Uitspraak
en bij de rechtbank optrad als eiser,
[appellant],
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerden],
1.De procedure bij het hof
2.2. De kern van de zaak
C. VOORGENOMEN SPLITSING IN APPARTEMENTSRECHTEN.
9, kadastraal bekend gemeente Sneek, sectie C, complexaanduiding 9008-A, appartementsindex
9;
10, kadastraal bekend gemeente Sneek, sectie C, complexaanduiding 9008-A, appartementsindex
10;
3.Het oordeel van het hof
I. tot het (doen) verwijderen van de kasten die [geïntimeerden] hebben aangebracht in de ruimte voor de toegangsdeur van [appellant] tot aan de scheidingswand en op de ruimte waar de kasten stonden een vloer aan te leggen van dezelfde soort en kleur als die nu in de ruimte ligt, en
.Gezien de redactie van en de samenhang van de nieuwe vordering I en II met de daarmee min of meer corresponderende vordering in de inleidende dagvaarding maakt [appellant] geen aanspraak meer op het verwijderen van het trapgat, maar maakt hij nog wel steeds aanspraak op de uitsluitende eigendom van het halletje voor zover het zich binnen het verlengde van de buitenwanden van zijn appartement bevindt. Dat dit nu is omschreven als de toegang tot schiphuis dicht te doen maken leest het hof in dit licht als een verbod om van het (bovenste deel van) het trappenhuis gebruik te maken zonder dat het trapgat hoeft te worden verwijderd. In die zin is het een toelaatbare vermindering van eis.
‘De uitsparing die in de tekening van de begane grond kennelijk is opgenomen voor een wenteltrap tussen appartementen 4 en 5, in midden tussen appartementen 4 en 5, correspondeert (…) niet met een uitsparing voor een trap in de tekening van de eerste verdieping. De uitsparing op de eerste verdieping bevindt zich immers niet in het midden tussen appartementen 9 en 10 , maar vrijwel geheel aan de zijde van appartement 9. Deze in de tekening opgenomen uitsparingen zijn, zoals ook volgt uit de ingetekende ronde trap tussen appartementen 2 en 3 en tussen appartementen 7 en 8, bedoeld om de kantoorruimten op de eerste verdieping en de boothuizen op de begane grond te ontsluiten met een inpandige trap. Nu de uitsparingen tussen appartementen 4 en 5 en tussen appartementen 9 en 10 kennelijk bedoeld zijn voor een ontsluiting van elk van deze appartementen, moeten de stukken in beginsel aldus begrepen worden dat ook de trapruimte tussen appartementen 9 en 10 (min of meer) in het midden tussen deze appartementen ligt. Dat de trapruimte tussen nummers 9 en 10 op de tekening – anders dan de ruimten tussen 2 en 3, tussen 4 en 5 en tussen 7 en 8 - niet min of meer in het midden ligt, maar vrijwel geheel aan de zijde van nummer 9, is dus kennelijk een vergissing. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat, zoals bij de plaatsopneming en bezichtiging ook geconstateerd is, de betonnen vloerplaten tussen appartementen 9 en 10 een uitsparing bevatten voor een trapgat (ongeveer) in het midden tussen nummers 9 en 10, en dat de constructie van het complex op dat punt sinds de bouw in 2010/2011 kennelijk ook niet gewijzigd is’En verder:
‘Overigens heeft [appellant] terecht opgemerkt dat het trappenhuis tussen nummers 9 en 10, niet precies in het midden ligt. Het trappenhuis ligt voor meer dan de helft aan de zijde van nummer 10 (…). Anders dan [appellant] betoogt, kan echter niet worden aangenomen dat die situatie in strijd is met hetgeen in de splitsingsstukken is opgenomen. Uit de splitsingstekening blijkt immers dat de trap op de eerste verdieping uitkomt in een klein halletje. [geïntimeerden] heeft terecht opgemerkt dat het halletje een zekere grootte moet hebben om de in de richting van het halletje draaiende toegangsdeuren, voldoende ruimte te geven. Bovendien kan niet worden aangenomen dat de zijwand tussen het halletje en nummer 10, pal naast de wenteltrap zou moeten worden geplaatst. In dat geval zou die zijwand immers uitkomen in het raam in de voorgevel van het complex, en dat resultaat kan redelijkerwijs niet zijn beoogd of aanvaard. Een redelijke uitleg van de stukken brengt dan ook mee dat de zijwand van het halletje die zich aan de zijde van nummer 10 bevindt, kort ná dat raam behoort geplaatst te zijn’.