ECLI:NL:GHARL:2024:3855

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
11 juni 2024
Publicatiedatum
11 juni 2024
Zaaknummer
200.299.326/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onafhankelijkheid en onpartijdigheid van deskundigenrapport in civiele procedure

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, staat de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van een deskundigenrapport centraal. De zaak betreft een geschil tussen twee partijen over een lekkend dak van een woonboerderij die in februari 2017 is gekocht. De appellanten hebben in eerste aanleg herstelkosten gevorderd, maar de deskundige die door het hof was benoemd, heeft in zijn rapport niet alle vragen van het hof afzonderlijk beantwoord. Tijdens een mondelinge behandeling op 22 mei 2024 heeft het hof de deskundige bevraagd over zijn rapport. De geïntimeerden hebben betoogd dat de deskundige niet onafhankelijk was, wat het hof aanleiding gaf om het rapport niet bij zijn oordeel te betrekken. Het hof oordeelt dat de deskundige de schijn heeft gewekt van een persoonlijk belang bij de uitkomst van zijn rapport, wat zijn onafhankelijkheid in twijfel trekt. Het hof besluit een nieuwe deskundige te benoemen en houdt verdere beslissingen aan in afwachting van het nieuwe deskundigenbericht. De zaak is verwezen naar de rol voor een akte van beide partijen over de te benoemen deskundige.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden, afdeling civiel
zaaknummer gerechtshof 200.299.326/01
zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 200208
arrest van 11 juni 2024
in de zaak van

1.[appellante] ,

2. [appellant],
die wonen in [woonplaats1] ,
die hoger beroep hebben ingesteld,
en bij de rechtbank optraden als eisers,
hierna:
[appellanten],
advocaat: mr. P.R.W. Richter te Rotterdam,
tegen

1.[geïntimeerde1] ,

2. [geïntimeerde2],
die wonen in [woonplaats2] ,
en bij de rechtbank optraden als gedaagden,
hierna:
[geïntimeerden],
advocaat: mr. A.C. Winter te Groningen.

1.Het verloop van de procedure in hoger beroep

1.1
Naar aanleiding van het tussenarrest van 26 maart 2024 heeft op 22 mei 2024 een mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarbij de door het hof benoemde deskundige is verschenen om een toelichting te geven op het door hem opgestelde deskundigenrapport.
1.2
Van de mondelinge behandeling is proces-verbaal opgemaakt dat aan het dossier is gevoegd. Hierna hebben partijen het hof gevraagd opnieuw arrest te wijzen.

2.De beoordeling door het hof

Eiswijziging [appellanten]
2.1
hebben in hun memorie na deskundigenbericht hun eis gewijzigd. In eerste aanleg hebben zij als herstelkosten gevorderd een bedrag van € 84.997,77. Deze eis hebben zij in de memorie van grieven vermeerderd met een bedrag van € 2.527,39 voor de door hen uitgevoerde noodreparaties aan het dak. In de memorie na deskundigenbericht vermeerderen zij hun eis conform het door de deskundige in zijn rapport begrote kosten voor het herstel van het dak van in totaal € 109.058,76 (incl. btw) plus de hiervoor genoemde kosten van € 2.527,39.
2.2
[geïntimeerden] hebben geen bezwaar gemaakt tegen deze laatste eiswijziging, zij hebben uitsluitend de hoogte van de begrote schade betwist. Het hof zal dan ook recht doen op de gewijzigde eis.
Wat er aan dit arrest voorafging
2.3
In deze zaak gaat het om een lekkend dak van de door [appellanten] van [geïntimeerden] in februari 2017 gekochte woonboerderij. Vraag is of de boerderij ten tijde van de eigendomsoverdracht geschikt was voor normaal gebruik als woonhuis. Tussen partijen is niet in geschil dat er in november 2017 lekkages zichtbaar waren. Wel verschillen zij van mening over de oorzaak en de ernst van die lekkages. Ter beoordeling van de gerezen vragen heeft het hof in het tussenarrest van 13 december 2022 [1] een deskundigenbericht gelast en in het tussenarrest van 25 april 2023 [2] de heer [de deskundige] van [naam1] benoemd als deskundige.
2.4
Op 14 juli 2023 heeft de deskundige zijn deskundigenrapport uitgebracht. Vervolgens hebben [appellanten] op 14 november 2023 een memorie na deskundigenbericht (met vermeerdering van eis) genomen en hebben [geïntimeerden] op 2 januari 2024 een antwoordmemorie na deskundigenbericht genomen.
2.5
Het hof heeft vastgesteld dat de deskundige in zijn rapport de door het hof geformuleerde vragen (deels) heeft geherformuleerd en niet iedere door het hof geformuleerde vraag afzonderlijk en concreet heeft beantwoord. Het hof heeft daarom een nieuwe mondelinge behandeling gelast en de deskundige daarbij opgeroepen om een toelichting te geven op zijn rapport. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de deskundige antwoord gegeven op vragen van het hof en partijen en een nadere toelichting en uitleg gegeven.
Onafhankelijkheid van de deskundige
2.6
In hun antwoordmemorie na deskundigenbericht hebben [geïntimeerden] zich op het standpunt gesteld dat de deskundige niet onafhankelijk en onpartijdig is geweest in de manier waarop hij zijn onderzoek heeft verricht, althans dat sprake is van de schijn daarvan. [geïntimeerden] verbinden hieraan de conclusie dat het hof het rapport van de deskundige niet kan meenemen in de beoordeling en dat dit betekent dat [appellanten] niet zijn geslaagd in hun bewijslevering en de vorderingen moeten worden afgewezen.
2.7
[appellanten] hebben zich – voor zover van belang – op het standpunt gesteld dat zij de wijze waarop de deskundige zijn werk heeft verricht graag anders hadden gezien, maar dat het hof het deskundigenrapport bij het oordeel kan betrekken.
2.8
Het hof acht neemt het volgende in aanmerking. De deskundige heeft op pagina 46 van zijn rapport herstelwerkzaamheden geadviseerd en bij dat advies opgenomen een nacontrole te laten uitvoeren door [naam1] , het bedrijf waarvan de deskundige [de deskundige] directeur is. Verder heeft de deskundige op pagina 49 van het rapport het volgende opgenomen:
Begeleiding, controle en oplevering:
[naam1] BV kan voor u de werkzaamheden begeleiden.
Het doel zal zijn, alle werkzaamheden uit te laten voeren die noodzakelijk zijn om te komen tot een acceptabel of schadevrij geheel. Alle geadviseerde werkzaamheden, of zaken die tijdens de werkzaamheden naar voren komen worden met opdrachtgevers besproken voordat uitvoerende firma ook deze extra werkzaamheden zal uitvoeren. Uitvoerende firma zal zelf de communicatie verzorgen naar opdrachtgevers.
Wij geven uiteraard per dag aan via de mail, welke mogelijke zaken dit zijn. In sommige gevallen wordt ervoor gekozen om andere werkzaamheden of maatregelen te treffen bijvoorbeeld als dit goedkoper is of makkelijker werkt.
Door het werk te controleren en dagelijks ter plaatse aanwezig te zijn, nemen wij u werk uit handen en kunt u ervan uitgaan dat alle noodzakelijke werkzaamheden worden nageleefd en volgens rapportage puntsgewijs worden nagelopen.
Na gereedkomen van het werk kunnen wij een oplevering verzorgen, waarbij wij een opleverringsticker in de meterkast plaatsen, waarop staat vermeld wie de werkzaamheden heeft verricht, de controle data en oplevering van het werk.
[naam1] kan in de garantieperiode van uitvoerende partij controles uitvoeren, zo weet u zeker
dat alles onder controle is of gehouden kan worden.
Wij kunnen u hiervoor een offerte doen toekomen.”
2.9
Naar aanleiding van het concept-rapport heeft de deskundige partijen in de gelegenheid gesteld tot het maken van opmerkingen en het stellen van vragen. Mr. Winter heeft in een brief van 4 oktober 2023 onder meer de volgende vraag gesteld:
“In uw rapportage heeft u meerdere keren aangegeven dat u/ [naam1] onafhankelijk en onpartijdig is en u geen belang heeft bij de uitkomst van het onderzoek. Op pagina 46 heeft u echter als advies gegeven om [naam1] een nacontrole te laten uitvoeren en op pagina 49 heeft u aangegeven dat [naam1] de door u geadviseerde werkzaamheden kan begeleiden. Hiervoor kunnen de heer en mevrouw [appellanten] , want dat is de partij die de werkzaamheden dan zal laten uitvoeren, een offerte van [naam1] ontvangen. Kunt u toelichten waarom u dan van mening bent dat u/ [naam1] geen belang heeft bij de uitkomst van het onderzoek?”
2.1
Op deze vraag heeft de deskundige in zijn brief van 16 oktober 2023 het volgende geantwoord:
“Wij hebben aangegeven dat wij de werkzaamheden eventueel kunnen begeleiden.
Dit doen wij vaker, en is bedoeld om er voor partijen zeker van te zijn dat de werkzaamheden op de juiste wijze of acceptabele wijze worden verricht.
Dat wij voor begeleidingswerkzaamheden kosten berekenen is omdat wij ook voor onze tijd en adviezen betaald wensen te worden, dit is namelijk ons werk.
Als wij er inderdaad baat bij hadden om iets te vinden dan waren wij niet onafhankelijk. [naam1] voert geen werkzaamheden uit qua herstel of bestrijding, maar voert onderzoek uit waarna een rapportage wordt opgesteld.
Een uitvoerende partij zou daarbij meer werkzaamheden adviseren, omdat daar ook meer geld mee te verdienen valt. Een uitvoerende partij maakt daarbij een offerte op, wij maken een rapportage op, waarbij wij naast een advies, ook de kosten voor een advies op wensen te geven.”
2.11
Als gezegd heeft het hof ter zitting van 22 mei 2024 de deskundige bevraagd over de inhoud van zijn rapport. Mr. Winter heeft ter zitting haar bezwaren op het punt van de (on)afhankelijkheid van de deskundige gehandhaafd.
2.12
Het voorgaande in ogenschouw nemend komt het hof tot het oordeel dat de uitlatingen van de deskundige in zowel zijn rapport als in zijn brief van 16 oktober 2023 ruimte voor twijfel geven met betrekking tot zijn onafhankelijkheid en onpartijdigheid in deze zaak. De deskundige heeft de schijn gewekt dat hij er persoonlijk belang bij heeft zowel dat er herstelwerkzaamheden aan het dak moeten worden uitgevoerd als bij de omvang van die werkzaamheden. Immers, hoe meer herstelwerkzaamheden er aan het dak moeten worden verricht, hoe langer de door [naam1] uit te voeren nacontrole zal duren. In dit licht is ook van belang dat de deskundige in zijn rapport heeft vermeld dat zolang de herstelwerkzaamheden worden uitgevoerd hij dagelijks ter plaatse zal zijn. Ter zitting heeft de deskundige aangegeven dat herstel van het dak aan de noordzijde zeker drie tot vier weken in beslag zal nemen, uitgaande van uitvoering door twee man. Nu de deskundige tevens heeft genoemd dat hij voor zijn tijd en werkzaamheden betaald wenst te worden, volgt dat de deskundige (althans indirect via zijn vennootschap [naam1] ) een commercieel belang heeft bij de uitkomst van zijn deskundigenrapportage. Hij is daarmee niet zonder meer als onafhankelijk en onpartijdig te beschouwen, zoals wel van hem verwacht mocht worden. De toelichting van de deskundige ter zitting heeft die indruk niet weggenomen.
2.13
Het hof zal het deskundigenrapport van [de deskundige] gelet op het voorgaande niet bij zijn beoordeling van de zaak betrekken. Maar anders dan [geïntimeerden] aanvoeren, kan dit niet nu al de conclusie rechtvaardigen dat [appellanten] niet in hun bewijslevering zijn geslaagd. Dat het rapport onvoldoende onafhankelijk tot stand is gekomen, is immers niet aan hen te wijten en komt niet voor hun rekening. Het hof zal daarom – onder handhaving van de vragen – een nieuwe deskundige benoemen.
2.14
Het hof zal beide partijen in de gelegenheid stellen zich bij gelijktijdig te nemen akte uit te laten over de persoon, hoedanigheid en relevante kwaliteiten van de te benoemen deskundige, zijn bereikbaarheid (adressen, telefoonnummers en e-mailadressen), de marges waarbinnen het loon van de deskundige mag of moet liggen en de verdere (algemene) voorwaarden waaronder de opdracht aan de deskundige zou moeten worden verstrekt.
Hierbij verzoekt het hof partijen – mede gelet op de voortgang van de procedure – met elkaar in overleg te treden over de persoon van de te benoemen deskundige en gezamenlijk een deskundige voor te dragen. Mochten partijen daarin niet slagen dan verzoekt het hof partijen in hun, tevoren kruislings aan elkaar toe te zenden, akten in te gaan op de door de wederpartij voor te dragen persoon en op eventuele bezwaren tegen benoeming van bepaalde personen.
2.15
In afwachting van het deskundigenbericht wordt iedere verdere beslissing aangehouden.

3.De beslissing

Het hof:
3.1
verwijst de zaak hiertoe naar de rol van
dinsdag 9 juli 2024voor een akte door beide partijen zoals genoemd in r.o. 2.14;
3.2
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. I. Tubben, R.A. Boon en mr. G. van Rijssen, en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op
11 juni 2024.