ECLI:NL:GHARL:2024:3557

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
28 mei 2024
Publicatiedatum
27 mei 2024
Zaaknummer
21-002094-21
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak bedreiging ex art. 285 Sr door het plaatsen van pamfletten en/of borden met teksten over asbest en veroordeling meermalen medeplegen dwang i.d.z.v. art. 284 Sr

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 mei 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte was eerder vrijgesproken van bedreiging, maar werd wel veroordeeld voor meermalen medeplegen van dwang. De zaak betreft het versturen van dreigbrieven aan verschillende bedrijven die betrokken waren bij de bouw van windmolenparken in de provincies Groningen en Drenthe. De verdachte en zijn medeverdachte hebben een zwartboek opgesteld waarin bedrijven werden bedreigd met nare consequenties als zij hun werkzaamheden niet zouden staken. Het hof oordeelde dat de inhoud van de brieven en het zwartboek de evidente strekking had om de ontvangers te dwingen hun werkzaamheden te stoppen. De verdachte werd veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden. De rechtbank had eerder een gevangenisstraf van twaalf maanden opgelegd, waarvan zes maanden voorwaardelijk, maar het hof matigde de straf vanwege overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De vorderingen van benadeelde partijen werden deels toegewezen en deels niet-ontvankelijk verklaard.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002094-21
Uitspraak d.d.: 28 mei 2024
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 16 april 2021 met parketnummer 18-950015-19 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1958,
wonende te [woonplaats] , [adres] .

Het hoger beroep

De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 9 februari 2023, 23 april 2024 en 28 mei 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering (Sv), het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. T. van der Goot, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank heeft verdachte bij het vonnis waartegen het hoger beroep is gericht, vrijgesproken van de feiten 2 en 5 van de tenlastelegging en ter zake van de feiten 1 primair, 3 en 4 veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. Verder heeft de rechtbank de vorderingen van de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard.
Het hof zal het vonnis, waartegen het hoger beroep is gericht, vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1. primair
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2019 tot en met 13 juni 2019, in de gemeente( n ) [gemeente 1] en/of [gemeente 2] en/of overige plaatsen in Nederland, althans in Nederland, en/of in Duitsland , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (een) ander(en) en/of (een) derde( n ), te weten (een of meer medewerkers/eigenaren/directieleden van) de hieronder genoemde bedrijven/ondernemingen en/of personen:
- [onderneming 1] te [locatie onderneming 1] , en/of
- [onderneming 2] te [locatie onderneming 2] , en/of
- [onderneming 3] te [locatie onderneming 3] , en/of
- [onderneming 4] te [locatie onderneming 4] , en/of
- [onderneming 5] te [locatie onderneming 5] , en/of
- [onderneming 6] te [locatie onderneming 6] , en/of
- [onderneming 7] te [locatie onderneming 7] , en/of
- [onderneming 8] te [locatie onderneming 8] , en/of
- [onderneming 9] te [locatie onderneming 9] , en/of
- [onderneming 10] te [locatie onderneming 10] , en/of
- [onderneming 11] te [locatie onderneming 11] , en/of
- [onderneming 12] B.V. en/of [onderneming 12] te [locatie onderneming 12] , en/of
- [onderneming 13] te [locatie onderneming 13] , en/of
- [onderneming 14] te [locatie onderneming 14] , en/of
- [onderneming 15] te [locatie onderneming 15] ,
(telkens) door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen (een of meer medewerkers/eigenaren/directieleden van) de hierboven genoemde bedrijven/ondernemingen en/of personen en/of (een) derde( n ), wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen en/of te dulden,
te weten (zakelijk weergegeven) het stoppen met werkzaamheden en/of faciliteren ten behoeve van het bouwen en/of voorbereiden van de bouw van een windmolenpark Windpark De Drentse Monden en Oostermoer en/of Windpark N33 , één of meer (dreig)brieven, een zogenaamde "Zwartboek" met tekst, heeft/hebben geschreven en/of doen schrijven en/of verzonden en/of doen verzenden aan de hierboven genoemde bedrijven/ondernemingen en/of personen, met (onder meer) de volgende tekst(en):
a.
"Aan de directie
Bij deze doen wij u het zwartboek toekomen en verklaren u en uw onderneming/organisatie vogelvrij.
U moet rekening houden met zeer onaangename ervaringen voor u en uw personeel en dat op al uw projecten, dus ook reeds gerealiseerde projecten, waar ook gevestigd.
Dit heeft u te danken aan de tomeloze drift van uw onderneming/organisatie om zich te verrijken over de rug van de bevolking en het verwoesten van onze leefomgeving.
De door u ingehuurde bedrijven hebben de mogelijkheid om zich te ontdoen van een vermelding in ons zwartboek.
U kunt de schade beperken door de bevolking verder met rust te laten. Dan zullen wij in het zwartboek geen namen van het personeel vermelden. Zoals in een eerder schrijven aan u gericht (de privacybrief) hebben we al aangegeven goed op de hoogte te zijn.
Uw personeels en directie gegevens zijn bij ons bekend. Hier zijn wij tot op heden zeer discreet mee omgegaan, maar of dat zo blijft, is aan u.
[naam 12] ",
en/of
b.
"Bij deze ontvangt u dit zwartboek, althans de omslag met inleiding van een boek dat de komende tijd vorm gaat krijgen. U en uw onderneming hebben een plek gevonden in het zwartboek, omdat u/de onderneming/organisatie actief deelneemt aan de realisatie van windparken in [gemeente 2] en/of [gemeente 1] .
Inleiding
Wij, de door de overheid en initiatiefnemers van windparken, belazerde, belaagde, bedreigde en tot nu toe als uitschot behandelde burgers uit [gemeente 2] en [gemeente 1] , mannen en vrouwen, vaders en moeders, opa's en oma's, van hoog tot laag opgeleid. Kort gezegd: [naam 12] .
Wij gaan er voor zorgen dat de vermelding in het zwartboek voor u en uw onderneming een zwarte bladzijde wordt in uw leven en dat van de onderneming/organisatie.
Wij gaan optreden tegen iedereen die wil profiteren van onze ellende. De motivatie daarvoor vanuit de bevolking zal alleen maar toenemen naarmate de plannen vorderen. Maar voor wij dat gaan doen gaat u eerst, het over onze rug verdiende, geld uitgeven aan beveiliging.
Let op! Daar waar wij een gaatje vinden en het de moeite waard vinden zullen wij gebruik maken van de gelegenheid om u het leven zuur te maken. Wij gaan rustig uitzoeken wat de zwakke plekken zijn binnen uw onderneming/organisatie.
We nemen daar alle tijd voor.
Net als u denkt: het waait wel over, dan zijn wij er weer.
Behandelingen zijn te verwachten op alle locaties, waar dan ook. Dit houdt in dat uw klanten zich moeten realiseren dat met u in zee gaan kan betekenen dat ze voor onaangename verrassingen kunnen komen te staan. Dus niet enkel op windpark werklocaties.
De volgende hoofdstukken zullen behandeld worden.
Waar is het mee begonnen. Hoe kwamen de windparklocaties in beeld. De beide provinciebesturen die zich totaal incompetent hebben getoond. De dubieuze rollen die (ex) gedeputeerden hebben gespeeld waarbij het aan machtsmisbruik en corruptie niet ontbreekt. [naam ambtenaar] , tussen de boeren en op de tribune bij de RvS. Daar begint zijn verhaal nog maar mee.
[naam politicus 1] , die [onderneming 26] rijkelijk bediende. [naam bestuurder] , die zijn Duitse vrienden van [onderneming 12] een riante positie gaf bij de N33 toen hij zijn kans schoon zag. Over [naam politicus 2] maar te zwijgen, al gaan we dat zeker niet doen. O ja, gedeputeerde [naam politicus 3] , bijna vergeten omdat niemand haar echt serieus neemt.
Onrecht naar de burgers.
Vele onzekerheden voor het bedrijfsleven. Hoe wordt de afrekening van de burgers uitgevoerd. Onzekere financiële posities van opdrachtgevers. Want welke financier steekt zijn geld in een wespennest?
De rol van overheid/EZ. Het ondermijnen van het draagvlak voor de energietransitie door het wangedrag van de overheid, de ministers en natuurlijk [naam 3] , de klokkenluider van EZ.
De blunder van [naam organisatie 1] . Ziet blijkbaar haar eigen rol en kwetsbaarheid niet met de duizenden hoogspanningsmasten die zij in Nederland en Duitsland onder beheer hebben. Vanaf nu bij iedere mast een bewaker?
De windboeren. Vroeger hereboer, 10 jaar geleden agrariër en nu paria. Projectontwikkelaars, met onder andere, de Duitse bezetting van [naam dorp 2] en omstreken door [onderneming 12] / [onderneming 12] .
[naam 4] , hoe één persoon ( [naam 5] ) zo' n 100 miljoen aan eigen vermogen bij elkaar wist te harken met het innen van subsidiegeld voor windmolens.
De nauwe relatie tussen [naam organisatie 2] en [naam bank] .
Banken. Het onderwater drukken van verstrekte hypotheken aan huiseigenaren in de windparkregio's, waaraan met name [naam bank] zich ook schuldig aan maakt. Ook andere financiële instellingen gaan niet vrijuit en zullen zeker vermeld worden.
Lijst van ondernemingen/organisaties die geprofiteerd hebben van onze ellende. Compleet met namen, adressen en telefoonnummers van eigenaren, directieleden en aandeelhouders.
Actiegroepen.
Media aandacht.
Het uiteindelijke failliet van de windparken in beide provincies.
Advies hoe hiermee om te gaan.
We raden u aan een spiegel te kopen. Een spiegel die u voor allerlei zaken nodig zult hebben. Onder andere om nekklachten te voorkomen. U zult immers constant achterom moeten kijken als u zich op straat begeeft. Of om er eens recht in te kijken en uzelf de vraag te stellen: is dit wat mij en de onderneming/organisatie boven het hoofd hangt het wel waard? Als het antwoord nee is, laat u dat in een persverklaring weten. Als dat duidelijk wordt gedaan zal uw bladzijde uit het boek verwijderd worden. Het verwijderen van bladzijden uit dit boek geldt alleen voor ondernemingen die tot inkeer komen. Te denken aan: aannemers, onderaannemers, transporteurs, adviesbureaus, bewaking, verkeersregelaars, verhuurbedrijven, toeleveranciers, etc.
Bedenk wel: U verdiend uw geld aan ons verdriet.
Dit zwartboek is ook gericht aan een ieder die zich aangesproken voelt, maar deze nog niet van ons heeft ontvangen.",
en/of
c.
"Aan de directie.
Aanvulling op het zwartboek die u onlangs heeft ontvangen.
Voor uw onderneming willen we het volgende onder de aandacht brengen.
Stelt u zich eens voor dat uw handelsvoorraad (zand, grind, bergen en putten) besmet blijkt te zijn met asbest. Wat voor gevolgen heeft dat dan voor uw onderneming.
Wij denken desastreus.
Als u asbest aantreft kunt u natuurlijk proberen dat onder de mat te vegen, maar daar steken wij dan een stokje voor, omdat wij alle benodigde instanties zullen inlichten over de bij u ontstane situatie.
Waarschuw uw collega bedrijven, omdat het voor ons lastig is om van alle zand/grind locaties vast te stellen wie de eigenaar is.
Realiseert u zich dat u door uw handelen ook bedrijven mee naar de afgrond sleept die zich niet wensen te verrijken aan ons verdriet en ellende.
Ons inziens hebben wij u nu voldoende gewaarschuwd.
[naam 12] ",
terwijl de uitvoering van dit voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
1. Subsidiair
[medeverdachte] en/of één of meer onbekend gebleven personen in of omstreeks de periode van 1 mei 2019 tot en met 13 juni 2019, in de gemeente( n ) [gemeente 1] en/of [gemeente 2] en/of overige plaatsen in Nederland, althans in Nederland, en/of in Duitsland , ter uitvoering van het door die [medeverdachte] en/of één of meer onbekend gebleven personen voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (een) ander(en) en/of (een) derde( n ), te weten (een of meer medewerkers/eigenaren/directieleden van) de hieronder genoemde bedrijven/ondernemingen en/of personen:
- [onderneming 1] te [locatie onderneming 1] , en/of
- [onderneming 2] te [locatie onderneming 2] , en/of
- [onderneming 3] te [locatie onderneming 3] , en/of
- [onderneming 4] te [locatie onderneming 4] , en/of
- [onderneming 5] te [locatie onderneming 5] , en/of
- [onderneming 6] te [locatie onderneming 6] , en/of
- [onderneming 7] te [locatie onderneming 7] , en/of
- [onderneming 8] te [locatie onderneming 8] , en/of
- [onderneming 9] te [locatie onderneming 9] , en/of
- [onderneming 10] te [locatie onderneming 10] , en/of
- [onderneming 11] te [locatie onderneming 11] , en/of
- [onderneming 12] B.V. en/of [onderneming 12] te [locatie onderneming 12] , en/of
- [onderneming 13] te [locatie onderneming 13] , en/of
- [onderneming 14] te [locatie onderneming 14] , en/of
- [onderneming 15] te [locatie onderneming 15] ,
(telkens) door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen (een of meer medewerkers/eigenaren/directieleden van) de hierboven genoemde bedrijven/ondernemingen en/of (een) derde( n ), wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen en/of te dulden,
te weten (zakelijk weergegeven) het stoppen met werkzaamheden en/of faciliteren ten behoeve van het bouwen en/of voorbereiden van de bouw van een windmolenpark Windpark De Drentse Monden en Oostermoer en/of Windpark N33 , één of meer (dreig)brieven, een zogenaamde "Zwartboek" met tekst, heeft/hebben geschreven en/of doen schrijven en/of verzonden en/of doen verzenden aan de hierboven genoemde bedrijven/ondernemingen en/of personen, met (onder meer) de volgende tekst(en):
a.
"Aan de directie
Bij deze doen wij u het zwartboek toekomen en verklaren u en uw onderneming/organisatie vogelvrij.
U moet rekening houden met zeer onaangename ervaringen voor u en uw personeel en dat op al uw projecten, dus ook reeds gerealiseerde projecten, waar ook gevestigd.
Dit heeft u te danken aan de tomeloze drift van uw onderneming/organisatie om zich te verrijken over de rug van de bevolking en het verwoesten van onze leefomgeving.
De door u ingehuurde bedrijven hebben de mogelijkheid om zich te ontdoen van een vermelding in ons zwartboek.
U kunt de schade beperken door de bevolking verder met rust te laten. Dan zullen wij in het zwartboek geen namen van het personeel vermelden. Zoals in een eerder schrijven aan u gericht (de privacybrief) hebben we al aangegeven goed op de hoogte te zijn.
Uw personeels en directie gegevens zijn bij ons bekend. Hier zijn wij tot op heden zeer discreet mee omgegaan, maar of dat zo blijft, is aan u.
[naam 12] ",
en/of
b.
"Bij deze ontvangt u dit zwartboek, althans de omslag met inleiding van een boek dat de komende tijd vorm gaat krijgen. U en uw onderneming hebben een plek gevonden in het zwartboek, omdat u/de onderneming/organisatie actief deelneemt aan de realisatie van windparken in [gemeente 2] en/of [gemeente 1] .
Inleiding
Wij, de door de overheid en initiatiefnemers van windparken, belazerde, belaagde, bedreigde en tot nu toe als uitschot behandelde burgers uit [gemeente 2] en [gemeente 1] , mannen en vrouwen, vaders en moeders, opa's en oma's, van hoog tot laag opgeleid. Kort gezegd: [naam 12] .
Wij gaan er voor zorgen dat de vermelding in het zwartboek voor u en uw onderneming een zwarte bladzijde wordt in uw leven en dat van de onderneming/organisatie.
Wij gaan optreden tegen iedereen die wil profiteren van onze ellende. De motivatie daarvoor vanuit de bevolking zal alleen maar toenemen naarmate de plannen vorderen. Maar voor wij dat gaan doen gaat u eerst, het over onze rug verdiende, geld uitgeven aan beveiliging.
Let op! Daar waar wij een gaatje vinden en het de moeite waard vinden zullen wij gebruik maken van de gelegenheid om u het leven zuur te maken. Wij gaan rustig uitzoeken wat de zwakke plekken zijn binnen uw onderneming/organisatie.
We nemen daar alle tijd voor.
Net als u denkt: het waait wel over, dan zijn wij er weer.
Behandelingen zijn te verwachten op alle locaties, waar dan ook. Dit houdt in dat uw klanten zich moeten realiseren dat met u in zee gaan kan betekenen dat ze voor onaangename verrassingen kunnen komen te staan. Dus niet enkel op windpark werklocaties.
De volgende hoofdstukken zullen behandeld worden.
Waar is het mee begonnen. Hoe kwamen de windparklocaties in beeld. De beide provinciebesturen die zich totaal incompetent hebben getoond. De dubieuze rollen die (ex) gedeputeerden hebben gespeeld waarbij het aan machtsmisbruik en corruptie niet ontbreekt. [naam ambtenaar] , tussen de boeren en op de tribune bij de RvS. Daar begint zijn verhaal nog maar mee.
[naam politicus 1] , die [onderneming 26] rijkelijk bediende. [naam bestuurder] , die zijn Duitse vrienden van [onderneming 12] een riante positie gaf bij de N33 toen hij zijn kans schoon zag. Over
[naam politicus 2] maar te zwijgen, al gaan we dat zeker niet doen. O ja, gedeputeerde [naam politicus 3] , bijna vergeten omdat niemand haar echt serieus neemt.
Onrecht naar de burgers.
Vele onzekerheden voor het bedrijfsleven. Hoe wordt de afrekening van de burgers uitgevoerd. Onzekere financiële posities van opdrachtgevers. Want welke financier steekt zijn geld in een wespennest?
De rol van overheid/EZ. Het ondermijnen van het draagvlak voor de energietransitie door het wangedrag van de overheid, de ministers en natuurlijk [naam 3] , de klokkenluider van EZ.
De blunder van [naam organisatie 1] . Ziet blijkbaar haar eigen rol en kwetsbaarheid niet met de duizenden hoogspanningsmasten die zij in Nederland en Duitsland onder beheer hebben. Vanaf nu bij iedere mast een bewaker?
De windboeren. Vroeger hereboer, 10 jaar geleden agrariër en nu paria.
Projectontwikkelaars, met onder andere, de Duitse bezetting van [naam dorp 2] en omstreken door [onderneming 12] / [onderneming 12] .
[naam 4] , hoe één persoon ( [naam 5] ) zo' n 100 miljoen aan eigen vermogen bij elkaar wist te harken met het innen van subsidiegeld voor windmolens.
De nauwe relatie tussen [naam organisatie 2] en [naam bank] .
Banken. Het onderwater drukken van verstrekte hypotheken aan huiseigenaren in de windparkregio's, waaraan met name [naam bank] zich ook schuldig aan maakt. Ook andere financiële instellingen gaan niet vrijuit en zullen zeker vermeld worden.
Lijst van ondernemingen/organisaties die geprofiteerd hebben van onze ellende. Compleet met namen, adressen en telefoonnummers van eigenaren, directieleden en aandeelhouders.
Actiegroepen.
Media aandacht.
Het uiteindelijke failliet van de windparken in beide provincies.
Advies hoe hiermee om te gaan.
We raden u aan een spiegel te kopen. Een spiegel die u voor allerlei zaken nodig zult hebben. Onder andere om nekklachten te voorkomen. U zult immers constant achterom moeten kijken als u zich op straat begeeft. Of om er eens recht in te kijken en uzelf de vraag te stellen: is dit wat mij en de onderneming/organisatie boven het hoofd hangt het wel waard? Als het antwoord nee is, laat u dat in een persverklaring weten. Als dat duidelijk wordt gedaan zal uw bladzijde uit het boek verwijderd worden. Het verwijderen van bladzijden uit dit boek geldt alleen voor ondernemingen die tot inkeer komen. Te denken aan: aannemers, onderaannemers, transporteurs, adviesbureaus, bewaking, verkeersregelaars, verhuurbedrijven, toeleveranciers, etc.
Bedenk wel: U verdiend uw geld aan ons verdriet.
Dit zwartboek is ook gericht aan een ieder die zich aangesproken voelt, maar deze nog niet van ons heeft ontvangen.",
en/of
c.
"Aan de directie.
Aanvulling op het zwartboek die u onlangs heeft ontvangen.
Voor uw onderneming willen we het volgende onder de aandacht brengen.
Stelt u zich eens voor dat uw handelsvoorraad (zand, grind, bergen en putten) besmet blijkt te zijn met asbest. Wat voor gevolgen heeft dat dan voor uw onderneming.
Wij denken desastreus.
Als u asbest aantreft kunt u natuurlijk proberen dat onder de mat te vegen, maar daar steken wij dan een stokje voor, omdat wij alle benodigde instanties zullen inlichten over de bij u ontstane situatie.
Waarschuw uw collega bedrijven, omdat het voor ons lastig is om van alle zand/grind locaties vast te stellen wie de eigenaar is.
Realiseert u zich dat u door uw handelen ook bedrijven mee naar de afgrond sleept die zich niet wensen te verrijken aan ons verdriet en ellende.
Ons inziens hebben wij u nu voldoende gewaarschuwd.
[naam 12] . ",
terwijl de uitvoering van dit voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
bij en/of tot het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte, op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 13 juni 2019, in de gemeente( n ) [gemeente 1] en/of [gemeente 2] en/of [locatie onderneming 11] , in elk geval in Nederland, en/of in Duitsland , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door (telkens)
. een USB-stick, waarop de tekst van genoemde één of meer (dreig)brieven stond, ter beschikking te stellen, en/of
. een USB-stick, waarop genoemde één of meer (dreig)brieven stonden, in ontvangst te nemen en/of (vervolgens) te bezorgen/leveren aan een of meer ander(en) en/of een drukker, te weten [naam 6] , en/of
. nadat die [naam 6] die één of meer (dreig)brieven had gedrukt deze op te (laten) halen, en/of
. die [naam 6] voor het drukken van die één of meer (dreig)brieven te (laten) betalen, en/of
. het adressen aan te (laten) leveren waar die één of meer (dreig)brieven bezorgd moesten worden, en/of
. (vervolgens) die één of meer (dreig)brieven af te leveren aan één of meer anderen, en/of
. één of meer genoemde (dreig)brieven (in of vanuit Duitsland ) te (laten) verzenden naar de hierboven genoemde bedrijven/ondernemingen en/of personen;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2019 tot en met 8 april 2019, in de gemeente( n ) [gemeente 1] en/of [gemeente 2] en/of [gemeente 3] , althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf, om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (een of meer medewerkers/eigenaren/directieleden van) [onderneming 2] en/of [onderneming 2] , door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen (een of meer medewerkers/eigenaren/directieleden van) die [onderneming 2] en/of [onderneming 2] , wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten (zakelijk weergegeven) het stoppen met werkzaamheden en/of faciliteren ten behoeve van het bouwen en/of voorbereiden van de bouw van een windmolenpark Windpark De Drentse Monden en Oostermoer en/of Windpark N33 , een brief heeft/hebben geschreven en/of doen schrijven en/of verzonden en/of doen verzenden gericht aan (een of meer medewerkers/eigenaren/directieleden van) [onderneming 2] en/of [onderneming 2] , met de volgende tekst:
" [onderneming 2] .t.a.v. de directie
Bij deze willen wij u wijzen op de risico's waar u mee te maken krijgt nu uw onderneming heeft getekend voor de aanleg van kabels ten behoeve van windparken in [gemeente 1] .
Ten eerste weten wij dat er nog geen financiële dekking is voor projecten. [naam bank] weigert de proefmolen te financieren en voor de rest van het project is er nog geen financier akkoord gegaan en het lijkt ons ook niet realistisch dat dat gaat gebeuren, gezien de weerstand en haat vanuit de bevolking. Die geven het verzet nooit op.
Gaat u met uw onderneming toch over tot werkzaamheden, dan kunt u rekenen op grote problemen voor uw onderneming. Uw onderneming wordt dan door ons vogelvrij verklaard.
Onze, voor uw onderneming nadelige, behandelingen zullen niet op locaties in [gemeente 1] plaatsvinden, maar juist daarbuiten. Internationale aanpak is voor ons ook geen probleem.
Verder kabels en buizen leggen, daar raakt de lol voor uw onderneming dan wel van af.
Afz: [naam 12] . De door de overheid en initiatiefnemers van windparken, belazerde, belaagde, bedreigde en tot nu toe als uitschot behandelde burgers uit [gemeente 2] en [gemeente 1] ",
zijnde de uitvoering van dat misdrijf niet voltooid;
3.
hij in of omstreeks de periode van 14 mei 2019 tot en met 24 mei 2019, in de gemeente( n ) [gemeente 1] en/of [gemeente 2] en/of [locatie onderneming 12] , althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf, om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (een of meer medewerkers/eigenaren/directieleden van) [onderneming 12] en/of [naam 8] (woordvoerder van [onderneming 12] ), door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen (een of meer medewerkers/eigenaren/directieleden van) die [onderneming 12] en/of [naam 8] , wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen en/of te dulden,
te weten (zakelijk weergegeven) het stoppen met werkzaamheden en/of faciliteren ten behoeve van het bouwen en/of voorbereiden van de bouw van een windmolenpark Windpark De Drentse Monden en Oostermoer en/of Windpark N33 , een brief heeft/hebben geschreven en/of doen schrijven en/of verzonden en/of doen verzenden gericht aan [onderneming 12] ter attentie van [naam 8] , met de volgende tekst (zie pagina 2147):
"Geachte heer [naam 8]
Wij weten dat u woordvoerder bent van [onderneming 12] / [onderneming 12] , maar u bent ook werknemer en collega. Wij vertrouwen er op dat u uw collega's in kennis stelt van de nieuwe ontstane situatie voor wat betreft de arbeidsvoorwaarden.
En dan met name het veiligheidsaspect.
Een aantal jaren geleden is er vanuit [gemeente 2] een kerstkaart naar het huisadres van uw oude baas [naam 9] gestuurd, het geen veel impact op zijn gezin heeft gehad. Ons raakte deze reactie.
Het doet ons direct denken aan wat duizenden mensen hier voelen die bedreigt worden door niets ontziende projectontwikkelaars.
Uw werkgever heeft veel kansen onbenut gelaten om de bevolking in [gemeente 2] tegemoet te komen. Daardoor is de situatie nu meer dan grimmig.
Als voor u en uw collega's geldt: bevel is bevel, dan is dat ook uw keuze en jullie keuze. Weet wel de tijd van kerstkaarten sturen is voor ons voorbij.
Tot slot.
Wat u en uw collega's doen is werk. Voor ons is het veel meer.
Leefomgeving, gezondheid, sociale verbindingen, bezit, rechtvaardigheidsgevoel enz. wat ons wordt afgenomen.
En daarom geven wij het verzet nooit op. Ook niet als we daarvoor persoonlijk bij u langs moeten komen.
Het gaat hier namelijk over onrecht van de zwaarste categorie waar u zich voor inzet.
[naam 12] "
zijnde de uitvoering van dat misdrijf niet voltooid;
4.
hij in of omstreeks de periode van 20 maart 2019 tot en met 5 april 2019, in de gemeente( n ) [gemeente 1] en/of [gemeente 2] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (een of meer medewerkers/eigenaren/directieleden van) de hieronder vermelde bedrijven en/of personen, door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen (een of meer medewerkers/eigenaren/directieleden van) de hieronder vermelde bedrijven en/of personen en/of (een) derde( n ), wederrechtelijk heeft/hebben gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten (zakelijk weergegeven) het stoppen met werkzaamheden en/of faciliteren ten behoeve van het bouwen en/of voorbereiden van de bouw van een windmolenpark Windpark De Drentse Monden en Oostermoer en/of Windpark N33 , door het schrijven en/of doen schrijven en/of verzenden en/of doen verzenden van een (dreig)brief, te weten:
- een (dreig)brief gericht aan [naam 10] en/of [onderneming 16] te [locatie onderneming 16] , met (onder meer) de volgende tekst: "Met grote belangstelling keken wij uit naar de nieuwe bedrijfsnaam die bij ons de volle aandacht gaat krijgen. Dat wat u in 20 jaar heeft opgebouwd gaan wij zorgvuldig afbreken en daar nemen wij alle tijd voor. Net als u denkt: het is weer rustig, dan zijn wij er weer. Waarom? Omdat u hetzelfde doet met ons. Ons afbreken. Velen van de bewoners uit dit gebied hebben ook van alles opgebouwd en vaak langer dan 20 jaar en daar bloed, zweet en tranen ingestoken. Als u uw onderneming voort wilt zetten stopt u de werkzaamheden voor de windboeren en dat binnen één week en maakt dit bekend middels een persverklaring. Zo niet? Dan is uw onderneming niet meer levensvatbaar.
Afzender: uw provincie genoten over wiens rug u zich wilt verrijken.", welke brief door of namens genoemde [naam 10] op 20 maart 2019 werd ontvangen, en/of
- een (dreig)brief gericht aan [naam 11] en/of [onderneming 17] te [locatie onderneming 17] , met (onder meer) de volgende tekst: " [naam 11] Wat voor [naam 10] ( [onderneming 16] ) geldt is ook op uw onderneming van toepassing. Zie bijgevoegde brief aan deze [naam 10] . Uw onderneming is actief bezig met de voorbereiding voor windpark N33 ( [naam station] ). Wij hebben met u minder geduld. U krijgt 48 uur de tijd om uw onderneming veilig te stellen. Als u niet tot actie overgaat kunt u het geld wat u, over onze rug, daar verdient uitgeven aan beveiliging van u en uw onderneming. Realiseert u zich dat de haat tegen ondernemers zoals u alleen maar toeneemt als de turbines geplaatst zijn. Geen enkel bedrijf kan zich verschuilen voor ons. Van projectontwikkelaar, aannemer, windboer, toeleverancier tot broodjeszaak. In [gemeente 2] , [gemeente 1] of daarbuiten. Wij verwachten van u deze week een persverklaring.
Afzender: uw provincie genoten over wiens rug u zich wilt verrijken.", en/of daarbij gevoegd een kopie van de brief gericht aan de hierboven genoemde [naam 10] , welke brief door of namens genoemde [naam 11] op 3 april 2019 werd ontvangen;
5. primair
hij in of omstreeks de periode van 10 december 2018 tot en met 16 februari 2019, in de gemeente( n ) [gemeente 2] en/of [gemeente 4] en/of [gemeente 5] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) één of meer personen en/of (medewerkers van) bedrijven en/of (medewerkers van) instanties, die op/nabij de hierna genoemde locaties/plaatsen werkzaam en/of aanwezig waren, al dan niet schriftelijk en onder een bepaalde voorwaarde, heeft bedreigd met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen en/of goederen ontstond en/of met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
immers heeft/hebben verdachte en/of één of meer van zijn mededader(s) opzettelijk dreigend (een) pamflet(ten) en/of bord(en), op de hierna te vermelden plaatsen/locaties geplaatst en/of doen plaatsen, te weten:
- in of omstreeks de periode van 10 december 2018 tot en met 11 december 2018, te [naam dorp 1] , althans in de gemeente [gemeente 2] , in elk geval in Nederland, op een locatie/terrein aan/nabij [locatie 1] , toebehorende aan (onder meer) [naam organisatie 3] , (een) pamflet(ten) en/of bord(en), met daarop de volgende tekst en/of afbeelding (zie pagina 1796):
"ASBEST.
Let op! Verlaat onmiddellijk deze omgeving.
U bevindt zich op zwaar vervuilt terrein.
Deze vervuiling, ASBEST, is hier aankomen waaien door toedoen van deze ondernemer/grondeigenaar aan de alles vernietigende windparkplannen in [gemeente 2] en [gemeente 1] .
Kortom: Wie wind zaait zal asbest oogsten",
en/of
- in of omstreeks de periode van 11 januari 2019 tot en met 18 januari 2019, te [naam plaats] , althans in de gemeente [gemeente 4] of te [naam dorp 2] , althans in de gemeente [gemeente 2] , in elk geval in Nederland, op een locatie/terrein aan/nabij [locatie 2] , toebehorende aan [naam organisatie 4] , (een) pamflet(ten) en/of bord(en), met daarop de volgende tekst en/of afbeelding (zie bijlage 37 in Forensisch dossier):
"ASBEST
Let op! Verlaat onmiddellijk deze omgeving. U bevindt zich op zwaar vervuild terrein.
Mededeling.
De behandeling bij de stikstof fabriek en op dit, illegaal gekapte, perceel is nog niets bij wat er nog gaat komen.
Komende zomer, rond oogsttijd, worden de landbouwpercelen in [gemeente 2] en [gemeente 1] , van [gemeente 5] tot [gemeente 6] , bekend gemaakt die ook een behandeling hebben ondergaan.
Die kunnen dan uit productie genomen worden door de Voedsel en Waren Autoriteit en [naam bureau] .
Deze groene schandvlekken zullen niet te saneren zijn gezien de omvang/diepte en vormgeving. Kortom: we krijgen er dan mooie groene CO2 reductie bossen bij in onze provincies.
Deze bospercelen zullen we t.z.t. voorzien van namen.
Hier zullen die van verantwoordelijke ministers/bestuurders zeker niet ontbreken, opdat die nooit vergeten zullen worden.
Mooi groene CO2 reductiebossen, wie kan daar op tegen zijn.
Deze landbouwpercelen zijn bovendien al betaald door de burgers middels het, al tientallen jaren, verstrekken van riante landbouwsubsidies aan de graaiende windboeren.
Het bovenstaande had voorkomen kunnen worden als we niet bestuurd zouden worden door incompetente en corrupte personen.
Afz. de door de overheid en initiatiefnemers/ontwikkelaars van windparken belazerde, belaagde, bedreigde en tot nu toe als uitschot behandelde burgers uit [gemeente 2] en [gemeente 1] .
Ps. Een ieder die een contract afsluit met de ontwikkelaars voor werkzaamheden aan windparken in [gemeente 2] en [gemeente 1] kan een soortgelijke behandeling verwachten op al zijn eigendommen en projecten, waar ook gevestigd.
Wie wind zaait zal asbest oogsten"
en/of
- in of omstreeks de periode van 14 februari 2019 tot en met 15 februari 2019, in de gemeente [gemeente 5] , in elk geval in Nederland, op een locatie/terrein aan/nabij [locatie 3] en/of [locatie 4] , toebehorende aan [naam organisatie 5] en/of de gemeente [gemeente 5] en/of waar het bedrijf [onderneming 16] en/of het bedrijf [onderneming 5] en/of [onderneming 18] werkzaamheden verrichtte, (een) pamflet(ten) en/of bord(en), met daarop de volgende tekst en/of afbeelding (zie pag 1806 en/of bijlage 38 van het Forensisch dossier):
"ASBEST.
Let op! Verlaat onmiddellijk deze omgeving.
U bevindt zich op zwaar vervuilt terrein.
Deze vervuiling, ASBEST, is hier aankomen waaien door toedoen van aannemersbedrijf [onderneming 16] . Wind-concentratiekampbouwer in [gemeente 1] .
Wie dit bedrijf inhuurt zal asbest oogsten.",
en/of
"De volgende bedrijven staan ook op onze zwarte lijst en daarvoor geldt hetzelfde.
[onderneming 5] / [onderneming 19] .
En de volgende bedrijven die een windconcentratiekamp faciliteren.
[onderneming 20]
[onderneming 21]
[onderneming 22]
[onderneming 7]
[onderneming 23]
[onderneming 24] (dus wegbeheerders; wees op uw hoede)
Ook niet genoemde bedrijven die verbonden zijn aan een windconcentratiekamp zullen niet aan onze aandacht ontsnappen.
Het inzetten van één van deze bedrijven voor uw activiteiten maakt u medeplichtig.
Ook buiten de windconcentratiekampen betekent dat vroeg of laat voor u:
asbest oogsten"
5. subsidiair
[medeverdachte] en/of één of meer onbekend gebleven personen in of omstreeks de periode van 10 december 2018 tot en met 16 februari 2019, in de gemeente( n ) [gemeente 2] en/of [gemeente 4] en/of [gemeente 5] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) één of meer personen en/of (medewerkers van) bedrijven en/of (medewerkers van) instanties, die op/nabij de hierna genoemde locaties/plaatsen werkzaam en/of aanwezig waren, al dan niet schriftelijk en onder een bepaalde voorwaarde, heeft bedreigd met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen en/of goederen ontstond en/of met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, immers heeft/hebben die [medeverdachte] en/of één of meer onbekend gebleven personen en/of één of meer van zijn/haar mededader(s), opzettelijk dreigend (een) pamflet(ten) en/of bord(en), op de hierna te vermelden plaatsen/locaties geplaatst en/of doen plaatsen, te weten:
- in of omstreeks de periode van 10 december 2018 tot en met 11 december 2018, te [naam dorp 1] , althans in de gemeente [gemeente 2] , in elk geval in Nederland, op een locatie/terrein aan/nabij [locatie 1] , toebehorende aan (onder meer) [naam organisatie 3] , (een) pamflet(ten) en/of bord(en), met daarop de volgende tekst en/of afbeelding (zie pagina 1796):
"ASBEST.
Let op! Verlaat onmiddellijk deze omgeving.
U bevindt zich op zwaar vervuilt terrein.
Deze vervuiling, ASBEST, is hier aankomen waaien door toedoen van deze ondernemer/grondeigenaar aan de alles vernietigende windparkplannen in [gemeente 2] en [gemeente 1] .
Kortom: Wie wind zaait zal asbest oogsten",
en/of
- in of omstreeks de periode van 11 januari 2019 tot en met 18 januari 2019, te [naam plaats] , althans in de gemeente [gemeente 4] of te [naam dorp 2] , althans in de gemeente [gemeente 2] , in elk geval in Nederland, op een locatie/terrein aan/nabij [locatie 2] , toebehorende aan [naam organisatie 4] , (een) pamflet(ten) en/of bord(en), met daarop de volgende tekst en/of afbeelding (zie bijlage 37 in Forensisch dossier):
"ASBEST
Let op! Verlaat onmiddellijk deze omgeving. U bevindt zich op zwaar vervuild terrein.
Mededeling.
De behandeling bij de stikstof fabriek en op dit, illegaal gekapte, perceel is nog niets bij wat er nog gaat komen.
Komende zomer, rond oogsttijd, worden de landbouwpercelen in [gemeente 2] en [gemeente 1] , van [gemeente 5] tot [gemeente 6] , bekend gemaakt die ook een behandeling hebben ondergaan.
Die kunnen dan uit productie genomen worden door de Voedsel en Waren Autoriteit en [naam bureau] .
Deze groene schandvlekken zullen niet te saneren zijn gezien de omvang/diepte en vormgeving. Kortom: we krijgen er dan mooie groene CO2 reductie bossen bij in onze provincies.
Deze bospercelen zullen we t.z.t. voorzien van namen.
Hier zullen die van verantwoordelijke ministers/bestuurders zeker niet ontbreken, opdat die nooit vergeten zullen worden.
Mooi groene CO2 reductiebossen, wie kan daar op tegen zijn.
Deze landbouwpercelen zijn bovendien al betaald door de burgers middels het, al tientallen jaren, verstrekken van riante landbouwsubsidies aan de graaiende windboeren.
Het bovenstaande had voorkomen kunnen worden als we niet bestuurd zouden worden door incompetente en corrupte personen.
Afz. de door de overheid en initiatiefnemers/ontwikkelaars van windparken belazerde, belaagde, bedreigde en tot nu toe als uitschot behandelde burgers uit [gemeente 2] en [gemeente 1] .
Ps. Een ieder die een contract afsluit met de ontwikkelaars voor werkzaamheden aan windparken in [gemeente 2] en [gemeente 1] kan een soortgelijke behandeling verwachten op al zijn eigendommen en projecten, waar ook gevestigd.
Wie wind zaait zal asbest oogsten,"
en/of
- in of omstreeks de periode van 14 februari 2019 tot en met 15 februari 2019, in de gemeente [gemeente 5] , in elk geval in Nederland, op een locatie/terrein aan/nabij [locatie 3] en/of [locatie 4] , toebehorende aan [naam organisatie 5] en/of de gemeente [gemeente 5] en/of waar het bedrijf [onderneming 16] en/of het bedrijf [onderneming 5] en/of [onderneming 18] werkzaamheden verrichtte, (een) pamflet(ten) en/of bord(en), met daarop de volgende tekst en/of afbeelding (zie pag 1806 en/of bijlage 38 van het Forensisch dossier):
"ASBEST.
Let op! Verlaat onmiddellijk deze omgeving.
U bevindt zich op zwaar vervuilt terrein.
Deze vervuiling, ASBEST, is hier aankomen waaien door toedoen van aannemersbedrijf [onderneming 16] . Wind-concentratiekampbouwer in [gemeente 1] .
Wie dit bedrijf inhuurt zal asbest oogsten.",
en/of
"De volgende bedrijven staan ook op onze zwarte lijst en daarvoor geldt hetzelfde.
[onderneming 5] / [onderneming 19] .
En de volgende bedrijven die een windconcentratiekamp faciliteren.
[onderneming 20]
[onderneming 21]
[onderneming 22]
[onderneming 7]
[onderneming 23]
[onderneming 24] (dus wegbeheerders; wees op uw hoede)
Ook niet genoemde bedrijven die verbonden zijn aan een windconcentratiekamp zullen niet aan onze aandacht ontsnappen.
Het inzetten van één van deze bedrijven voor uw activiteiten maakt u medeplichtig.
Ook buiten de windconcentratiekampen betekent dat vroeg of laat voor u:
asbest oogsten",
bij en/of tot het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte, in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 16 februari 2019, in de gemeente( n ) [gemeente 1] en/of [gemeente 2] en/of [gemeente 4] en/of [gemeente 5] en/of [locatie onderneming 11] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door (telkens)
. een USB-stick, waarop de tekst van genoemd(e) pamflet(ten) en/of bord(en) stond, ter beschikking te stellen, en/of
. een USB-stick, waarop de tekst van genoemd(e) pamflet(ten) en/of bord(en) stond, in ontvangst te nemen en/of (vervolgens) die USB-stick te bezorgen/leveren aan een of meer anderen en/of een drukker, te weten [naam 6] , en/of
. nadat die [naam 6] dat/die pamflet(ten) en/of bord(en) had gedrukt die USB-stick en/of dat/die pamflet(ten) en/of dat/die bord(en) op te (laten) halen, en/of
. die [naam 6] voor het drukken van dat/die pamflet(ten) en/of bord(en) te (laten) betalen, en/of
. (vervolgens) dat/die pamflet(ten) en/of bord(en) af te (laten) leveren aan één of meer anderen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak feit 5

Standpunt OM
De advocaat-generaal heeft bewezenverklaring van feit 5 gevorderd. De advocaat-generaal heeft het standpunt ingenomen dat met de tenlastegelegde teksten druk is gezet op de lezer en dat het teksten zijn waarmee, in het algemeen bezien, vrees kan zijn opgewekt. Bovendien voelden medewerkers van de betreffende bedrijven zich bedreigd. De advocaat-generaal meent dat in de context van onzekerheid en dreiging in deze zaak de tekst ‘u bevindt zich op vervuild termijn’ een strafbare bedreiging in de zin van artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) vormt.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van het onder 5 tenlastegelegde, nu de tenlastegelegde rol van verdachte hierbij onduidelijk is. Subsidiair heeft de raadsman het standpunt ingenomen dat het plaatsen van de waarschuwingsborden geen bedreiging oplevert alsmede dat verdachte hierbij niet betrokken is geweest.
Oordeel van het hof
Het hof acht niet wettig en overtuigend bewezen wat de officier van justitie verdachte onder 5 primair en subsidiair heeft tenlastegelegd. Het hof overweegt daarover het volgende.
Het hof stelt voorop dat voor een veroordeling ter zake van bedreiging met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen ontstond en/of met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, onder meer is vereist dat de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied dat bij de bedreigde in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat hij het leven zou kunnen verliezen, zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen en/of er gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen zou ontstaan en dat het opzet van de verdachte daarop was gericht.
Het hof is van oordeel dat uit de tekst op de pamfletten en/of borden zoals opgenomen in de tenlastelegging onder feit 5 onvoldoende duidelijk blijkt met welk(e) misdrijf/misdrijven wordt gedreigd alsmede tot wie die gestelde bedreiging is gericht.
Hierdoor kunnen de onderdelen ‘bedreiging met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen ontstond en/of met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling’ niet wettig en overtuigend worden bewezen en levert de tenlastegelegde tekst geen bedreiging in de zin van artikel 285 Sr op.
Het hof is, anders dan de advocaat-generaal, van oordeel dat geen sprake is van een vergelijkbare situatie als de bedreiging met Anthrax-poederbrieven. Het verwijt in onderhavige zaak onder feit 5 betreft niet zozeer dat daadwerkelijk sprake is geweest van het dumpen van asbest, maar hetgeen daarover staat opgenomen in de tekst op de borden/pamfletten. Anders dan in onderhavige zaak, was in de poederbriefzaken sprake van daadwerkelijke verzending van een direct levensbedreigende stof, of een stof die daarop leek, naar een specifieke ontvanger.
Gelet op bovenstaand oordeel komt het hof niet toe aan bespreking van de gestelde betrokkenheid van verdachte bij het onder feit 5 tenlastegelegde.

Overwegingen met betrekking tot het bewijs feiten 1, 2, 3 en 4

Standpunt OM

De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het dossier voldoende wettig en overtuigend bewijs bevat voor het medeplegen van verdachte aan de feiten 1, 2, 3 en 4. Wat betreft de feiten 1, 3 en 4 stelt de advocaat-generaal zich op het standpunt dat de bewezenverklaringen kunnen volgen conform het oordeel en de bewijsoverwegingen van de rechtbank. Daarnaast verwijst de advocaat-generaal voor de bewijsmiddelen naar het requisitoir van de officieren van justitie. Daarin hebben zij onder meer de verscheidene aangiften, de opnames van vertrouwelijke communicatie (hierna ovc-gesprekken) tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte] , het onderzoek naar de drukker en de verklaringen van drukker [naam 6] opgenomen. Daarbij wijst de advocaat-generaal op de verbanden tussen de verschillende bewijsmiddelen.
Wat betreft feit 2 heeft de advocaat-generaal aangevoerd dat de brief aan [onderneming 2] niet op zichzelf staat, maar voldoende ondersteund wordt door overige bewijsmiddelen. De brief aan [onderneming 2] kan niet los gezien worden van de brieven aan [naam 10] en [naam 11] (feit 4) en de zwartboeken (feit 1). De advocaat-generaal wijst daarbij op de ovc-gesprekken van
4 april 2019 en 9 mei 2019, een aantal overeenkomsten met andere tenlastegelegde brieven en overeenkomsten met aantekeningen aangetroffen in het kantoor van verdachte.
Tevens heeft de advocaat-generaal zich op het standpunt gesteld dat de tenlastegelegde teksten onder feiten 1, 2, 3 en 4 kunnen worden gekwalificeerd als dwang of pogingen daartoe, in de zin van artikel 284 Sr.

Standpunt verdediging

Feit 1
De verdediging heeft bepleit dat de teksten zoals in de tenlastelegging opgenomen onder feit 1, onder a en b niet zijn aan te merken als bedreiging met geweld noch met een feitelijkheid in de zin van artikel 284 Sr, omdat die teksten te onbepaald en onvoldoende concreet zijn. Hierdoor is niet voldaan aan het vereiste dat een dwingende kracht van die feitelijkheid moet uitgaan. Om die reden moet voor de onderdelen van deze feiten vrijspraak volgen, aldus de verdediging.
Ten aanzien van de overige onderdelen van het tenlastegelegde onder feit 1 bepleit de verdediging vrijspraak op grond van onvoldoende bewijs voor de stelling dat verdachte als medepleger of via medeplichtigheid betrokken zou zijn geweest bij de tenlastegelegde feitelijkheden.
Feit 2
Ten aanzien van feit 2 heeft de verdediging vrijspraak bepleit bij gebrek aan bewijs voor betrokkenheid van verdachte. Uit het ovc-gesprek van 4 april 2019 volgt dat verdachte geen wetenschap heeft van een eerder verzonden brief aan [onderneming 2] Voorts bestaan er weinig overeenkomsten tussen de inhoud van het ovc-gesprek en de inhoud van de brief aan [onderneming 2] ; in dit geval te weinig om een bewezenverklaring op te baseren.
Feit 3
Ten aanzien van feit 3 heeft de verdediging zich primair op het standpunt gesteld zoals hiervoor omschreven met betrekking tot de tenlastegelegde teksten a en b onder feit 1. Kort gezegd is volgens de verdediging geen sprake van een feitelijkheid in de zin van art. 284 Sr.
Voorts stelt de verdediging zich subsidiair op het standpunt ten aanzien van feit 3 dat geen sprake is van medeplegen.
Met name uit het ovc-gesprek tussen verdachte en medeverdachte op 23 mei 2019 volgt volgens de raadsman dat verdachte onwetend was aangaande het tenlastegelegde onder
feit 3.
Feit 4
Met betrekking tot feit 4 heeft de raadsman wat betreft de brief aan [onderneming 16] aangevoerd dat de feitelijke gedragingen ‘het schrijven en/of doen schrijven en/of verzenden en/of doen verzenden’ van de brief buiten de tenlastegelegde periode hebben plaatsgevonden. Nu onduidelijk is wanneer de brief is geschreven of verstuurd, is de periode niet te bewijzen en is de tenlastegelegde periode onnodig beperkt, aldus de raadsman.
Voor het overige verwijst de raadsman naar zijn eerdere opmerkingen (het hof begrijpt:) ten aanzien van afwezigheid van bewijs van medeplegen. Verdachte betwist betrokkenheid bij de brief aan [onderneming 16] . De raadsman merkt op dat de verklaringen van drukker [naam 6] niet van belang zijn omdat uit onderzoek niet naar voren is gekomen dat de brief bij [naam 6] is geprint.
Wat betreft de brief aan [naam 11] heeft de raadsman aangevoerd dat uit het ovc-gesprek op 4 april 2019 blijkt dat verdachte achteraf van [medeverdachte] heeft gehoord dat de brief naar [naam 11] is verzonden, waardoor verdachte geen intellectuele en/of materiële bijdrage van voldoende gewicht aan het delict heeft kunnen leveren. Wetenschap achteraf of zelfs instemming achteraf levert geen medeplegen op, aldus de raadsman.
De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte in zijn rol als voorzitter/woordvoerder van [naam organisatie A] en woordvoerder van [naam organisatie B] zich actief bezighield met verzet tegen de windmolenparken en dat hij binnen de verzetsgroeperingen bezig was met een zogenoemde legale ‘verkeersbrief’/’signaalbrief’. Met deze verkeersbrief doelt verdachte op een brief waarin ontvangers worden opgeroepen geen medewerking te verlenen aan een industriepark en waarin zij worden gewaarschuwd dat de ontvanger zal worden aangeklaagd, wanneer blijkt dat de ontvanger meebouwt aan een park. De betrokkenheid van verdachte en de inhoud van de ovc-gesprekken zouden in dat licht bezien moeten worden. Daarnaast stelt verdachte dat hij richting [medeverdachte] enkel toehoorder is geweest en dat hij richting drukker [naam 6] enkel als postbode heeft gefungeerd, zonder vooraf wetenschap te hebben van de acties van [medeverdachte] respectievelijk van de inhoud van het drukwerk.

Oordeel van het hof

Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze zijn opgenomen in de bijlage bij dit arrest. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Het hof overweegt daarbij in het bijzonder het volgende.
Het hof stelt vast dat de in de tenlastelegging genoemde slachtoffers een zwartboek, begeleidend schrijven, een aanvulling op het zwartboek en/of een andere brief hebben ontvangen met de inhoud zoals opgenomen in de tenlastelegging. De verdediging heeft dit niet betwist.
Dwang
Op grond van artikel 284 Sr is strafbaar, hij die een ander door geweld of enige andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid, gericht hetzij tegen die ander hetzij tegen derden, wederrechtelijk dwingt iets te doen, niet te doen of te dulden.
Van door een feitelijkheid wederrechtelijk dwingen iets te doen als bedoeld in artikel 284 Sr kan slechts sprake zijn als de verdachte door die feitelijkheid opzettelijk heeft veroorzaakt dat het slachtoffer, tegen zijn of haar wil iets heeft gedaan. [1] Deze handelingen moeten wel van zodanige aard zijn, dat zij in de gegeven omstandigheden tot een zodanige psychische druk leiden dat het slachtoffer hieraan geen weerstand kan bieden.
Artikel 284 Sr is een algemene dwangbepaling waarvan het toepassingsbereik vrij groot is door de ruime delictsomschrijving. [2] Weliswaar is een algemeen criterium dat de werkingssfeer van artikel 284 Sr aan banden legt niet te geven, maar de rechter kan wel in de tenlastegelegde delictsbestanddelen ‘wederrechtelijk’ en ‘dwingen’ het ernst- en onrechtkarakter van de verboden handeling afgrenzen. Dat geldt temeer indien aan het bestanddeel wederrechtelijk de betekenis ‘in strijd met het recht’ wordt gegeven. Daarbij moet voor ogen worden gehouden dat het doel van artikel 284 Sr is gelegen in het voorkomen van een
ernstigeaantasting van de persoonlijke vrijheid, hetgeen onder meer meebrengt dat hinder of overlast in beginsel buiten de reikwijdte van deze strafbaarstelling valt. Bij de objectieve beoordeling van de ernst van de inbreuk op de persoonlijke vrijheid kunnen verschillende factoren van belang zijn, zoals de aard, ernst, duur en intensiteit van de dwang. Met het toepassen van deze factoren kan voldoende rekening worden gehouden met de opvattingen die in een bepaald tijdsgewricht in de samenleving over het betreffende gedrag bestaan (de maatschappelijke betamelijkheid) en kan voorts worden gemeten in welke verhouding het middel en het dwanggevolg of -doel tot elkaar staan (de verwerpelijke vorm van (dis)proportionaliteit).
Het hof is van oordeel dat de inhoud van de teksten zoals ten laste gelegd onder de feiten 1, 2, 3 en 4 zijn aan te merken als strafbare dwang door dreiging met enige feitelijkheden in de zin van artikel 284 Sr. Het hof overweegt daarover het volgende.
Aan verdachte is onder de feiten 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegd dat hij meerdere bedrijven en personen door geweld, bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid heeft gedwongen te stoppen met werkzaamheden en/of het faciliteren ten behoeve van het bouwen en/of voorbereiden van de bouw van een windmolenpark Windpark De Drentse Monden en Oostermoer en/of Windpark N33 .
Naar aanleiding van plannen voor de bouw van Windpark N33 , langs de N33 ter hoogte van de gemeenten [gemeente 7] en [gemeente 8] , en Windpark De Drentse Monden in de gemeente [gemeente 1] en Windpark Oostermoer in de aangrenzende gemeente [gemeente 9] is via verscheidene actiegroepen op legale wijze geprotesteerd tegen deze plannen. Vanaf 2013 werd een deel van het verzet in [gemeente 2] en [gemeente 1] steeds grimmiger. [3] Bovendien werden protestacties persoonlijk gericht tegen bestuurders die voorstanders waren van windmolens, tegen boeren op wiens land een windturbine geplaatst zou worden en tegen bedrijven die betrokken waren bij de bouw en installatie van de windmolens. Het verzet bestond onder meer uit het verzenden van brieven c.q. teksten naar deze personen en bedrijven.
In 2019 ontving een reeks bedrijven een zogenoemd ‘zwartboek’ van ‘de door de overheid en initiatiefnemers van windparken, belazerde, belaagde, bedreigde en tot nu toe als uitschot behandelde burgers uit [gemeente 2] en [gemeente 1] , mannen en vrouwen, vaders en moeders, opa’s en oma’s, van hoog tot laag opgeleid. Kort gezegd: [naam 12] ’, met daarin de tekst zoals opgenomen onder feit 1 onder b van de tenlastelegging. Een aantal bedrijven ontving daarbij een begeleidend schrijven, zoals opgenomen onder feit 1 onder a van de tenlastelegging. Twee bedrijven ontvingen een aanvullend schrijven, zoals opgenomen onder feit 1 onder c van de tenlastelegging. [4]
In het zwartboek (b), het begeleidend schrijven daarbij (a) en de aanvulling daarop (c) uit feit 1 zijn onder andere de volgende passages opgenomen:
  • (in tekst a)
  • (in tekst a)
  • (in tekst b)
  • (in tekst b)
  • (in tekst b)
  • (in tekst b)
  • (in tekst c)
In de brief aan [onderneming 2] / [onderneming 2] (feit 2) is onder andere het volgende opgenomen:
- “
“Gaat u met uw onderneming toch over tot werkzaamheden, dan kunt u rekenen op grote problemen voor uw onderneming. Uw onderneming wordt dan door ons vogelvrij verklaard. Onze, voor uw onderneming nadelige, behandelingen zullen niet op locaties in [gemeente 1] plaatsvinden, maar juist daarbuiten. Internationale aanpak is voor ons ook geen probleem. Verder kabels en buizen leggen, daar raakt de lol voor uw onderneming dan wel van af.

Afz: [naam 12] . De door de overheid en initiatiefnemers van windparken, belazerde, belaagde, bedreigde en tot nu toe als uitschot behandelde burgers uit [gemeente 2] en [gemeente 1] ”

In de brief aan [onderneming 12] en woordvoerder [naam 8] (feit 3) is onder andere het volgende opgenomen [5] :
- “
“Wij vertrouwen er op dat u uw collega's in kennis stelt van de nieuwe ontstane situatie voor wat betreft de arbeidsvoorwaarden. En dan met name het veiligheidsaspect. Een aantal jaren geleden is er vanuit [gemeente 2] een kerstkaart naar het huisadres van uw oude baas [naam 9] gestuurd, het geen veel impact op zijn gezin heeft gehad. (…) Uw werkgever heeft veel kansen onbenut gelaten om de bevolking in [gemeente 2] tegemoet te komen. Daardoor is de situatie nu meer dan grimmig. Als voor u en uw collega's geldt: bevel is bevel, dan is dat ook uw keuze en jullie keuze. Weet wel de tijd van kerstkaarten sturen is voor ons voorbij. (…) En daarom geven wij het verzet nooit op. Ook niet als we daarvoor persoonlijk bij u langs moeten komen. (…) [naam 12] ".
In de brief aan [naam 10] / [onderneming 16] (feit 4) is onder andere het volgende opgenomen [6] :
- “
“Dat wat u in 20 jaar heeft opgebouwd gaan wij zorgvuldig afbreken en daar nemen wij alle tijd voor. Net als u denkt: het is weer rustig, dan zijn wij er weer.”
- “
“Als u uw onderneming voort wilt zetten stopt u de werkzaamheden voor de windboeren en dat binnen één week en maakt dit bekend middels een persverklaring. Zo niet? Dan is uw onderneming niet meer levensvatbaar.”
In de brief aan [naam 11] / [onderneming 17] (feit 4) is onder andere het volgende opgenomen [7] :
-
Wat voor [naam 10] ( [onderneming 16] ) geldt is ook op uw onderneming van toepassing. Zie bijgevoegde brief aan deze [naam 10] . Uw onderneming is actief bezig met de voorbereiding voor windpark N33 ( [naam station] ). Wij hebben met u minder geduld. U krijgt 48 uur de tijd om uw onderneming veilig te stellen. Als u niet tot actie overgaat kunt u het geld wat u, over onze rug, daar verdient uitgeven aan beveiliging van u en uw onderneming. (…) Wij verwachten van u deze week een persverklaring.
Het hof overweegt dat in de verschillende brieven/teksten is gedreigd met:
  • vogelvrijverklaring;
  • met onaangename verrassingen;
  • met het bekendmaken van personeelsgegevens;
  • met de noodzaak tot het inschakelen van beveiliging;
  • met asbestbesmettingen;
  • met een zwarte bladzijde in het leven van de ontvanger en de onderneming;
  • met de noodzaak om constant achterom te moeten kijken als men zich op straat begeeft;
  • met grote problemen voor de onderneming;
  • met voor de onderneming nadelige behandelingen van het [naam 12] ;
  • met (problemen voor de) veiligheid, en;
  • met persoonlijk langs komen bij [naam 8] in het kader van het verzet.
Dit betreft, zeker in samenhang bezien, een opeenstapeling van ernstige feitelijkheden waarmee is gedreigd.
Daarnaast worden instructies gegeven hoe men de gevolgen waarmee gedreigd wordt, kan voorkomen.
Het hof is van oordeel dat de inhoud van de tenlastegelegde teksten onder de feiten 1, 2, 3 en 4 de evidente strekking hebben om de ontvangers van de teksten wederrechtelijk te dwingen iets te doen, te weten het stoppen van hun werkzaamheden gerelateerd aan de realisatie van de windparken in [gemeente 2] en [gemeente 1] . Daarbij heeft het hof de samenhang tussen de teksten a, b en c in feit 1 betrokken, alsmede de samenhang tussen die teksten en de brieven uit feit 2 en feit 4. De inhoud van de brief zoals tenlastegelegd onder feit 3, gericht aan de woordvoerder van [onderneming 12] [naam 8] , plaatst het hof bovendien in de context dat [onderneming 12] eerder eveneens het zwartboek (tekst b) en begeleidend schrijven (tekst a) heeft ontvangen.
Het hof overweegt daarnaast dat in casu sprake was van een groot aantal brieven, dat is verstuurd in een context van toenemend en steeds grimmiger wordend verzet tegen de komst van voornoemde windparken.
De brieven met de genoemde feitelijkheden hebben ertoe geleid dat de medewerkers, eigenaren en/of directieleden van de in de tenlastelegging onder feiten 1, 2, 3 en 4 opgenomen bedrijven ernstig zijn aangetast in hun persoonlijke vrijheid om vrij economisch te handelen.
Gelet hierop merkt het hof de inhoud van het zwartboek (feit 1, tekst b), het begeleidend schrijven (feit 1, tekst a) en de aanvulling (feit 1, tekst c), alsmede de inhoud van de brieven zoals ten laste gelegd onder de feiten 2, 3 en 4 aan als dreiging met feitelijkheden in de zin van artikel 284 Sr, die tot doel hadden om de ontvangers van de teksten te dwingen te stoppen met hun betrokkenheid bij de realisatie van de windparken.
Het hof verwerpt daarom het op dit punt gevoerde verweer.
Pleegperiode feit 4
Naar aanleiding van het verweer van de verdediging dat de tenlastegelegde feitelijke gedragingen ten aanzien van [naam 10] / [onderneming 16] buiten de tenlastegelegde periode van feit 4 hebben plaatsgevonden, overweegt het hof het volgende.
Artikel 261 Sv stelt onder andere de eis dat in de dagvaarding moet worden vermeld op welke tijd en plaats het tenlastegelegde feit zou zijn begaan. Daarbij is het van belang dat bij verdachte geen onduidelijkheid bestaat over de tijd en plaats waar(op) verdachte het delict zou hebben gepleegd. In feit 4 is als pleegperiode ‘in of omstreeks de periode van 20 maart 2019 tot en met 5 april 2019’ opgenomen.
Uit de aangifte van [naam 10] blijkt dat [naam 10] op woensdag 20 maart 2019 de in de tenlastegelegde dreigbrief heeft ontvangen en dat de brief de avond ervoor bij het bedrijf, [onderneming 16] , is bezorgd. [8] Onduidelijk is op welke datum de brief daadwerkelijk is geschreven en verzonden. Wel is duidelijk dat de brief via de Nederlandse post is verzonden. [9] Gelet op de omstandigheid dat post in Nederland van dinsdag tot en met zaterdag over het algemeen binnen een of enkele dagen wordt bezorgd, is het hof van oordeel dat voor verdachte duidelijk is geweest tegen welk feit hij zich moest verdedigen en dat de tenlastegelegde feitelijke gedragingen nog binnen de omschrijving ‘omstreeks 20 maart 2019’ vallen.
Het hof verwerpt daarom ook dit verweer.
Medeplegen
Vervolgens is de vraag aan de orde of het dossier voldoende wettig en overtuigend bewijs bevat voor betrokkenheid van verdachte bij de tenlastegelegde feiten in de rol als medepleger of – in geval van feit 1 – subsidiair als medeplichtige.
Het hof stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard wanneer is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Nauwe en bewuste samenwerking kan onder meer blijken uit de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol van de verdachte in de voorbereiding, uitvoering of afhandeling van het delict en het belang daarvan, zijn aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip. In dit opzicht kan ook de aard van het delict een rol spelen. [10] Niet nodig is dat alle medeplegers uitvoeringshandelingen verrichten, maar de samenwerking moet wel intensief zijn. Van de omstandigheden van het geval hangt af of de samenwerking voldoende intensief was om van medeplegen te kunnen spreken. Niet is vereist dat de medeplegers eenzelfde rol vervullen of dezelfde soort gedragingen verrichten bij de uitvoering van het delict, oftewel dat hun rollen inwisselbaar zijn. [11] Wel moet sprake zijn van een wezenlijke bijdrage van de medepleger. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit zal van voldoende gewicht moeten zijn.
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt het hof met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte bij het tenlastegelegde onder feit 1, feit 2, feit 3 en feit 4 het volgende af. Het hof zal deze vier feiten samen bespreken vanwege hun samenhang en vanwege de omstandigheid dat meerdere aangevers in de hierna te bespreken ovc-gesprekken voorkomen.
Overeenkomende teksten en afzender
In de eerste plaats stelt het hof vast dat de teksten, zoals tenlastegelegd onder de feiten 1, 2, 3 en 4 meerdere overeenkomsten bevatten of op andere wijze aan elkaar worden gelinkt. De teksten benoemen alle een soortgelijke afzender. Het zwartboek en de brieven uit feiten 1, 2 en 3 zijn afkomstig van [naam 12] c.q. de door de overheid en initiatiefnemers van windparken, belazerde, belaagde, bedreigde en tot nu toe als uitschot behandelde burgers uit [gemeente 2] en [gemeente 1] .
De brieven aan [onderneming 16] / [naam 10] en [naam 11] (feit 4) noemen als afzender “uw provincie genoten over wiens rug u zich wilt verrijken”.
Opvallend is voorts de overeenkomstige stijl, het woordgebruik en strekking van de teksten onder alle vier de feiten. Zoals hiervoor ook reeds onder het kopje “dwang” door het hof is besproken, komen de teksten en brieven qua schrijfstijl en intimiderende, dwingende strekking namelijk overeen en bevatten de teksten dreigementen met soortgelijke feitelijkheden.
Wat betreft feit 4 merkt het hof op dat de afzender van de brief aan [onderneming 16] / [naam 10] en de brief aan [naam 11] / [onderneming 17] (hierna: [naam 11] ), deze nadrukkelijk aan elkaar heeft verbonden, door in de brief aan [naam 11] expliciet te verwijzen naar de brief aan “ [naam 10] ” ( [onderneming 16] ) en de brief aan [naam 10] ook als bijlage mee te sturen.
Gelet op dit alles is het hof ervan overtuigd dat dezelfde (mede)plegers het zwartboek en de verschillende tenlastegelegde brieven onder feit 1, 2, 3 en 4 hebben opgesteld.
Ovc-gesprekken
Het dossier bevat een aantal uitgewerkte, heimelijk opgenomen gesprekken tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte] (ovc-gesprekken). [12] Die gesprekken spelen een belangrijke rol in deze zaak. In de ovc-gesprekken tussen verdachte en [medeverdachte] wordt onder meer het volgende gezegd, zakelijk weergegeven [13] :
-
[medeverdachte] : Bij ons wordt nu ehh ..ntv... station [naam dorp 2] wordt eh.. daar zijn ze nu begonnen nog eh een stuk bouwrijp maken van ...ntv.. park, ehh daar zit nu een plaatselijk aannemertje te graven en die heeft een brief in de bus
[verdachte] : Kijk eens aan
[medeverdachte] : Die heeft ie ehh gisteren of eergisteren heeft ie die gekregen... [naam 13] ..ntv..(Opmerking verbalisant [naam verbalisant] hoort: [naam 13] ) heeft em opge...ntv..
[verdachte] : Dit is een ehh geweldige samenwerking op deze manier
[medeverdachte] : We gaan ze aanpakken... tuig
[verdachte] : Ja.. honden. [14]
-
[medeverdachte] : en ehh ja de omslag ligt bij [naam nieuwsblad] sinds vorige week vrijdag.
[verdachte] : Oké. Kijk aan.
[medeverdachte] : Dus die ehh zullen er mee aan het broeden zijn en ik heb ook liever dat ze dat goed doen
[verdachte] : Ja
[medeverdachte] : Hè Dat ze die.... Het kan twee kanten op ... ze doen niks of ze doen er heel veel mee...
[verdachte] : Ja!
[medeverdachte] : Ik vermoed het laatste, want het is nogal veel omvattend.
[verdachte] : Precies.
[medeverdachte] : (…) maandagmiddag hebben wij ehh in Duitsland hebben we een pakket op de post gedaan.. ja..
[verdachte] : Super.
[medeverdachte] : Onder de ehh [naam dorp 3] ... in de buurt van [naam dorp 3] daar hebben we het in de post gegooid. Als men dat weet te traceren dan gaat men dat linken aan [gemeente 6] .
[verdachte] : (lacht) het toneelstuk is enorm (lacht).
[medeverdachte] : (lacht) dan wordt het plotseling Duitsland gestuurd, huh?
[verdachte] : (lacht).
[medeverdachte] : En nu? ... Duitsland er ook nog bij.
[verdachte] : (lacht). [15]
-
[verdachte] : En ik heb natuurlijk nog allemaal.... even op de trom geslagen want dat is om ...ntv.. en even met jouw woorden. Maandag hadden we ook gezegd ... wel of geen brieven wegsturen die geen effect hebben, je moet het goed doen. [16]
-
[medeverdachte] : Nee wat dat betreft hebben ze van ons meer last.
[verdachte] : Zo is dat! Zo is dat! En daar houden ze ook nog een hele poos last van.
[medeverdachte] : Jaa dat is wel zeker. [17]
-
[medeverdachte] : Hij moet, hij moet zich wel realiseren, dat als er... ik noem maar wat ... een [naam organisatie 1] autootje gezien wordt bij [onderneming 25] , dat hij ook zo' [verdachte] omslag krijgt
[verdachte] : Dan is ie ook aan de beurt!
[medeverdachte] : Ja..dat gaan we namelijk gewoon doen hè alles
[verdachte] : Alles
[medeverdachte] : Ook iedereen die zich met transformatorstations die gaan ook gewoon zo' [verdachte] ding krijgen, dat is dat heeft er allemaal mee te maken.
[verdachte] : Ja!
[medeverdachte] : Laat ze het maar weten!
[verdachte] : Ja.. ja .... je moet gewoon ja heel massief maar ook heel consequent zijn.
-
[medeverdachte] : [verdachte] , ff ehh ik heb wat respijt als ik volgende week donderdag die ehh omslagen heb dan is het vroeg genoeg.... Ik heb [naam 14] en [naam 15] lopen euhm blijf bij [locatie 5] volhouden voor adressen
[verdachte] : Ja dat heb ik gisteren bij [naam organisatie B] ook nog met nadruk gezegd, ik zeg beste mensen ehm ik wil graag van jullie weten wie betrokken zijn bij aanleg bij alles wat om die windturbine en windturbines heen zit, ik heb te weinig adressen in de postbus gehad.
[medeverdachte] : Ja niks .... nee ... nee ik heb er een paar gekregen ehh [naam hotel] [verdachte] , wat is dat?
[verdachte] : Dat zit in het centrum van [locatie onderneming 11] , daar zit een ehh dat hoorde ik gisteravond dat hoorde ik gistermorgen ehh wij hebben hier laatst Engelsen horen praten.
[verdachte] : Die zitten in het [naam hotel] en dat zijn mensen werken mee waarschijnlijk bij ...ntv...
[medeverdachte] : Precies [onderneming 2] die ...ntv.. uitbesteed aan Engelsen en het [naam hotel] staat ook op onze lijst en die krijgt er ook één (1)
[medeverdachte] : ja het [naam hotel] staat op onze lijst.
[verdachte] : We hebben met mensen gesproken (fluistert)
[medeverdachte] : Ja gaat er ook één (1) krijgen...
[verdachte] : Ja.
[medeverdachte] : en.... waar ik dus naar benieuwd ben [verdachte] , we moeten even een werklocatie hebben van [onderneming 2] , buiten dit gebied. We gaan [onderneming 2] aanpakken! Mocht je ergens rondrijden....
[verdachte] : Ja als ik rond rij en ik zie iets dan ehh.... Heel goed.
[medeverdachte] : Ja.... [onderneming 2] gaan we een [onderneming 2] zetten, die staat wel op de op de nominatie hoor! En ehh wat.... We hebben de de de projectontwikkelaars, die krijgen hebben dus deze kaft gekregen met een apart schrijven erbij.
[medeverdachte] : Die ehh die hun bladzij die wordt dus nooit uit het boek gescheurd het enigste wat zij kunnen bewerkstelligen is dat als zij ons met rust laten dat wij hun personeel met rust gaan laten, dat is de enigste dat zijn de enige bedrijven waar we ook rechtstreeks zeggen we gaan je personeel benaderen, nou gaan we refereren... we refereren aan de privacybrief weetje wel die we toen gestuurd hebben waarin we hebben geschetst dat wij van alles van ze wisten, eh tot nu toe zijn we daar zéér discreet mee omgegaan, maar het is aan U of we dat blijven doen, dus die ligt bij de Projectontwikkelaars.
[verdachte] : Zo!
[medeverdachte] : Daarnaast wil ik naar de zandboeren en de betonboeren die wil ik een begeleidend briefje sturen of ze zich er een voorstelling van kunnen maken dat er euh asbestvlokken in hun zand en grind voorraad zijn aangetroffen en wat voor invloeden dat heeft op de bedrijfsvoering, misschien kunt u zich daar eens een voorstelling van maken.
[verdachte] : Heel goed zo is het. [18]
-
[medeverdachte] : [onderneming 20] die krijgt ehh die krijgt er ook één (1).
[verdachte] : Die is ook aan de beurt... zo ist! Ja.
[medeverdachte] : Het hoofdkantoor krijgt er één (1).
[verdachte] : Juist.
[medeverdachte] : (…) dit soort behandeling roep je over jezelf af in [gemeente 2] en [gemeente 1] . Klaar.
[verdachte] : Ja dit is de enigste methode [verdachte] om iets wakker te schudden.
(…)
[verdachte] : Dat ze mee bouwen aan concentratiekampen, dat ehh interesseert ze geen fuck. [19]
-
[medeverdachte] : Nou en dat hebben we twee keer getest en dat is twee keer recht op em af.... en wat betreft [onderneming 2] dat hebben we goed ingeschat die hebben we geen ultimatum gegeven.
[verdachte] : Zo is dat dus die dreiging en grote onzekerheid.... ntv....
(…)
[medeverdachte] : Ja dus dat was een goeie inschatting.
[verdachte] : Ja.. ja.
[medeverdachte] : Niet aldoor eh de hoofdprijs willen.
[verdachte] : Klopt (lacht). [20]
-
[verdachte] : Ik heb jou wel... er zitten wel. Ik heb jou wel 4 adressen in de euh map gestopt. Vier briefjes die ik in de bus had
[medeverdachte] : Oké Goed zo.
[verdachte] : Ik weet niet of [onderneming 7] daar bij zat. Daar zat [naam 17] (fan) [onderneming 14] bij. Nou ja in elk geval 4. [21]
-
[verdachte] : dan denk ik met deze drukker ' [naam 18] ' (fon) die zit met zijn fikken aan, ik zeg je moet ze niet aanraken jong
[medeverdachte] : Hij zit daar toch niet met zijn fikken aan?
[verdachte] : Hij zit daar met zijn fikken aan
[medeverdachte] : Ja nou dat is niet handig
[verdachte] : Ik heb hem daar tig keer voor gewaarschuwd..
[medeverdachte] : Ik dacht dat hij dat wel wist
[verdachte] : Ik zeg je moet gewoon met die handjes handschoentjes aandoen. [22]
-
[verdachte] : Ik zeg iedere keer tegen hem, heb je het weer van je computer af gegooid? Ja, nee ik heb het niet opgeslagen ik heb het direct weer verwijderd. Ik zeg goed.
[verdachte] : Ik geef hem dan dat stickje. Hij kijkt. Zet het even op zijn pc, krijgt het stickje richting mij en als het af is dan euh
(…)
[medeverdachte] : Nou weetje wij raken ze niet aan, allemaal met handschoenen.
[verdachte] : Ja zo is dat. En ik doe het ook dus als ik wat heb dan pak ik even een doekje. Zo werk ik..
[medeverdachte] : Hij moet zijn praatje wel klaar hebben.
[verdachte] : Hij heeft zijn praatje klaar. [23]
Het hof overweegt met betrekking tot de ovc-gesprekken en tapgesprekken in het dossier, dat dergelijke gesprekken vrijwel altijd onderhevig zijn aan de interpretatie die de lezer dan wel luisteraar aan de gesprekken geeft. Het is de taak van de rechter om de inhoud, toon en strekking van ovc- en tapgesprekken te duiden en te beoordelen in relatie tot het tenlastegelegde. In onderhavige zaak doet het hof dat als hieronder opgenomen.
Het hof overweegt dat uit observatieonderzoek, peilbakengegevens, opgenomen (tele)communicatie, historische verkeersgegevens en notities in verdachtes agenda blijkt dat gesprekken tussen verdachte en [medeverdachte] frequent, structureel en veelal bij de [locatie 6] in alle vroegte plaatsvonden. [24] De ovc-gesprekken tussen verdachte en [medeverdachte] zoals gevoegd in het dossier [25] hadden het karakter van overleg, waarin de voortgang van acties tegen de windmolenparken werd besproken, strategie werd bepaald en bedrijven dan wel personen werden geselecteerd die aangepakt moesten worden, bijvoorbeeld door toezending van (dreig)brieven. Anders dan verdachte stelt, werd tijdens deze ontmoetingen weinig tot niet gesproken over familieonderwerpen of regulier zakelijke onderwerpen, maar hoofdzakelijk over de protestactiviteiten met betrekking tot de bouw van de windparken.
Uit de ovc-gesprekken blijkt dat de samenwerking tussen verdachte en [medeverdachte] werd gekenmerkt door meerdere heimelijke aspecten. Tijdens de overleggen werd de telefoon bewust niet meegenomen respectievelijk was de telefoon niet verbonden met het telefoonnetwerk. [26] Bovendien fluisterden verdachte en [medeverdachte] tijdens sommige delen van de gesprekken. Ook gebruikten zij codetaal door over vogels (kijken) te spreken, zoals ook blijkt uit de verklaring van verdachte ter zitting van het hof. [27] Daarnaast blijkt uit de ovc-gesprekken dat verdachte en [medeverdachte] er in hun werkwijze nadrukkelijk voor zorgden dat sporen op drukwerk werden voorkomen dan wel dat digitale sporen met betrekking tot het drukwerk werden uitgewist. Ook probeerden zij ontvangers van brieven op een dwaalspoor te zetten door met extra moeite brieven vanuit Duitsland te verzenden. Het hof plaatst de inhoud van de ovc-gesprekken in deze heimelijke context.
Het hof volgt niet het verweer van de verdediging, dat de ovc-gesprekken moeten worden bezien in de context van de legale verkeersbrief/signaalbrief. Uit de inhoud van de gesprekken alsmede de heimelijke context blijkt immers dat de gesprekken niet of nauwelijks over de hiervoor genoemde legale verkeersbrief gaan, maar over het zwartboek en de andere tenlastegelegde brieven.
Meerdere aspecten uit of met betrekking tot de tenlastegelegde brieven komen terug in de ovc-gesprekken tussen verdachte en [medeverdachte] .
Zo praten zij meermalen over een omslag. Het zwartboek (tekst b, feit 1) betreft een omslag. Dit is wat anders dan de verkeersbrief, waar verdachte naar verwijst.
Onderdelen van de brieven a, b en c komen bovendien nagenoeg letterlijk terug in de gesprekken, zoals het met rust laten van personeel en het sturen van een briefje naar de zandboeren inhoudende of ze zich er een voorstelling van kunnen maken dat er asbest in hun zand- en grindvoorraad is aangetroffen en wat voor invloed dat heeft. [28]
Ook praten verdachte en [medeverdachte] over de eerder verzonden privacybrief, waarnaar verwezen wordt in het begeleidend schrijven van het zwartboek (tekst a). [29] [medeverdachte] zegt:
“we refereren aan de privacybrief weet je wel die we toen gestuurd hebben waarin we hebben geschetst dat wij van alles van ze wisten, eh tot nu toe zijn we daar zéér discreet mee omgegaan, maar het is aan U of we dat blijven doen, dus die ligt bij de Projectontwikkelaars.”Dit komt vrijwel woordelijk terug in het begeleidend schrijven van het zwartboek.
Daarnaast spreken verdachte en [medeverdachte] in hun plannen over meerdere aangevers die een of meer van de tenlastegelegde teksten hebben ontvangen, waaronder [onderneming 2] , [naam hotel] , [onderneming 12] en [naam 8] (het hof begrijpt: [naam 8] , woordvoerder van [onderneming 12] ), [onderneming 6] en [onderneming 13] . Ook praten zij over de dreigbrieven aan aangevers [naam 10] en [naam 11] . [30]
Verdachte en [medeverdachte] praten bovendien over verzending van een pakket c.q. post via Duitsland , terwijl een groot deel van de bedrijven die het zwartboek en/of het bijbehorend begeleidend schrijven of de aanvulling hebben ontvangen, die tekst(en) via de Duitse Post heeft ontvangen.
Uit bovenstaande onderdelen blijkt naar het oordeel van het hof evident de betrokkenheid van verdachte en [medeverdachte] bij de tenlastegelegde brieven/teksten.
Het hof begrijpt dat met de voornoemde privacybrief wordt bedoeld de privacyverklaring die in juni en augustus 2018 naar meerdere bedrijven is verzonden, waarin onder meer is opgenomen [31] :
-
‘Voor zover u het nog niet weet is er, net als in de oorlog, massief en inmiddels ondergronds verzet tegen deze windplannen; mensen die niets te verliezen hebben gaan zich verdedigen en grijpen, nu de overheid en de democratie voor hun niet werkt, in hun wanhoop en in hun overtuiging om hun en het leven van hun kinderen te beschermen, naar andere middelen.’
-
‘Wie zich verbindt/verrijkt, over onze ruggen, aan de windparken in [gemeente 2] en [gemeente 1] wordt als een fascist in beeld gebracht en verklaart zichzelf vogelvrij in geheel Nederland en daarbuiten.’
-
‘De zware beveiligings maatregelen bij windparken zullen dan op alle locaties waar uw bedrijfsnaam in beeld wordt gebracht noodzakelijk zijn.’
-
‘Kortom: meewerken of verrijken aan onze ondergang zal voor uw bedrijf en uw reputatie verstrekkende gevolgen hebben. Tevens staan wij niet in voor de veiligheid van uw personeel, daar de gemoederen van vele burgers het kookpunt heeft bereikt.’
-
Wij veronderstellen dat u allicht de hiervoor benoemde aspecten aan het door uw onderneming op welke wijze dan ook medewerking verlenen aan de voorliggende [locatie 7] windplannen, met nadruk zult meenemen in de door u in dit kader te maken risicoanalyses.
De afzender van de privacyverklaring is: ‘
De door de overheid en initiatiefnemers van windparken belazerde, belaagde, bedreigde en tot nu toe als uitschot behandelde burgers uit [gemeente 2] en [gemeente 1] ’.
Opvallend zijn de overeenkomsten met de tenlastegelegde teksten, zowel in woordgebruik als strekking. Daarnaast valt de aankondiging dat
‘de acties alleen maar zullen verhevigen’op.
Het hof constateert dat met verzending van de tenlastegelegde teksten onder de feiten 1, 2, 3 en 4 en met de plannen die [medeverdachte] en verdachte tijdens de ovc-gesprekken maakten, de acties in grimmigheid inderdaad toenamen en daarbij een opbouw in intimidatie en agressie is te horen/lezen. Hoewel het ovc-gesprek van 6 juni 2019 van latere datum is dan de meeste verzonden dwangteksten, blijkt uit dit gesprek niet alleen duidelijk de samenwerking tussen verdachte en [medeverdachte] , maar ook dat zij gebruik van geweld niet schuwen. Zij praten over het aanschaffen van een wapen, over het kapotschieten van (een wiek van) een windmolen en over het verklaren van een gebied tot oorlogsgebied. Met betrekking tot de aanschaf van het wapen geeft verdachte aan dat [naam organisatie B] ook nog geld in de kas heeft en dat hij gaat kijken hoe hij dat gaat doen. Het hof begrijpt hieruit dat verdachte gaat kijken hoe hij financiële middelen van [naam organisatie B] kan gebruiken voor het plan om een wapen aan te schaffen. Ook praten zij erover om een kogel door de cabine van een vrachtwagen van [onderneming 13] heen te ‘jassen’. [32]
Verdachte stelt dat hij enkel toehoorder was tijdens de gesprekken met [medeverdachte] . Daarnaast heeft de raadsman aangevoerd dat onderdelen uit de ovc-gesprekken juist een contra-indicatie vormen voor wetenschap bij verdachte van en voor betrokkenheid van verdachte bij de activiteiten waarover [medeverdachte] hem tijdens de gesprekken vertelde.
Het hof overweegt hierover dat het de strekking van de gesprekken op een andere manier waardeert dan de verdediging. Het hof plaatst de inhoud van de gesprekken in de hiervoor omschreven context van voortgangsoverleg en de heimelijke context van de gesprekken. Daarbij leidt het hof, net als de rechtbank, uit de ovc-gesprekken af dat daar waar het woord ‘we’ werd gebruikt in de gesprekken, in ieder geval verdachte en [medeverdachte] werden bedoeld.
Het klopt op zichzelf wel dat [medeverdachte] verdachte op sommige momenten vertelde over handelingen/activiteiten die verricht waren. Maar het hof ziet dit in het licht van voortgangsoverleg dat zij voerden over die activiteiten. Uit de ovc-gesprekken blijkt immers ook niet dat verdachte niet wist waar [medeverdachte] over sprak. En hoewel [medeverdachte] tijdens deze gesprekken over het algemeen meer praatte dan verdachte, is het hof van oordeel dat verdachte niet – zoals hij zelf stelt – enkel toehoorder of onschuldige meeprater was. Naast de instemmende, aanjagende en stimulerende reacties van verdachte had verdachte eveneens een actieve, inhoudelijke bijdrage aan de gesprekken. Verdachte praatte op zijn beurt [medeverdachte] ook bij over de voortgang van activiteiten en verdachte en [medeverdachte] smeedden gezamenlijk plannen. Daarbij was sprake van een rolverdeling tussen beiden. Verdachte redigeerde de inhoud van brieven, selecteerde mede bedrijven die een brief moesten ontvangen in verband met hun betrokkenheid bij de windparken en liet adressen van die bedrijven verzamelen ten behoeve van verzending van de brieven. Verdachte informeerde [medeverdachte] daarover. Verdachte kon die informatie ook verschaffen vanuit zijn rol als voorzitter/woordvoerder van [naam organisatie A] en woordvoerder/penningmeester van [naam organisatie B] . Ook had verdachte als voorzitter van de ondernemersvereniging een relevante informatiepositie ten opzichte van ondernemers en bedrijven en was hij vertrouwenspersoon voor ondernemers die te maken kregen met protestacties, zoals aangever [naam 10] . [33]
Ook noteerde verdachte zo nu en dan als [medeverdachte] praatte, hetgeen door [medeverdachte] werd gezegd. In het kantoor van verdachte zijn, deels handgeschreven, deels op digitale gegevensdragers, notities gevonden die wat betreft woordgebruik en strekking overeenkomen met onderdelen van de tenlastegelegde teksten en de hierboven genoemde privacybrief. [34]
Drukker [naam 6]
Voor de beoordeling of het handelen van verdachte voldoende is geweest om te spreken van medeplegen acht het hof voorts het volgende van belang.
Uit de ovc-gesprekken blijkt dat verdachte het contact met de drukker onderhield. Verdachte vertelt aan [medeverdachte] dat hij de drukker het stickje geeft, dat de drukker kijkt, dat de drukker het even op zijn pc zet en dat verdachte het stickje krijgt. Verdachte heeft de drukker al tig keer gewaarschuwd dat hij er niet met ‘zijn fikken’ aan moet zitten (het hof begrijpt: met zijn handen aan drukwerk) en hem gezegd dat hij handschoentjes aan moet doen, zo vertelt verdachte. Ook heeft verdachte iedere keer aan de drukker gevraagd of hij het weer van zijn computer heeft afgegooid. Verdachte laat [medeverdachte] weten dat de drukker zijn praatje over het drukwerk klaar heeft, zodat de drukker – zoals [medeverdachte] het zegt – alleen gepakt kan worden op het feit dat hij dat drukwerk heeft gemaakt.
Uit het onderzoek is gebleken dat met de drukker, [naam 6] van [onderneming A] wordt bedoeld. [naam 6] heeft verklaard dat verdachte in ongeveer de eerste helft van 2019 vijf tot tien keer bij hem op de zaak is geweest. Verdachte kwam dan binnen, geeft een stickje en (het hof begrijpt: zegt) ‘ik heb een paar afdrukjes, kun je dat even doen’. [naam 6] heeft verklaard dat hij de eerder genoemde zwartboeken heeft gedrukt. [35] Dat wordt ondersteund door NFI-onderzoek op basis waarvan het hof concludeert dat het zwartboek is gedrukt met de Minoltaprinter van [naam 6] . [36]
Verdachte heeft ter zitting van het hof verklaard dat hij [naam 6] soms betaalde. [37]
De verdediging heeft bepleit dat de bezoeken van verdachte aan [naam 6] op 1 mei 2019 en de bezoeken daarna niet te maken kunnen hebben gehad met het zwartboek en de brief aan de binnenzijde van het zwartboek, omdat die op 1 mei 2019 om 9.00 uur – voordat de auto van verdachte bij [naam 6] is gesignaleerd - zouden zijn opgeslagen op de computer van [naam 6] .
Die stelling mist echter feitelijke grondslag. De betekenis die de raadsman aan de documentgegevens op de computer van [naam 6] geeft, blijkt niet uit het dossier, nu uit het dossier enkel blijkt dat het document op 1 mei 2019 om 9.00 uur is gewijzigd.
Het hof merkt op dat verdachte op 1 mei 2019 omstreeks 10.30 uur telefonisch contact heeft gehad met [medeverdachte] naar aanleiding van de vraag van [medeverdachte] of hij ‘wat voor de meiden kan langsbrengen’. Nadat de auto van [medeverdachte] bij het kantoor van verdachte is langs geweest, brengt de auto van verdachte tweemaal een bezoek aan het adres van [onderneming A] . [38]
Het hof volgt verdachte voorts niet in zijn verweer dat hij richting [naam 6] slechts voor postbode speelde, zonder te weten wat er op de usb-stick en in het drukwerk stond. De hierboven genoemde wijze waarop verdachte drukker [naam 6] instrueerde hoe om te gaan met het drukwerk en het voorkomen c.q. wissen van sporen, duidt erop dat verdachte wel degelijk kennis had van de illegale strekking van de inhoud van het drukwerk en duidt op een actievere rol van verdachte dan het enkel fungeren als postbode. De verklaring die verdachte ter zitting van het hof heeft gegeven voor deze instructies richting [naam 6] , te weten dat hij niet in verband gebracht wilde worden met drukwerk waar mogelijk nog een negatieve omstandigheid aan toegevoegd zou worden, acht het hof onnavolgbaar en ongeloofwaardig. Bovendien spreken verdachte en [medeverdachte] tijdens de ovc-gesprekken uitvoerig over de brieven die verzonden zullen worden en zijn verzonden. Daar komt bij dat tijdens het ovc-gesprek van 23 mei 2019 door verdachte en [medeverdachte] met zoveel woorden wordt gesproken over de inhoud van het zwartboek. [39]
Samenhang brieven [naam 10] , [naam 11] en [onderneming 2]
Gelet op de vrijspraak van de rechtbank van het onder 2 tenlastegelegde overweegt het hof dat het openbaar ministerie terecht heeft aangevoerd dat de brief aan [onderneming 2] (feit 2) niet los kan worden gezien van de brieven aan [naam 10] en [naam 11] (feit 4). In het ovc-gesprek van 9 mei 2019 spreken verdachte en [medeverdachte] over [onderneming 2] en leggen zij een duidelijk verband met de brieven aan [naam 10] en [naam 11] :
[medeverdachte] : Nou en dat hebben we twee keer getest en dat is twee keer recht op em af.... en wat betreft [onderneming 2] dat hebben we goed ingeschat die hebben we geen ultimatum gegeven.
[verdachte] : Zo is dat dus die dreiging en grote onzekerheid.... [40]
Het hof overweegt dat in de brieven aan [naam 10] en [naam 11] een ultimatum, waarbinnen zij met een persverklaring naar buiten moesten komen, is gesteld, terwijl in de brief aan [onderneming 2] een dergelijk ultimatum ontbreekt.
Het hof volgt het openbaar ministerie in het standpunt dat – gezien de datum van 9 mei 2019 van het ovc-gesprek – dit gesprek moet gaan om een andere brief/tekst dan het zwartboek, omdat [onderneming 2] het zwartboek pas op 14 mei 2019 heeft ontvangen.
Bovendien bespreken verdachte en [medeverdachte] in het ovc-gesprek van 4 april 2019 onder meer het volgende:
[medeverdachte] : (…) Laten de toeleveranciers en de aannemers van deze projecten der ook even goed over nadenken, die kunnen zich wel eens af gaan vragen krijgen wij ons geld wel
[verdachte] : Precies!
[medeverdachte] : Een beetje onrust stoken. Je moet het ze allemaal vertellen.
(…)
[medeverdachte] : Wat je wat we hier zou hiermee zouden kunnen doen [verdachte] we zouden een waarschuwing kunnen uit doen gaan (…) uiteindelijk is het heel simpel je kan van ons zeggen het is heel simpel, ik zal er eerlijk over zijn, wij zijn gebaat bij het stranden van deze windprojecten wij verafschuwen onderaannemers en toeleveranciers die hieraan mee willen werken en eigenlijk wensen we het aller slechtste voor ze (…) Uiteindelijk hebben wij meer baat bij om deze ondernemers tussen aanhalingstekens te waarschuwen voor het onheil wat hen boven het hoofd hangt
[verdachte] : Ja
[medeverdachte] : Dat ze te maken, dat ze te maken hebben met een windbuil
[verdachte] : Ja
[medeverdachte] : Een lege huls, maar waarvan nog zeer discutabel is of daar wel een financiering achter zit en als het dan gefinancierd wordt de financier ook buiten het boekje gaat (…)
[verdachte] : ja ja ja. [41]
Vier dagen later, op 8 april 2019, ontvangt [onderneming 2] de brief genoemd in feit 2, waarin – overeenkomstig het hierboven vermelde gesprek van 4 april 2019 – gewaarschuwd wordt voor het gebrek aan financiële dekking van de projecten.
Overigens ziet het hof de brief aan [onderneming 2] ook niet los van het zwartboek, gelet op de overeenkomstige afzender te weten [naam 12] c.q. de door de overheid en initiatiefnemers van windparken, belazerde, belaagde, bedreigde en tot nu toe als uitschot behandelde burgers uit [gemeente 2] en [gemeente 1] , alsmede gelet op de overeenkomstige stijl en strekking van de teksten.
Conclusie medeplegen
Op grond van alle hiervoor omschreven feiten en omstandigheden stelt het hof vast dat verdachte zich naast legale protestactiviteiten parallel in bewuste en nauwe samenwerking met in ieder geval [medeverdachte] ondergronds bezighield met een intimiderende wijze van verzet tegen de windparken middels het versturen van dreigbrieven zoals opgenomen in de tenlastegelegde feiten onder 1 primair, 2, 3 en 4. Verdachte en [medeverdachte] hadden een intensieve samenwerking met een onderlinge taakverdeling, waarbij verdachte een wezenlijke rol had en essentiële uitvoerende taken op zich nam.
Het hof is van oordeel dat de bijdrage van verdachte in de voorbereiding en uitvoering van deze feiten van zodanig gewicht was dat verdachte kan worden aangemerkt als medepleger.
Ook is het hof van oordeel dat verdachte met in ieder geval [medeverdachte] de teksten zoals opgenomen onder feit 1 (a, b en c), feit 2, feit 3 en feit 4 binnen hun bewuste en nauwe samenwerking heeft geschreven dan wel heeft doen schrijven en heeft verzonden dan wel doen verzenden. Dat niet is vast komen te staan dat verdachte de tenlastegelegde brieven/teksten daadwerkelijk zelf heeft getypt of verzonden, en ook dat [medeverdachte] vermoedelijk een nog grotere rol heeft gespeeld in de voorbereiding en uitvoering van de feiten 1, 2, 3 en 4, doet niet af aan de substantiële rol die verdachte hierin heeft vervuld en de intensieve samenwerking van verdachte en [medeverdachte] die gericht was op het ondergrondse verzet door middel van onder andere het versturen van dreigbrieven.
Ook blijkt uit de bewijsmiddelen en de rol van verdachte zoals hiervoor omschreven dat verdachte hier opzet op had en ook dat hij opzet had op de dwingende strekking van die teksten.
Derhalve acht het hof het tenlastegelegde medeplegen aan de feiten 1 primair, 2, 3 en 4 bewezen.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel – ook in onderdelen – slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1. primair
hij in de periode van 1 mei 2019 tot en met 13 juni 2019, in Nederland en/of in Duitsland , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, anderen, te weten medewerkers/eigenaren/directieleden van de hieronder genoemde bedrijven/ondernemingen en/of personen:
- [onderneming 1] te [locatie onderneming 1] , en
- [onderneming 2] te [locatie onderneming 2] , en
- [onderneming 3] te [locatie onderneming 3] , en
- [onderneming 4] te [locatie onderneming 4] , en
- [onderneming 5] te [locatie onderneming 5] , en
- [onderneming 6] te [locatie onderneming 6] , en
- [onderneming 7] te [locatie onderneming 7] , en
- [onderneming 8] te [locatie onderneming 8] , en
- [onderneming 9] te [locatie onderneming 9] , en
- [onderneming 10] te [locatie onderneming 10] , en
- [onderneming 11] te [locatie onderneming 11] , en
- [onderneming 12] B.V. en [onderneming 12] te [locatie onderneming 12] , en
- [onderneming 13] te [locatie onderneming 13] , en
- [onderneming 14] te [locatie onderneming 14] , en
- [onderneming 15] te [locatie onderneming 15] ,
telkens door bedreiging met enige feitelijkheid gericht tegen medewerkers/eigenaren/directieleden van de hierboven genoemde bedrijven/ondernemingen en/of personen, wederrechtelijk te dwingen iets te doen,
te weten het stoppen met werkzaamheden en/of faciliteren ten behoeve van het bouwen en/of voorbereiden van de bouw van een windmolenpark Windpark De Drentse Monden en Oostermoer en/of Windpark N33 ,
één of meer dreigbrieven, een zogenaamde "Zwartboek" met tekst, hebben geschreven en/of doen schrijven en/of verzonden en/of doen verzenden aan de hierboven genoemde bedrijven/ondernemingen en/of personen, met de volgende tekst(en):
a.
"Aan de directie
Bij deze doen wij u het zwartboek toekomen en verklaren u en uw onderneming/organisatie vogelvrij. U moet rekening houden met zeer onaangename ervaringen voor u en uw personeel en dat op al uw projecten, dus ook reeds gerealiseerde projecten, waar ook gevestigd. Dit heeft u te danken aan de tomeloze drift van uw onderneming/organisatie om zich te verrijken over de rug van de bevolking en het verwoesten van onze leefomgeving. De door u ingehuurde bedrijven hebben de mogelijkheid om zich te ontdoen van een vermelding in ons zwartboek. U kunt de schade beperken door de bevolking verder met rust te laten. Dan zullen wij in het zwartboek geen namen van het personeel vermelden. Zoals in een eerder schrijven aan u gericht (de privacybrief) hebben we al aangegeven goed op de hoogte te zijn. Uw personeels en directie gegevens zijn bij ons bekend. Hier zijn wij tot op heden zeer discreet mee omgegaan, maar of dat zo blijft, is aan u. [naam 12] ",
en/of
b.
"Bij deze ontvangt u dit zwartboek, althans de omslag met inleiding van een boek dat de komende tijd vorm gaat krijgen. U en uw onderneming hebben een plek gevonden in het zwartboek, omdat u/de onderneming/organisatie actief deelneemt aan de realisatie van windparken in [gemeente 2] en/of [gemeente 1] .
Inleiding
Wij, de door de overheid en initiatiefnemers van windparken, belazerde, belaagde, bedreigde en tot nu toe als uitschot behandelde burgers uit [gemeente 2] en [gemeente 1] , mannen en vrouwen, vaders en moeders, opa's en oma's, van hoog tot laag opgeleid. Kort gezegd: [naam 12] .
Wij gaan er voor zorgen dat de vermelding in het zwartboek voor u en uw onderneming een zwarte bladzijde wordt in uw leven en dat van de onderneming/organisatie.
Wij gaan optreden tegen iedereen die wil profiteren van onze ellende. De motivatie daarvoor vanuit de bevolking zal alleen maar toenemen naarmate de plannen vorderen. Maar voor wij dat gaan doen gaat u eerst, het over onze rug verdiende, geld uitgeven aan beveiliging. Let op! Daar waar wij een gaatje vinden en het de moeite waard vinden zullen wij gebruik maken van de gelegenheid om u het leven zuur te maken. Wij gaan rustig uitzoeken wat de zwakke plekken zijn binnen uw onderneming/organisatie. We nemen daar alle tijd voor. Net als u denkt: het waait wel over, dan zijn wij er weer.
Behandelingen zijn te verwachten op alle locaties, waar dan ook. Dit houdt in dat uw klanten zich moeten realiseren dat met u in zee gaan kan betekenen dat ze voor onaangename verrassingen kunnen komen te staan. Dus niet enkel op windpark werklocaties.
De volgende hoofdstukken zullen behandeld worden.
Waar is het mee begonnen. Hoe kwamen de windparklocaties in beeld. De beide provinciebesturen die zich totaal incompetent hebben getoond. De dubieuze rollen die (ex) gedeputeerden hebben gespeeld waarbij het aan machtsmisbruik en corruptie niet ontbreekt. [naam ambtenaar] , tussen de boeren en op de tribune bij de RvS. Daar begint zijn verhaal nog maar mee.
[naam politicus 1] , die [onderneming 26] rijkelijk bediende. [naam bestuurder] , die zijn Duitse vrienden van [onderneming 12] een riante positie gaf bij de N33 toen hij zijn kans schoon zag. Over [naam politicus 2] maar te zwijgen, al gaan we dat zeker niet doen. O ja, gedeputeerde [naam politicus 3] , bijna vergeten omdat niemand haar echt serieus neemt. Onrecht naar de burgers.
Vele onzekerheden voor het bedrijfsleven. Hoe wordt de afrekening van de burgers uitgevoerd. Onzekere financiële posities van opdrachtgevers. Want welke financier steekt zijn geld in een wespennest?
De rol van overheid/EZ. Het ondermijnen van het draagvlak voor de energietransitie door het wangedrag van de overheid, de ministers en natuurlijk [naam 3] , de klokkenluider van EZ.
De blunder van [naam organisatie 1] . Ziet blijkbaar haar eigen rol en kwetsbaarheid niet met de duizenden hoogspanningsmasten die zij in Nederland en Duitsland onder beheer hebben. Vanaf nu bij iedere mast een bewaker?
De windboeren. Vroeger hereboer, 10 jaar geleden agrariër en nu paria. Projectontwikkelaars, met onder andere, de Duitse bezetting van [naam dorp 2] en omstreken door [onderneming 12] / [onderneming 12] .
[naam 4] , hoe één persoon ( [naam 5] ) zo' n 100 miljoen aan eigen vermogen bij elkaar wist te harken met het innen van subsidiegeld voor windmolens.
De nauwe relatie tussen [naam organisatie 2] en [naam bank] .
Banken. Het onderwater drukken van verstrekte hypotheken aan huiseigenaren in de windparkregio's, waaraan met name [naam bank] zich ook schuldig aan maakt. Ook andere financiële instellingen gaan niet vrijuit en zullen zeker vermeld worden.
Lijst van ondernemingen/organisaties die geprofiteerd hebben van onze ellende. Compleet met namen, adressen en telefoonnummers van eigenaren, directieleden en aandeelhouders.
Actiegroepen.
Media aandacht.
Het uiteindelijke failliet van de windparken in beide provincies.
Advies hoe hiermee om te gaan.
We raden u aan een spiegel te kopen. Een spiegel die u voor allerlei zaken nodig zult hebben. Onder andere om nekklachten te voorkomen. U zult immers constant achterom moeten kijken als u zich op straat begeeft. Of om er eens recht in te kijken en uzelf de vraag te stellen: is dit wat mij en de onderneming/organisatie boven het hoofd hangt het wel waard? Als het antwoord nee is, laat u dat in een persverklaring weten. Als dat duidelijk wordt gedaan zal uw bladzijde uit het boek verwijderd worden. Het verwijderen van bladzijden uit dit boek geldt alleen voor ondernemingen die tot inkeer komen. Te denken aan: aannemers, onderaannemers, transporteurs, adviesbureaus, bewaking, verkeersregelaars, verhuurbedrijven, toeleveranciers, etc.
Bedenk wel: U verdiend uw geld aan ons verdriet.
Dit zwartboek is ook gericht aan een ieder die zich aangesproken voelt, maar deze nog niet van ons heeft ontvangen.",
en/of
c.
"Aan de directie.
Aanvulling op het zwartboek die u onlangs heeft ontvangen.
Voor uw onderneming willen we het volgende onder de aandacht brengen.
Stelt u zich eens voor dat uw handelsvoorraad (zand, grind, bergen en putten) besmet blijkt te zijn met asbest. Wat voor gevolgen heeft dat dan voor uw onderneming.
Wij denken desastreus.
Als u asbest aantreft kunt u natuurlijk proberen dat onder de mat te vegen, maar daar steken wij dan een stokje voor, omdat wij alle benodigde instanties zullen inlichten over de bij u ontstane situatie.
Waarschuw uw collega bedrijven, omdat het voor ons lastig is om van alle zand/grind locaties vast te stellen wie de eigenaar is.
Realiseert u zich dat u door uw handelen ook bedrijven mee naar de afgrond sleept die zich niet wensen te verrijken aan ons verdriet en ellende.
Ons inziens hebben wij u nu voldoende gewaarschuwd.
[naam 12] ",
terwijl de uitvoering van dit voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij in de periode van 1 april 2019 tot en met 8 april 2019, in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf, om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, eigenaren/directieleden van [onderneming 2] , door bedreiging met enige feitelijkheid gericht tegen eigenaren/directieleden van die [onderneming 2] , wederrechtelijk te dwingen iets te doen,
te weten zakelijk weergegeven het stoppen met werkzaamheden en/of faciliteren ten behoeve van het bouwen en/of voorbereiden van de bouw van een windmolenpark Windpark De Drentse Monden en Oostermoer en/of Windpark N33 , een brief hebben geschreven en/of doen schrijven en/of verzonden en/of doen verzenden gericht aan medewerkers/eigenaren/directieleden van [onderneming 2] , met de volgende tekst:
" [onderneming 2]
t.a.v. de directie
Bij deze willen wij u wijzen op de risico's waar u mee te maken krijgt nu uw onderneming heeft getekend voor de aanleg van kabels ten behoeve van windparken in [gemeente 1] .
Ten eerste weten wij dat er nog geen financiële dekking is voor projecten.
[naam bank] weigert de proefmolen te financieren en voor de rest van het project is er nog geen financier akkoord gegaan en het lijkt ons ook niet realistisch dat dat gaat gebeuren, gezien de weerstand en haat vanuit de bevolking.
Die geven het verzet nooit op.
Gaat u met uw onderneming toch over tot werkzaamheden, dan kunt u rekenen op grote problemen voor uw onderneming.
Uw onderneming wordt dan door ons vogelvrij verklaard.
Onze, voor uw onderneming nadelige, behandelingen zullen niet op locaties in [gemeente 1] plaatsvinden, maar juist daarbuiten.
Internationale aanpak is voor ons ook geen probleem.
Verder kabels en buizen leggen, daar raakt de lol voor uw onderneming dan wel van af.
Afz:
[naam 12] .
De door de overheid en initiatiefnemers van windparken, belazerde, belaagde, bedreigde en tot nu toe als uitschot behandelde burgers uit [gemeente 2] en [gemeente 1] ",
zijnde de uitvoering van dat misdrijf niet voltooid;
3.
hij in de periode van 14 mei 2019 tot en met 24 mei 2019, in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf, om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, medewerkers/eigenaren/directieleden van [onderneming 12] en [naam 8] woordvoerder van [onderneming 12] ,
door bedreiging met enige feitelijkheid gericht tegen medewerkers/eigenaren/directieleden van die [onderneming 12] en [naam 8] , wederrechtelijk te dwingen iets te doen,
te weten zakelijk weergegeven het stoppen met werkzaamheden en/of faciliteren ten behoeve van het bouwen en/of voorbereiden van de bouw van een windmolenpark Windpark De Drentse Monden en Oostermoer en/of Windpark N33 ,
een brief hebben geschreven en/of doen schrijven en/of doen verzenden gericht aan [onderneming 12] ter attentie van [naam 8] , met de volgende tekst:
"Geachte heer [naam 8]
Wij weten dat u woordvoerder bent van [onderneming 12] / [onderneming 12] , maar u bent ook werknemer en collega. Wij vertrouwen er op dat u uw collega's in kennis stelt van de nieuwe ontstane situatie voor wat betreft de arbeidsvoorwaarden. En dan met name het veiligheidsaspect.
Een aantal jaren geleden is er vanuit [gemeente 2] een kerstkaart naar het huisadres van uw oude baas [naam 9] gestuurd, het geen veel impact op zijn gezin heeft gehad. Ons raakte deze reactie.
Het doet ons direct denken aan wat duizenden mensen hier voelen die bedreigt worden door niets ontziende projectontwikkelaars.
Uw werkgever heeft veel kansen onbenut gelaten om de bevolking in [gemeente 2] tegemoet te komen. Daardoor is de situatie nu meer dan grimmig.
Als voor u en uw collega's geldt: bevel is bevel, dan is dat ook uw keuze en jullie keuze. Weet wel de tijd van kerstkaarten sturen is voor ons voorbij.
Tot slot.
Wat u en uw collega's doen is werk. Voor ons is het veel meer.
Leefomgeving, gezondheid, sociale verbindingen, bezit, rechtvaardigheidsgevoel enz. wat ons wordt afgenomen.
En daarom geven wij het verzet nooit op. Ook niet als we daarvoor persoonlijk bij u langs moeten komen.
Het gaat hier namelijk over onrecht van de zwaarste categorie waar u zich voor inzet.
[naam 12] "
zijnde de uitvoering van dat misdrijf niet voltooid;
4.
hij in of omstreeks de periode van 20 maart 2019 tot en met 5 april 2019, in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, medewerkers/eigenaren/directieleden van de hieronder vermelde bedrijven en/of personen, door bedreiging met enige feitelijkheid gericht tegen medewerkers/eigenaren/directieleden van de hieronder vermelde bedrijven en/of personen, wederrechtelijk hebben gedwongen iets te doen,
te weten zakelijk weergegeven het stoppen met werkzaamheden en/of faciliteren ten behoeve van het bouwen en/of voorbereiden van de bouw van een windmolenpark Windpark De Drentse Monden en Oostermoer en/of Windpark N33 ,
door het schrijven en/of doen schrijven en/of verzenden en/of doen verzenden van een dreigbrief, te weten:
- een dreigbrief gericht aan [naam 10] en/of [onderneming 16] te [locatie onderneming 16] , met de volgende tekst:
"Met grote belangstelling keken wij uit naar de nieuwe bedrijfsnaam die bij ons de volle aandacht gaat krijgen. Dat wat u in 20 jaar heeft opgebouwd gaan wij zorgvuldig afbreken en daar nemen wij alle tijd voor. Net als u denkt: het is weer rustig, dan zijn wij er weer. Waarom? Omdat u hetzelfde doet met ons. Ons afbreken. Velen van de bewoners uit dit gebied hebben ook van alles opgebouwd en vaak langer dan 20 jaar en daar bloed, zweet en tranen ingestoken. Als u uw onderneming voort wilt zetten stopt u de werkzaamheden voor de windboeren en dat binnen één week en maakt dit bekend middels een persverklaring. Zo niet? Dan is uw onderneming niet meer levensvatbaar.
Afzender: uw provincie genoten over wiens rug u zich wilt verrijken.",
welke brief door of namens genoemde [naam 10] op 20 maart 2019 werd ontvangen, en
- een dreigbrief gericht aan [naam 11] en/of [onderneming 17] te [locatie onderneming 17] , met de volgende tekst:
" [naam 11] Wat voor [naam 10] ( [onderneming 16] ) geldt is ook op uw onderneming van toepassing. Zie bijgevoegde brief aan deze [naam 10] . Uw onderneming is actief bezig met de voorbereiding voor windpark N33 ( [naam station] ). Wij hebben met u minder geduld. U krijgt 48 uur de tijd om uw onderneming veilig te stellen. Als u niet tot actie overgaat kunt u het geld wat u, over onze rug, daar verdient uitgeven aan beveiliging van u en uw onderneming. Realiseert u zich dat de haat tegen ondernemers zoals u alleen maar toeneemt als de turbines geplaatst zijn. Geen enkel bedrijf kan zich verschuilen voor ons. Van projectontwikkelaar, aannemer, windboer, toeleverancier tot broodjeszaak. In [gemeente 2] , [gemeente 1] of daarbuiten. Wij verwachten van u deze week een persverklaring.
Afzender: uw provincie genoten over wiens rug u zich wilt verrijken.",
en daarbij gevoegd een kopie van de brief gericht aan de hierboven genoemde
[naam 10] ,
welke brief door of namens genoemde [naam 11] op 3 april 2019 werd ontvangen.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 primair bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van poging tot een ander door bedreiging met een feitelijkheid, gericht tegen die ander, wederrechtelijk dwingen iets te doen, meermalen gepleegd.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van poging tot een ander door bedreiging met een feitelijkheid, gericht tegen die ander, wederrechtelijk dwingen iets te doen.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van poging tot een ander door bedreiging met een feitelijkheid, gericht tegen die ander, wederrechtelijk dwingen iets te doen.
Het onder 4 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van een ander door bedreiging met een feitelijkheid, gericht tegen die ander, wederrechtelijk dwingen iets te doen, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De rechtbank Noord-Nederland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren, en met aftrek van de tijd die de verdachte heeft doorgebracht in voorlopige hechtenis.
De advocaat-generaal heeft gevorderd, rekening houdende met een overschrijding van de redelijke termijn, dat de verdachte voor het onder 1 primair, 2, 3, 4 en 5 primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertien maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren, en met aftrek van de tijd die verdachte heeft doorgebracht in voorlopige hechtenis.
De verdediging heeft - subsidiair, indien het hof komt tot een bewezenverklaring - verzocht een taakstraf aan verdachte op te leggen.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het meermalen uitvoeren van dwang, door een reeks aan bedrijven meermalen een dreigbrief te sturen waarin wordt gedreigd met nare consequenties wanneer het betreffende bedrijf niet zal stoppen met het faciliteren van de bouw van de windmolenparken Windpark De Drentse Monden en Oostermoer en Windpark N33 .
Het hof overweegt net als de rechtbank dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] drijvende krachten waren achter de bewezenverklaarde feiten. Zij wilden met het versturen van het zwartboek en de brieven bereiken dat de bedrijven hun werkzaamheden aan het realiseren van voornoemde windparken zouden staken. Uit de aangiften blijkt dat de brieven grote impact hebben gehad op de betreffende bedrijven. Met de brieven hebben verdachte en [medeverdachte] bij veel betrokken medewerkers gevoelens van onrust, grote onzekerheid en angst teweeggebracht.
Meerdere bedrijven voelden zich gedwongen extra veiligheidsmaatregelen te nemen om hun personeel en materieel te beschermen. Voor twee bedrijven, genoemd onder feit 4 ( [naam 10] / [onderneming 16] en [naam 11] ), was de impact dermate groot dat zij uitvoering hebben gegeven aan de eisen die in de dreigbrieven waren gesteld. Zij vonden het risico voor personeel en materieel te groot en hebben hun werkzaamheden met betrekking tot de windparken gestaakt.
Overeenkomstig de rechtbank overweegt het hof dat de wijze waarop verdachte en [medeverdachte] hebben gehandeld duidelijk het karakter heeft van eigenrichting. Zij hebben de uitkomsten van democratische besluitvorming niet gerespecteerd en ze hebben ervoor gekozen om de strijd tegen de komst van de windmolenparken in [gemeente 1] en [gemeente 2] op ondemocratische, intimiderende wijze voort te zetten. Op onacceptabele wijze probeerden zij hun zin, die zij via de aangewezen, democratische wegen niet hadden gekregen, door te drukken en de bouw van de windparken alsnog te stoppen. Daarmee hebben verdachte en [medeverdachte] willens en wetens de democratische rechtsstaat ondermijnd. Bedrijven werden onaanvaardbaar beperkt in de vrijheid die hen binnen de kaders van wet- en regelgeving toekomt vrij economisch te handelen en een tweetal bedrijven voelde zich zelfs genoodzaakt om af te zien van die vrijheid. Dit zijn ernstige feiten, die verdachte vele malen gedurende enkele maanden heeft gepleegd.
Hoewel [medeverdachte] in de gesprekken het hoogste woord had, weegt het hof ten aanzien van verdachte zijn dubbelrol strafverzwarend mee.
Verdachte heeft zich onder andere als voorzitter/woordvoerder van [naam organisatie A] en als woordvoerder/penningmeester van [naam organisatie B] neergezet als het boegbeeld van democratisch verzet en tegenover de buitenwereld afstand genomen van de dreigbrieven, terwijl hij ondertussen zelf medeorganisator was van die dreigbrieven. Daarnaast had hij als voorzitter van de lokale ondernemersvereniging zowel een voorbeeldfunctie als een informatiepositie ten opzichte van de benadeelde ondernemers. Verdachte heeft misbruik gemaakt van het vertrouwen dat ondernemers in hem hebben gesteld. Eén van de getroffen ondernemers, die uiteindelijk ook is gezwicht voor de hem opgelegde dreiging, ging nota bene bij verdachte te rade naar aanleiding van de ontvangen dreigementen. Bij die gelegenheid heeft verdachte zich, in de rol van voorzitter van de ondernemersvereniging, vol mededogen geuit naar de ondernemer, terwijl hij zelf medeveroorzaker was van de angst en onzekerheid die bij deze ondernemer was ontstaan.
Gelet op bovenstaande overwegingen is het hof van oordeel dat de bewezenverklaarde feiten alleen kunnen worden bestraft met oplegging van een gevangenisstraf en niet kunnen worden afgedaan met een taakstraf, zoals de raadsman heeft bepleit. De strafvorderlijke belangen voor oplegging van een gevangenisstraf wegen zwaarder dan de door de verdediging naar voren gebrachte persoonlijke belangen van verdachte. Anders dan de rechtbank en de advocaat-generaal ziet het hof onvoldoende aanleiding om een recidiverisico bij verdachte aan te nemen, zodat oplegging van een voorwaardelijk strafdeel achterwege kan blijven.
Alles overwegende is het hof van oordeel dat als uitgangspunt oplegging van een gevangenisstraf van zeven maanden passend en geboden is.
Het hof constateert echter dat de redelijke termijn waarbinnen een strafzaak behandeld dient te worden in onderhavige zaak met een jaar is overschreden. De procedure in hoger beroep heeft buiten toedoen van de verdediging ruim drie jaren geduurd. De procedures in eerste en tweede aanleg tezamen hebben ongeveer vijf jaren in beslag genomen. Dit leidt ertoe dat het hof de op te leggen straf zal matigen en verdachte zal veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden met aftrek van de tijd die verdachte heeft doorgebracht in voorarrest.
Tenuitvoerlegging van deze op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv, aan de orde is.

Benadeelde partijen

Vordering van de benadeelde partij [onderneming 13] en/of [onderneming 13]
en/of (directeur) [onderneming 13] heeft/hebben zich in eerste aanleg als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 943,92. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd. De benadeelde partij heeft zijn vordering in hoger beroep gewijzigd, in die zin dat de btw van € 85,00 niet langer wordt gevorderd. Dit leidt tot een gevorderde materiële schade van € 408,92 en een totale vordering in hoger beroep van € 858,92.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen tot een bedrag van totaal € 858,92, met toewijzing van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft bepleit dat de gevorderde immateriële schade van de benadeelde partij dient te worden afgewezen, nu de benadeelde partij een rechtspersoon betreft. Ten aanzien van de materiële schade heeft de verdediging verzocht om de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in zijn vordering. De verdediging heeft daartoe aangevoerd dat niet is gebleken dat in de tijd die de benadeelde partij heeft besteed aan het doen van aangifte, winst is gederfd aan de zijde van de benadeelde partij. Daarnaast ontbreekt onderbouwing van rechtstreekse schade in verband met het telefoongesprek met de provincie [gemeente 2] . Tot slot is niet gebleken dat de reiskosten, betreffende een afspraak met de Omgevingsdienst, rechtstreekse schade betreft, aldus de verdediging.
Het hof is, gelet op de aard van en de discussie over de verschillende schadeposten, van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij kan daarom thans in de vordering niet worden ontvangen en kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Vordering van de benadeelde partij [onderneming 6]
De [onderneming 6] heeft zich in eerste aanleg als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt
€ 14.401,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen tot een bedrag van € 9.350,43, met toewijzing van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft bepleit dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vordering, omdat de kosten voorafgaand aan het tenlastegelegde feit geen rechtstreekse schade betreffen en het onduidelijk is waar de nota’s van [camerasysteem] op zien.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 primair bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van € 9.350,43. Dit betreft de kosten die blijkens de nota’s van 2 juli 2019, 9 juli 2019, 27 juni 2019, 23 augustus 2019 en 28 augustus 2019 na het bewezenverklaarde handelen van verdachte door de benadeelde partij zijn gemaakt. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
Voor het overige is uit het onderzoek ter terechtzitting onvoldoende gebleken dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is in zoverre niet tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering voor het overige zal worden afgewezen. Het hof overweegt hieromtrent, zoals ook de advocaat-generaal en de raadsman naar voren hebben gebracht, dat dit deel van de gevorderde schade blijkens datering van de nota’s en de in de omschrijving genoemde periodes ziet op de periode voorafgaand aan het bewezenverklaarde handelen van verdachte.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Vordering van de benadeelde partij [onderneming 16]
heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 155.350,80. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
Zowel de advocaat-generaal als de verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
Het hof is van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij kan daarom thans in de vordering niet worden ontvangen en kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 45, 47, 57 en 284 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 5 primair en 5 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair, 2, 3 en 4 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [onderneming 13] en/of [onderneming 13]
Verklaart de benadeelde partij [onderneming 13] en/of [onderneming 13] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding en bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.

Vordering van de benadeelde partij [onderneming 6]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [onderneming 6] ter zake van het onder 1 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 9.350,43 (negenduizend driehonderdvijftig euro en drieënveertig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Wijst de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding voor het overige af.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [onderneming 6] , ter zake van het onder 1 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 9.350,43 (negenduizend driehonderdvijftig euro en drieënveertig cent) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 81 (eenentachtig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 24 mei 2019.

Vordering van de benadeelde partij [onderneming 16]

Verklaart de benadeelde partij [onderneming 16] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding en bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Aldus gewezen door
mr. A. Meester, voorzitter,
mr. J. Hielkema en mr. A.F. van Kooij, raadsheren
in tegenwoordigheid van mr. M.B. Haak, griffier,
en op 28 mei 2024 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. A. Meester is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.HR 13 september 2005,
2.Zie HR 18 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1473 en conclusie A-G 6 september 2022, ECLI:NL:PHR:2022:795.
3.Zie het overzicht van acties genoemd op pagina 17 tot en met 25 van het procesdossier en zie bewijsmiddelen 20 en 21.
4.Zie bewijsmiddel 1.
5.Zie bewijsmiddel 8.
6.Zie bewijsmiddel 9.
7.Zie bewijsmiddel 11.
8.Zie bewijsmiddel 9.
9.De envelop bevat een Nederlandse postzegel. Ook bevat de envelop geen andere aanknopingspunten dat de brief via de Duitse post zou zijn verzonden. Zie het NFI-rapport van 14 juni 2019 met zaaknummer 2019.04.12.067, gevoegd onder bijlage 39 van het Forensisch dossier.
10.Zie o.a. HR 2 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3474 en HR 21 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1938.
11.HR 10 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV5575.
12.Zie bewijsmiddel 3.
13.Verdachte wordt aangeduid met [verdachte] of [verdachte] . Medeverdachte [medeverdachte] wordt aangeduid met [medeverdachte] of [medeverdachte] .
14.Zie bewijsmiddel 3 / pagina 260 procesdossier.
15.Zie bewijsmiddel 3 / pagina 446 procesdossier.
16.Zie bewijsmiddel 3 / pagina 447 procesdossier.
17.Zie bewijsmiddel 3 / pagina 447 en 448 procesdossier.
18.Zie bewijsmiddel 3 / pagina 455 en 456 procesdossier.
19.Zie bewijsmiddel 3 / pagina 456 en 457 procesdossier.
20.Zie bewijsmiddel 3 / pagina 457 en 458 procesdossier.
21.Zie bewijsmiddel 3 / pagina 476 procesdossier.
22.Zie bewijsmiddel 3 / pagina 479 en 480 procesdossier.
23.Zie bewijsmiddel 3 / pagina 480 procesdossier.
24.Zie bewijsmiddelen 17 en 18.
25.In het bijzonder de ovc-gesprekken van 4 april 2019, 9 mei 2019, 23 mei 2019, 6 juni 2019.
26.Zie bewijsmiddel 18.
27.Zie bewijsmiddel 19.
28.Zie bewijsmiddel 3 / pagina 456 procesdossier.
29.Zie bewijsmiddel 3 / pagina 456 procesdossier.
30.Zie verderop in het arrest onder het kopje ‘
31.Zie bewijsmiddel 15.
32.Zie bewijsmiddel 3 / o.a. pagina 494, 495, 497 procesdossier.
33.Zie bewijsmiddelen 10, 19, 22 en 23.
34.Zie bewijsmiddel 14.
35.Zie bewijsmiddelen, 4, 5 en 6.
36.Zie bewijsmiddel 13.
37.Zie bewijsmiddel 19.
38.Zie bewijsmiddel 16.
39.Zie bewijsmiddel 3 / pagina 475 procesdossier.
40.Zie bewijsmiddel 3 / pagina 457 procesdossier.
41.Zie bewijsmiddel 3 / pagina 262 procesdossier.