ECLI:NL:GHARL:2023:9886
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Huur woonruimte; beëindiging huurovereenkomst en schadevergoeding na bekladding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de beëindiging van een huurovereenkomst en een vordering tot schadevergoeding. [appellante] c.s. huurt sinds 1 januari 2020 een woning van [geïntimeerde]. [geïntimeerde] stelt dat de huurovereenkomst tijdelijk was en rechtsgeldig is beëindigd door een te vroege aanzegging. Het hof oordeelt dat de aanzegging niet tijdig is gedaan, waardoor de huurovereenkomst is omgezet in een overeenkomst voor onbepaalde tijd. Het hof wijst de vordering tot ontruiming af en oordeelt dat [geïntimeerde] aansprakelijk is voor schade die is ontstaan door het bekladden van de woning met teer. De kantonrechter had eerder de ontruiming toegewezen, maar het hof vernietigt deze beslissing. Het hof veroordeelt [geïntimeerde] tot betaling van € 9.104,85 aan [appellante] c.s. voor de herstelkosten, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens worden de proceskosten aan [appellante] c.s. toegewezen.