] een bedrag van
€ 5.532,23 (€ 3.218,53 + meerprijs € 2.313,70) mee gemoeid zou zijn. Het hof zal de vordering van [appellant] aan schadevergoeding daarom toewijzen voor zover het de meerkosten betreft die [appellant] heeft moeten maken voor het door een derde - in plaats van [geïntimeerde] - laten leveren en monteren van dakkapelkozijnen met HR +++ glas, namelijk
(€ 10.850,58 - € 3.218,53 - € 2.313,70) € 5.318,70.
4.De beslissing
11 juni 2024.