Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de memorie van grieven van [appellant]
- de memorie van antwoord van Kwintes
- de akte uitlaten van [appellant]
2.De kern van de zaak en de beslissing
3.De bedoeling van het hoger beroep
- de vaststelling (‘verklaring voor recht’) dat Kwintes ten onrechte het zorgcontract heeft beëindigd;
- de vaststelling (‘verklaring voor recht’) dat Kwintes met het opzeggen van het zorgcontract onrechtmatig jegens [appellant] heeft gehandeld;
- Kwintes te veroordelen om aan [appellant] te voldoen de door [appellant] geleden schade als gevolg van de onterechte beëindiging van het zorgcontract, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, zulks te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van volledige betaling;
- Kwintes te veroordelen in de proceskosten.
4.De vaststaande feiten
- ambulante begeleiding vanuit Kwintes;
- Budgetcoach aangaande budgetbeheer vanuit Kwintes;
- Hofstra Advocatuur; de heer [naam1]
- Gemeente Hilversum; Regisseur: [naam2] .
- Het huidige tijdelijke huurcontract wordt verbroken. Dit betekent dat u zelf op zoek moet gaan naar woonruimte.
- [appellant] , DM wordt uit huis gezet als hij zich niet aan bovengenoemde afspraken houdt.’
U heeft zich niet aan de gemaakte afspraken gehouden(…)
.
Klager was niet bereid een begeleidingsrelatie op te bouwen en stelde zich niet begeleidbaar op’ en ‘
Voor de Klachtencommissie is duidelijk dat klager op geen enkele wijze gemotiveerd is om begeleiding te ontvangen. Hij gedoogt enkel de contactmomenten met de begeleider’.
’
5.Het oordeel van het hof
‘Kwintes vindt het daarom belangrijk dat zij in alle situaties handelt overeenkomstig de AV GGZ.’(alinea 31 conclusie van antwoord). [appellant] stelt dat Kwintes bij de beëindiging van het zorgcontract heeft gehandeld in strijd met deze voorwaarden, in het bijzonder met artikel 27 in verband met artikel 30. Deze artikelen bepalen onder andere dat de zorginstelling het zorgcontract eenzijdig mag opzeggen als de client herhaaldelijk diens verantwoordelijkheden uit de overeenkomst niet nakomt of kan nakomen, daarop herhaaldelijk is aangesproken, maar hij zijn gedrag niet verandert en dit heeft geleid tot een zodanige situatie dat het langer voortduren van de overeenkomst in redelijkheid niet langer van de zorginstelling kan worden gevergd. [appellant] stelt dat Kwintes hem onvoldoende zou hebben gewaarschuwd en geen redelijke termijn voor de opzegging van het zorgcontract in acht heeft genomen. Het hof overweegt dat de algemene voorwaarden met zoveel woorden aan Kwintes het recht geven om in een situatie als deze het zorgcontract op te zeggen. De in acht genomen termijn van één maand wordt door het hof niet onredelijk gevonden, temeer nu Kwintes in de opzegbrief zich bereid heeft verklaard nazorg te willen verlenen. Die nazorg heeft Kwintes ook verleend door de in artikel 31 van de algemene voorwaarden bedoelde personen op de hoogte te stellen vóór het daadwerkelijk vertrek en [appellant] te verwijzen naar de daklozenopvang die ook door haar wordt beheerd. Wat Kwintes meer of anders had moeten doen, wordt door [appellant] niet voldoende geconcretiseerd. Bovendien ziet [appellant] voorbij aan de actieve rol die in dit verband van hem werd verlangd. Het hof oordeelt daarom dat niet is gebleken dat Kwintes bij de opzegging onzorgvuldig heeft gehandeld door de algemene voorwaarden GGZ niet in acht te nemen en dat de in acht genomen opzegtermijn niet onredelijk is. Ook daaruit kan dus niet worden afgeleid dat de opzegging van het zorgcontract niet rechtsgeldig is, dan wel dat Kwintes jegens [appellant] onrechtmatig heeft gehandeld.
6.De beslissing
€ 1.214).
7 mei 2024.