Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
“Verzoekster stelt dat zij de vordering in de hoofdzaak reeds heeft ingesteld bij een arbiter in Londen en dat deze arbiter vonnis heeft gewezen op 6 december 2023. Dit arbitrale vonnis is in Nederland nog niet vatbaar voor tenuitvoerlegging. De voorzieningenrechter zal daarom aan het verlof de voorwaarde verbinden dat verzoekster binnen vier weken na de dag waarop het eerste beslag is gelegd de procedure inleidt waarin zij verzoekt het vonnis vatbaar te maken voor tenuitvoerlegging.”De bedoeling van het hoger beroep is – primair – dat de bestreden beschikking wordt vernietigd, uitsluitend voor zover daarbij deze voorwaarde is gesteld aan het verlof of – subsidiair – de bestreden beschikking te vernietigen uitsluitend voor wat betreft de lengte van de bedoelde termijn en deze alsnog te stellen op 6 maanden of een andere door het hof te bepalen duur, met veroordeling van PPE in de proceskosten als zij in de procedure zou verschijnen en met uitvoerbaarverklaring bij voorraad van de beschikking in hoger beroep.
3.Het oordeel van het hof
4.De beslissing
12 maart 2024.