Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van de procedure bij het hof
1.2 Vervolgens hebben heeft [geïntimeerde] een memorie na enquête genomen, waarna [appellant] een antwoordmemorie na enquête heeft genomen.
1.3 Ten slotte heeft het hof op verzoek van partijen een datum vastgesteld waarop arrest zal worden gewezen.
2.De verdere beoordeling van het geschil
2.2 Na dit tussenarrest zijn getuigen gehoord. Het hof is van oordeel dat ook met de verklaringen van deze getuigen het bewijs nog niet is geleverd. Dat betekent dat de vorderingen van [geïntimeerde] , die erop neerkomen dat [appellant] zijn schade moet vergoeden, niet toewijsbaar zijn. Het hof zal dit oordeel hierna uitleggen.