Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in (het principaal) hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, betreft het een hoger beroep van betrokkene tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland. Betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis, heeft een klacht ingediend over zijn gedwongen overplaatsing door zorgaanbieder Stichting [verweerster]. De klachtencommissie heeft de klacht gegrond verklaard en een schadevergoeding van € 100,- toegekend. Echter, de rechtbank heeft deze beslissing vernietigd en de klacht ongegrond verklaard. Betrokkene heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, waarbij hij verzoekt om de afwijzing van zijn schadevergoeding te herzien.
De zaak is complex, omdat er twee verschillende zaaknummers zijn: 200.304.603/01 en 200.317.920/01. In de eerste zaak is betrokkene in hoger beroep gekomen van de beschikking van 28 september 2021, terwijl in de tweede zaak het hoger beroep betrekking heeft op de beschikking van 14 juli 2022. Het hof heeft op 28 september 2023 de mondelinge behandeling gehouden, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht.
Het hof heeft uiteindelijk geoordeeld dat het schadevergoedingsverzoek van betrokkene niet ontvankelijk is, omdat de wettelijke regeling bepaalt dat tegen de beslissing over de schadevergoeding geen hoger beroep openstaat. Dit geldt ook voor het incidenteel hoger beroep van de zorgaanbieder. De beslissing van het hof is op 7 november 2023 uitgesproken, waarbij betrokkene en de zorgaanbieder niet-ontvankelijk zijn verklaard in hun respectieve hoger beroepen.