Uitspraak
[appellante],
RENN4,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft [appellante] hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, die op 8 februari 2023 de arbeidsovereenkomst met [appellante] heeft ontbonden per 1 april 2023. [appellante] was sinds 1994 in dienst bij Stichting RENN4 en heeft betoogd dat de ontbinding onterecht was. RENN4 had de ontbinding aangevraagd op basis van verwijtbaar handelen van [appellante] en een verstoorde arbeidsverhouding. Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld, waarbij het hof de feiten en het verloop van de procedure heeft overwogen. Het hof oordeelt dat de kantonrechter terecht heeft geoordeeld dat de arbeidsovereenkomst kon worden ontbonden op de e-grond (verwijtbaar handelen). Het hof heeft vastgesteld dat [appellante] gedurende een lange periode niet heeft meegewerkt aan verbetertrajecten en dat haar gedrag en communicatie tot samenwerkingsproblemen hebben geleid. Het hof heeft ook geoordeeld dat er geen grond was voor het toekennen van een billijke vergoeding, omdat de ontbinding het gevolg was van het handelen van [appellante] zelf. De verzoeken van [appellante] zijn afgewezen, en zij is veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.