ECLI:NL:GHARL:2024:3189
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vergoeding op de gemeenschap van tijdens huwelijk uit geclausuleerde erfenis ontvangen bedrag
In deze zaak heeft de vrouw hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Midden-Nederland van 11 januari 2023, waarin de man een vergoedingsrecht op de gemeenschap is toegekend van € 30.405, afkomstig uit een erfenis. De partijen zijn in 1993 getrouwd en hebben geen huwelijkse voorwaarden, waardoor zij in wettelijke gemeenschap van goederen zijn getrouwd. De vrouw verzoekt om de wijze van verdeling van de gemeenschap vast te stellen zonder vergoedingsrecht voor de man, terwijl de man verzoekt om het vergoedingsrecht te handhaven. Het hof heeft op 7 mei 2024 uitspraak gedaan en het hoger beroep van de vrouw deels toegewezen. Het hof oordeelt dat de man een vergoedingsrecht heeft op de gemeenschap van € 26.830, na verrekening van zijn vergoedingsplicht van € 3.575 voor door de gemeenschap betaalde privéschulden. Het hof heeft vastgesteld dat de erfenis ten goede is gekomen aan de gemeenschap, omdat het bedrag is gebruikt voor de kosten van de huishouding. De vrouw heeft niet voldoende onderbouwd dat het vergoedingsrecht van de man is vervallen. De beslissing van de rechtbank is vernietigd voor zover deze het vergoedingsrecht van de man op € 30.405 vaststelde, en het hof heeft bepaald dat de man recht heeft op een vergoedingsrecht van € 26.830. Elke partij draagt zijn eigen kosten.