[verweerder] heeft een uiteenzetting gegeven van de wijze waarop Spaar Select in zijn geval heeft bemiddeld bij de totstandkoming van de overeenkomst onder “Advisering door de tussenpersoon (punt 14 ev)” van de conclusie van antwoord. De stellingen van [verweerder] komen, samengevat, op het volgende neer. [verweerder] is begin 2001 ongevraagd telefonisch
benaderd door een adviseur van Spaar Select, de heer [de adviseur van Spaar Select] (hierna: de adviseur). Daarna is deze adviseur aan huis geweest bij [verweerder] en zijn echtgenote mevrouw [de echtgenote] , voor een financieel adviesgesprek. De adviseur presenteerde zich als een deskundig adviseur op financieel gebied en stelde voor direct te bespreken wat de mogelijkheden voor [verweerder] waren. [verweerder] ging ermee akkoord ter plekke de financiële situatie en de mogelijkheden met deze adviseur door te nemen. [verweerder] wilde destijds graag een nieuwe keuken en nog wat kleine verbouwingen aan zijn huis laten verrichten. De adviseur gaf aan dat dit mogelijk was door de overwaarde die op het huis rustte in te zetten, door middel van een gecombineerde aandelenlease en hypotheekconstructie. De adviseur gaf expliciet aan dat zij dan nog geld zouden overhouden na afloop van de overeenkomst, voor bijvoorbeeld de aanschaf van een auto. Tijdens dit eerste gesprek heeft de adviseur een inkomenstoets gedaan (aangevinkt op het aanvraagformulier, productie 6 bij de dagvaarding eerste aanleg). Hij adviseerde [verweerder] om een Overwaarde Effect overeenkomst af te sluiten. Op deze manier zou [verweerder] volgens de adviseur op een veilige manier aanzienlijk vermogen opbouwen. Alternatieve overeenkomsten zijn niet door de adviseur genoemd of besproken, aldus [verweerder] . De adviseur toonde rekenvoorbeelden met verschillende rendementspercentages. Deze voorbeelden (prognoses) lieten unaniem zeer positieve resultaten zien. In alle voorbeelden was sprake van aanzienlijke vermogensgroei.
Vervolgens heeft de adviseur met [verweerder] en zijn vrouw de stappen besproken die moesten worden ondernomen om alles te regelen. Zo moest er een taxatierapport van de woning worden opgesteld, het aanvraagformulier voor het Overwaarde Effect contract moest worden ingevuld en bij de Postbank moest een gekoppelde rekening worden geopend. De adviseur heeft deze stappen nagenoeg allemaal zelf voor [verweerder] geregeld.
Tijdens het eerste gesprek heeft de adviseur al een gedeelte van het aanvraagformulier ingevuld. Nadat het taxatierapport klaar was, is de adviseur nogmaals bij [verweerder] op huisbezoek geweest. Toen heeft de adviseur het aanvraagformulier voor de Overwaarde Effect overeenkomst van Dexia verder ingevuld (waar [verweerder] en zijn vrouw bij aanwezig waren) en besproken, en [verweerder] heeft dat aanvraagformulier toen ter plekke ondertekend. De adviseur heeft het aanvraagformulier naar de bank verzonden.
De adviseur heeft [verweerder] geadviseerd om de overeenkomst aan te gaan voor 180 maanden, met een minimumlooptijd van 60 maanden, waarbij [verweerder] bij aanvang eenmalig een bedrag van € 31.593,- zou betalen, (welk bedrag gelijkstond aan 60 termijn betalingen minus 20% korting wegens vooruitbetaling) en vanaf de 61e t/m de 180e maand: (12 gelijke) maandtermijnen van € 658,19. Deze maandelijkse termijnen werden met een automatische (Post)bankincasso betaald.
De adviseur gaf nogmaals enkel mooie voorbeelden. [verweerder] zou “bijna het dubbele eraan overhouden”. [verweerder] heeft het advies opgevolgd en is de overeenkomsten met Dexia aangegaan, aldus [verweerder] .