[verweerder] heeft een uiteenzetting gegeven van de wijze waarop Spaar Select in zijn geval heeft bemiddeld bij de totstandkoming van de overeenkomst onder “A. Feiten in deze zaak” van de inleidende dagvaarding. De stellingen van [verweerder] komen, samengevat, op het volgende neer. [verweerder] werd door Spaar Select ongevraagd telefonisch benaderd. De medewerker van Spaar Select stelde voor om een afspraak te maken voor een huisbezoek om de financiële situatie van [verweerder] door te nemen met een financieel adviseur van Spaar
Select. [verweerder] heeft hiermee ingestemd. Zijn partner was hierbij aanwezig. Tijdens het eerste gesprek heeft de adviseur van Spaar Select, de heer [de adviseur van Spaar Select] (hierna te noemen: de adviseur), geïnformeerd naar de wensen en de financiële situatie van [verweerder] . Met de adviseur is gesproken over de wens van [verweerder] om de lasten van de studiekosten van zijn studerende kinderen te verlagen. De adviseur gaf aan dat dit mogelijk was en adviseerde [verweerder] om een Capital Effect product van Bank Labouchere af te sluiten. [verweerder] diende hiervoor de overwaarde op zijn woning op te nemen middels een derde hypothecaire lening en deze onder meer aan te wenden voor de vooruitbetaling van het Capital Effect product. Volgens de adviseur zou [verweerder] op deze wijze de studiekosten van zijn kinderen kunnen financieren. De adviseur onderbouwde zijn verhaal door middel van meerdere rekenvoorbeelden, met verschillende rendementen (productie B bij de dagvaarding eerste aanleg). Volgens de adviseur mocht [verweerder] ten minste rekenen op koersstijgingen van 12,50 % per jaar. Hij zou één en ander op papier gaan zetten en op een later moment terugkomen. De adviseur heeft vervolgens een financieel plan opgesteld (productie C bij de dagvaarding eerste aanleg), waarin specifiek het Capital Effect product aan [verweerder] werd aangeraden. Dit plan heeft hij in een tweede gesprek toegelicht. In dit persoonlijk financieel plan heeft de adviseur toegelicht en op papier gezet op welke wijze de studiekosten van de kinderen van [verweerder] kon worden gefinancierd. De adviseur adviseerde [verweerder] om een derde hypotheek af te sluiten van NLG 200.000,-. Deze hypotheek diende uit twee delen te bestaan; een aflossingsvrij deel en een deel als krediethypotheek. Er diende een
krediethypotheek van NLG 98.000,- te worden afgesloten. [verweerder] kon hieruit
maandelijks geld uit onttrekken om de studiekosten van de kinderen te financieren en om,
samen met het dividend dat [verweerder] vanuit het Capital Effect zou ontvangen, de
hypotheekkosten van de derde hypotheek te voldoen. Daarnaast diende [verweerder] van
het aflossingsvrije deel NLG 96.000,- te reserveren voor de vooruitbetaling van het
Capital Effect product. Het Capital Effect product was bedoeld om de afgesloten hypotheek na vijf jaar te kunnen aflossen. Volgens het plan zou na vijf jaar een bedrag van NLG 166.263,- vrijkomen, waarmee [verweerder] de afgesloten hypotheek kon aflossen.
Het aanmeldformulier voor het Capital Effect is tijdens dit gesprek in orde gemaakt. Vervolgens is het contract bij een derde huisbezoek ondertekend. De hypotheek is via Spaar Select bij de Postbank afgesloten en verhoogd voor bijna NLG 200.000,-. Daarvan is ruim NLG 91.000; gereserveerd voor de krediethypotheek. [verweerder] heeft het advies opgevolgd en is de overeenkomsten met Dexia aangegaan, aldus [verweerder] . [verweerder] heeft ter onderbouwing verwezen naar voornoemde rekenvoorbeelden en het Persoonlijk Financieel Plan, alsmede hypotheekstukken (productie D bij de inleidende dagvaarding).