Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Het onderzoek van de zaak
- vrijspraak van het onder 1 impliciet primair tenlastegelegde (moord);
- veroordeling van de verdachte ter zake van de onder 1 impliciet subsidiair tenlastegelegde doodslag en de onder 2 primair tenlastegelegde poging tot doodslag tot een gevangenisstraf voor de duur 14,5 jaren, met aftrek van voorarrest;
- oplegging aan de verdachte van de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding en/of vrijheidsbeperking ex artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht;
- integrale toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 1] , [benadeelde 2] , [benadeelde 3] , en [benadeelde 4] voor het bedrag van € 20.000,00 per kind, telkens te vermeerderen met de wettelijke rente, en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
- integrale toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 5] voor het bedrag van € 3.035,40, te vermeerderen met de wettelijke rente, en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
- de verdachte ter zake van het onder 1 impliciet primair tenlastegelegde (moord) vrijgesproken;
- de verdachte ter zake van de onder 1 impliciet subsidiair tenlastegelegde doodslag en de onder 2 tenlastegelegde poging tot doodslag veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 jaren, met aftrek van voorarrest;
- voorts aan de verdachte opgelegd de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding en/of vrijheidsbeperking ex artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht;
- de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 1] , [benadeelde 2] , [benadeelde 3] , en [benadeelde 4] integraal toegewezen voor het bedrag van € 20.000 per kind, vermeerderd met de wettelijke rente, en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
- de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 5] integraal toegewezen voor het bedrag van € 3.035,40, vermeerderd met de wettelijke rente, en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
- de verdachte veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij [benadeelde 5] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van de uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op € 152,-.
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 19 september 2020 te [plaats] , [slachtoffer] opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd, immers heeft hij, verdachte,- een touw om de hals/nek van die [slachtoffer] gedaan/gewikkeld en/of aangetrokken en/of aangetrokken gehouden en/of- samendrukkend geweld op de neus en/of de mond van die [slachtoffer] toegepast, althans de ademhaling van die [slachtoffer] gedurende enige tijd belet en/of belemmerd,ten gevolge waarvan die [slachtoffer] is overleden.
hij op of omstreeks 19 september 2020 te [plaats] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [benadeelde 5] van het leven te beroven, met dat opzet die [benadeelde 5] meerdere malen, althans eenmaal, met een mes, althans een scherp (steek)voorwerp in de buik, althans het (boven)lichaam heeft gestoken, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
hij op of omstreeks 19 september 2020 te [plaats] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde 5] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [benadeelde 5] meerdere malen, althans eenmaal, met een mes, althans een scherp (steek)voorwerp in de buik, althans het (boven) lichaam heeft gestoken, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid.
Vrijspraak van de impliciet primair onder 1 tenlastegelegde moord
Bewijsoverweging ten aanzien van de onder 1 tenlastegelegde doodslag
Bewijsoverweging met betrekking tot het onder 2 primair tenlastegelegde feit
Bewezenverklaring
hij op 19 september 2020 te [plaats] , [slachtoffer] opzettelijk van het leven heeft beroofd, immers heeft hij een touw om de nek van die [slachtoffer] gedaan, aangetrokken en aangetrokken gehouden, ten gevolge waarvan die [slachtoffer] is overleden.
hij op 19 september 2020 te [plaats] , ter uitvoering van het door de verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [benadeelde 5] van het leven te beroven, met dat opzet die [benadeelde 5] meerdere malen met een mes in de buik heeft gestoken, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en maatregel
- de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- de omstandigheid dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan doodslag van zijn partner, tevens de moeder van hun vier kinderen. Hij heeft een touw om de nek van het slachtoffer vastgeknoopt en dit touw met kracht aangetrokken, ten gevolge waarvan het slachtoffer middels verwurging is komen te overlijden. Dit heeft zich afgespeeld in de slaapkamer van de woning van het slachtoffer. Een plek waarbij zij zich bij uitstek veilig had moeten kunnen voelen. De verdachte heeft door zijn handelen het meest fundamentele recht van zijn partner, het recht om te leven, ontnomen. Het slachtoffer was slechts 28 jaar oud en had nog een heel leven voor zich. Daarnaast is een van de gevolgen van zijn handelen dat hun vier kinderen de rest van hun leven zonder hun moeder moeten leiden, in de wetenschap dat hun vader daarvoor verantwoordelijk is. Door zijn handelen heeft de verdachte niet alleen zijn kinderen, maar ook andere naasten, een groot en onherstelbaar verlies en veel verdriet toegebracht;
- de omstandigheid dat de verdachte zich tevens schuldig heeft aan poging tot doodslag. Nadat de verdachte zijn partner met een verwurgend touw om haar hals in haar woning heeft achtergelaten, is hij op de bromfiets naar zijn werk gereden. Vervolgens heeft hij op de werkvloer zijn collega, aangever, meermalen met een mes in zijn buik gestoken. De verdachte heeft daardoor op grove wijze een inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer en had met zijn handelen het slachtoffer kunnen doden. Doordat aangever zichzelf heeft kunnen afweren met zijn handen en doordat een collega de verdachte heeft tegengehouden is mogelijk fataal letsel voorkomen. Het gerechtshof rekent het de verdachte aan dat hij zulk heftig geweld heeft gebruikt jegens aangever. Algemene ervaringsregels leren dat slachtoffers van dergelijke delicten nog een lange tijd de psychische gevolgen daarvan ondervinden. Dergelijke strafbare feiten zorgen daarnaast in de maatschappij voor veel gevoelens van onrust en onveiligheid, te meer nu dit heeft plaatsgevonden in een bedrijfsruimte waar meerdere getuigen aanwezig waren.
- het Pro-Justitia rapport, psychologisch onderzoek van 20 februari 2021, opgemaakt door GZ-psycholoog [naam GZ-psycholoog] ;
- het Pro-Justitia rapport, psychiatrisch onderzoek van 26 februari 2021, opgesteld door psychiater [naam psychiater]
- het Pro-Justitia rapport van het Pieter Baan Centrum van 3 april 2023, waaruit volgt dat de verdachte beperkt is in het kunnen verwoorden van belevingsaspecten. De rol van de omstandigheden waaronder de verdachte opgroeide is onvoldoende opgehelderd. Er zijn geen aanwijzingen voor een forensische, relevante intellectuele beperking. Het intelligentieniveau van de verdachte is gemiddeld tot laag begaafd. Voorts zijn er eveneens geen aanwijzingen voor een stemmingsstoornis, psychotische stoornis of ontwikkelingsstoornis. De onderzoekers missen zicht op een belangrijk levensgebied: het functioneren binnen gezinsverband en in een intieme relatie. Het ontbreekt de onderzoekers aan inzicht binnen de dynamiek tussen de verdachte, zijn partner en zijn gezin. Het is niet uitgesloten dat de verdachte kampt met onderliggend trauma gerelateerde problematiek die hij normaal gesproken effectief buiten zijn beleving weet te houden door vermijding, maar die binnen de context van een gezin en relatie meer aan de oppervlakte komt. De onderzoekers hebben niet kunnen onderzoeken of de draaglast van de verdachte door trauma gerelateerde problematiek binnen deze specifieke situatie werd overschreden, met mogelijk invloed op het handelen van de verdachte tijdens het eerste bewezenverklaarde delict. Het tweede bewezenverklaarde delict, kan eveneens niet vanuit een psychopathologische achtergrond worden geduid, hoewel emotionele ontregeling na het plegen van het eerste feit voor de hand liggend is. Wegens het ontbreken van aanwijzingen voor een psychische stoornis, maar het niet met zekerheid kunnen uitsluiten van trauma gerelateerde problematiek met een rol in het functioneren van de verdachte binnen het gezins- en relationeel verband, kunnen de verdere vragen niet worden beantwoord;
- de inhoud van het reclasseringsrapport van 17 oktober 2023, waarin de reclassering de oplegging van de maatregel ex artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht indiceert zodat gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregelen kunnen worden toegepast na afloop van detentie. De kans op herhaling is ingeschat als gemiddeld.
- de inhoud van de overige zich in het dossier bevindende eerdere reclasseringsrapporten;
- de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep is gebleken.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 5]
€ 3.035,40.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
11 (elf) jaren en 6 (zes) maanden.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
€ 20.000,00 (twintigduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
€ 20.000,00 (twintigduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
€ 20.000,00 (twintigduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4]
€ 20.000,00 (twintigduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 5]
€ 3.035,40 (drieduizend vijfendertig euro en veertig cent) bestaande uit € 535,40 (vijfhonderdvijfendertig euro en veertig cent) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€152,00 (honderdtweeënvijftig euro).