In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1980, werd beschuldigd van het besturen van een bromfiets onder invloed van drugs, specifiek cannabis en amfetamine, op 12 februari 2020. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een geldboete van € 500,00, subsidiair 10 dagen hechtenis, en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor 3 maanden. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.
Het hof heeft de zaak onderzocht op zittingen op 18 november 2022 en 8 november 2023. De advocaat-generaal vorderde een voorwaardelijke geldboete van € 500,00, subsidiair 10 dagen hechtenis, met een proeftijd van 2 jaren. De verdediging stelde dat de verdachte vrijgesproken moest worden, omdat niet voldaan zou zijn aan de strikte waarborgen voor bloedonderzoek zoals vastgelegd in de Wegenverkeerswet 1994 en het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer.
Het hof oordeelde dat de waarborgen zijn nageleefd, aangezien het bloedmonster binnen een redelijke termijn naar een geaccrediteerd laboratorium was verzonden. Het hof achtte de verdachte wettig en overtuigend schuldig aan het tenlastegelegde feit en vernietigde het vonnis van de politierechter. De verdachte werd veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van € 500,00, subsidiair 10 dagen hechtenis, met een proeftijd van 2 jaren. Het hof hield rekening met de schending van de redelijke termijn van berechting en het tijdsverloop sinds het plegen van het feit.