Uitspraak
TBS P23/64
Beslissing van 8 februari 2024
[verdachte] ,
BESLISSING
[verdachte].
niet-ontvankelijkin zijn vordering tot het alsnog bevelen van de verpleging van overheidswege.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 februari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 13 januari 2023. De rechtbank had bepaald dat de terbeschikkinggestelde, geboren in 2000, van overheidswege zou worden verpleegd. Het hof heeft vastgesteld dat het gerechtshof Amsterdam op 2 februari 2024 het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 18 januari 2022 heeft vernietigd, waarbij de terbeschikkingstelling met voorwaarden was opgelegd. Het hof oordeelt dat de beslissing van het gerechtshof Amsterdam, die de dadelijke uitvoerbaarheid van de voorwaarden heeft opgeheven, onmiddellijke werking heeft, ook al is deze nog niet onherroepelijk. Hierdoor is de grondslag voor de vordering tot verpleging van overheidswege komen te vervallen.
De terbeschikkinggestelde was eerder veroordeeld voor belaging en bedreiging met zware mishandeling en was onderworpen aan een terbeschikkingstelling met voorwaarden. Na een aantal incidenten in de Forensisch Psychiatrische Afdeling heeft het openbaar ministerie gevorderd dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zou worden verpleegd. Het hof heeft de ontvankelijkheid van deze vordering aan de orde gesteld en geconcludeerd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk is in zijn vordering, omdat de basis voor deze vordering is komen te vervallen door de eerdere uitspraak van het gerechtshof Amsterdam.
Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot verpleging van overheidswege. De uitspraak is gedaan door een kamer van het hof, bestaande uit de voorzitter en drie raadsheren, en is openbaar uitgesproken op 8 februari 2024.