Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[geïntimeerde1] ,
1.Het verdere verloop van het geding
2.De motivering van de beslissing na verwijzing
BricXchange deed zich voor als makelaar maar was (al) verkoper voor zichzelf
“Er werd daarna met BricXchange onderhandeld over de contracten. Op verzoek van Saint-Gobain (aldus [naam2] ) zou BricXchange en niet Saint-Gobain via A-B-C transactie leveren. Dat kon niet anders omdat volgens [naam2] Saint-Gobain niet bereid was een deel van de koopsom te financieren. (…) Evenals bij de andere kandidaat waarmee hij onderhandelde, was BricXchange echter wel bereid tijdelijk als financier op te treden (…) volgens [naam2] op uitdrukkelijk verzoek en ten behoeve van zijn grote opdrachtgever Saint-Gobain. Het zou dan zo moeten worden gedaan, dat niet Saint-Gobain aan ons verkocht maar dat BricXchange dat deed en dat BrickXchange met Saint-Gobain zou afrekenen en wij een deel van de koopsom door BrickXchange gefinancierd zouden krijgen. Hoewel BrickXchange dus in het contract als verkoper zou optreden, was het verhaal van BrickXchange dat zij dat de facto deed als service voor haar principaal Saint-Gobain. (…)”
Brickxchange zette ons in die tijd wel onder druk met de mededeling dat St. Gobain het pand op 1 januari 2012 uit de boeken wilde en dat er dus voortgang moest komen. Op 2 december 2011 was St. Gobain nog eigenaar van het pand. Alleen in het koopcontract stond Brickxchange als verkoper vermeld. Wij gingen uit dat het een ABC-verkoop zou worden. Brickxchange had ons begin oktober 2011 een eerste concept-koopovereenkomst gestuurd waarin Brickxchange als verkoper stond vermeld. [naam2] heeft ons toen uitgelegd dat St. Gobain niet als verkoper wilde optreden als de koopprijs ten dele gefinancierd zou moeten worden door St. Gobain. Om die reden zou Brickxchange het pand van St. Gobain kopen en zij het pand op haar beurt aan Mamelis verkopen.”
“In de tweede helft 2011 ben ik benaderd door de heer [naam1] (…) die mij vertelde dat hij samen met (…) [appellant] onderhandelde over de aankoop van een bedrijfspand (…) in eigendom van Saint Gobain (…). Het pand stond te koop bij een Belgische makelaar BricXchange uit Brussel. (…) Ik had de financieringsaanvragen opgesteld als een normale aankooptransactie. Dat betekent dat Mamelis de juridische eigendom zou kopen en de koopsom zou financieren, deels door de externe financiering van de bank (…) en deels door het omzetten van een deel van de koopsom van de verkoop in een lening. [naam2] had laten weten dat zijn opdrachtgever Saint Gobain (…) niet aan zo’n constructie wilde meewerken en gewoon wilde afrekenen, maar dat Saint Gobain (…) wel bereid was het pand aan BricXchange te verkopen voor € 2.400.000, zodat BricXchange zelf die transactie zo zou kunnen uitvoeren. Ik heb dus in mijn financieringsvoorstel aan de banken, BricXchange genoemd als verkoper (…). Begin november 2011 werd ik uitgenodigd voor een bespreking ten kantore van mr. [appellant] in [woonplaats1] . (…) Tijdens die bespreking liet [naam2] weten dat hij snel tot zaken wilde komen. Zijn opdrachtgever wilde het pand voor 1 januari uit de boeken. Maanden later, na de transactie, heb ik van heren [naam1] en [appellant] gehoord dat de huurder ingebreke was met het betalen van de huur en dat het pand door Saint Gobain Abrasive aan BricXchange niet was verkocht voor € 2.400.000, maar voor €1.200.000. Als ik had geweten van het feit dat het pand zou zijn ingekocht voor €1.200.000, had ik dat destijds uiteraard gemeld bij de financierende bankinstelling en ook bij Mamelis. Ik ben immers als intermediair gehouden aan de regels van de AFM en aan de wet. Ik zou in dat geval Mamelis ook hebben geadviseerd niet te kopen en de bank hebben geadviseerd niet te financieren. (…) Ook had ik, als ik geweten had van de aankoopsom die de helft was van de aankoopsom van Mamelis de autoriteiten op de hoogte moeten stellen, omdat het hier gaat om een zogenaamde "ongebruikelijke transactie".
“(…) Uiteraard blijf jij de betrokken makelaar en doe jij de afwikkeling (…)”.
aandragen Medcom als geschikte huurder
“Ik kan je spijtig genoeg geen instapklaar pand aanbieden zonder enig risico en volledig verhuurd. Ik denk overigens dat dit niet bestaat! Om aan jouw verzuchtingen te voldoen om het geheel gefinancierd te krijgen deed ik het voorstel dat jullie de helft van de koopprijs betalen en de rest in vaste maandelijkse schijven, min of meer in functie van de vooruitgang en de huurbezetting van het pand. (weliswaar geplafonneerd naar beneden toe, met een af te spreken minimumbedrag zodat wij aan onze verplichtingen kunnen voldoen). Na de inbreng van de maandelijkse bedragen en bij het bereiken van het totale koopbedrag (ttz 2.400.000 mio) gaat dan het pand definitief in jullie handen over. Zoals ik al aangaf hebben wij verscheidenen potentiële huurders gezien, waarvan één nu concreet verdere stappen zou willen zetten. (...)”
“(…) Wij zouden wel graag wat gevoel krijgen bij de kandidaat huurder en onze vraag is daarom of wij eens een kennismakingsgesprek met hem kunnen hebben. (...)”
“Geen probleem, wij zullen een afspraak organiseren. We moeten echter eerst onze zaken afhandelen en dan kunnen we vervolgens samenkomen. (…) Ik stel voor een datum te prikken begin volgende week (…) om onze overeenkomst te tekenen en dan tegelijkertijd de mogelijkheden bespreken ivm huurders.”
“(..) Wij gaan dus uit van een ondertekening van de nu voorliggende conceptovereenkomst (notaris [naam5] dd:27-09-2011) zonder wijzigingen ten gronde. Wij voorzien een definitieve ondertekening van alle documenten ergens midden November 2011. Wij kunnen nog een huurder aanbrengen om het volledige huurbedrag te dekken. Aangezien dit betekent dat jullie in dat geval vanaf begin (januari 2012) een volledige bezetting hebben, lijkt het ons niet meer dan billijk dat ook onze afbetaling begint te lopen vanaf dat moment (en niet alleen de interesten gedurende de eerste 6 maanden. (…)”.
“Bij een van die gelegenheden vertelde [naam2] dat hij in onderhandeling was met een andere partij en dat deze partij niet wilde kopen maar eerst 3 jaar wilde huren. De koopsom zou na die drie jaar zelfs hoger zijn. De huurinkomsten waren meer dan genoeg om de financieringslasten van € 2.400.000,-- af te dekken, maar hij had liever een koper van het pand nu, en geen koper op termijn. Het zou gaan om een degelijke huurder, maar hij wilde ons pas de identiteit daarvan geven als wij het koopcontract zouden hebben getekend. Het koopcontract zou worden getekend onder voorbehoud van financiering. Omdat een financiering toch slechts mogelijk zou zijn als er een gedegen huurder zou zijn met een langlopend en voldoende huur genererend huurcontract vonden wij dat op zich geen probleem. (…) [naam2] gaf ons een kopie van het contract waarvan hij zei dat te kunnen sluiten met de kandidaat waarmee hij nog onderhandelde maar daarin waren de namen van de kopers/huurders onleesbaar gemaakt. (…) [naam3] die parallel vanaf medio juli 2011 bezig was, had een financieringsaanvraag bij een paar banken neergelegd waarvan er 2 banken overbleven, ING bank en ABNAMRO (…) Er werden de nodige voorwaarden door de Bank gesteld vooral ook aan de huurder en de huur. De offerte is op 24 oktober doorgezonden door [appellant] aan [naam2] (…) [naam2] wist toen dat de financiering door kon gaan als er aan de voorwaarden werd voldaan. Er was voor hem een groot eigen belang ervoor te zorgen dat wij aan de voorwaarden van de Bank konden voldoen. (…) [naam2] weigerde echter de identiteit van die partij te geven. We moesten eerst het koopcontract tekenen. (…) Helemaal aan het eind van de onderhandelingen kwam de eis van [naam2] dat wij ons bovendien privé borg moesten stellen. Dat was in de onderhandelingen niet eerder aan de orde gekomen. (…) Op 2 december 2011 . ’s Morgens tekenden wij de koopovereenkomst bij notaris [naam5] op kantoor onder voorbehoud van financiering van een deel van de koopsom. Meteen na het tekenen gaf [naam2] een uitgebreide informatie set aan [appellant] met informatie over de huurder/koper en het bedrijf van huurder, met wie hij een afspreek bleek te hebben gemaakt diezelfde middag (…) Toen hij de informatie overhandigde (ik was daarbij) wees hij op een offerte van de ABN/Amro aan de huurder voor een bedrijfskrediet van ruim € 1.000.000,- die in de map zat. (…)
Na de ondertekening van de koopovereenkomst zijn wij naar Van der Valk in Urmond gereden en daar zijn we voorgesteld aan de mensen van Medcom. Voor Medcom waren daar [naam9] , haar echtgenoot [naam6] en haar schoonvader [naam7] . Voordat we daar naartoe gingen, kreeg ik van [naam2] een informatieset van Medcom. Daarin zaten onder meer een offerte voor kredietverlening ten behoeve van Medcom aan Ziwa Holding en een bedrijfsplan. [naam2] zei daarbij: `ze zijn goed voor 1 miljoen, ze hebben al krediet'. Ik heb dat financieringsplan snel doorgekeken en omdat ik daar de naam `Ziwa Holding' zag staan, heb ik bij de ontmoeting in Van der Valk gevraagd wat Ziwa Holding was. Het antwoord was toen dat Ziwa Holding de moedermaatschappij van Medcom was en dat de financiering bedoeld was voor Medcom.
Begin november 2011 werd ik uitgenodigd voor een bespreking ten kantore van mr. [appellant] in [woonplaats1] . Daarbij waren aanwezig: [naam8] , [naam2] , [appellant] en ik. Tijdens die bespreking liet [naam2] weten dat hij snel tot zaken wilde komen. Zijn opdrachtgever wilde het pand voor 1 januari uit de boeken. Als Mamelis niet zou tekenen en niet op zou schieten zou hij zaken doen met een partij die over drie jaar van hem zou willen kopen en tussentijds zou willen huren. De naam van die partij wilde hij niet geven, wel gaf hij aan dat er een bankgarantie van de huurder zou zijn ter grootte van € 500.000,-. Er was dus sprake van weinig risico. De heren [naam1] en [appellant] zeiden dat zij het pand zonder huurders niet wilden en ik heb laten weten dat de bank dit pand in onverhuurde staat niet wilde financieren. [naam2] had in die bespreking een map bij zich met stukken waarvan hij zei dat het allemaal potentiële huurders waren die geïnteresseerd waren in het pand of in ieder geval in delen van het pand. Hij zei dat hij daar niet mee in zee wilde, omdat het voor hem moeilijk was het pand op afstand te managen. Ook die gegevens zou hij kunnen aanleveren, nadat er zou zijn getekend. Ik begreep uit de opstelling van [naam2] en [naam8] dat zij wilden voorkomen dat Mamelis buiten hen om contact zouden zoeken met hun kandidaat huurder (s) zolang er geen koopcontract was getekend. Mamelis had geen huurder of huurders althans niet voor het gehele pand.
‘ter financiering van de bedrijfsuitoefening van de Kredietnemer’.
tot 2 december 2011
- Medcom aan Mamelis/ [appellant] heeft gepresenteerd:
- als een degelijke huurder met maximale zekerheden (2.33 - 2.35),
- die het volledige huurbedrag kon dekken (2.32 en 2.33)
- en als een partij met wie BricXchange een meer lucratieve deal had kunnen sluiten dan met Mamelis maar dat alleen niet heeft gedaan omdat deze eerst drie jaren zou huren voordat een eigendomsoverdracht zou plaatsvinden (en Saint Gobain liever een koper nu had dan op termijn).
na 2 december 2011
BricXchange wist dat Medcom niet een (voldoende) deugdelijke huurder was
“(…) Vervolgens kiezen jullie in de boot te gaan met een huurder waarmee wij al een jaar geprobeerd hadden om door de deur te geraken, (hetgeen niet lukte omdat de man geen enkele garantie kon hard maken). Achteraf blijkt hij dan ook nog criminele intenties te hebben! (...)”
‘dat hij destijds als makelaar de opdracht had het onderhavige pand te verkopen. Er werd lang gezocht naar kopers. Een potentiële koper was destijds dhr. [naam6] (schoonvader van mevr. [naam9] ). Echter, men kende zijn antecedenten en wilde derhalve geen zaken met hem doen. (…)’. In die notulen is verder vermeld:
‘(…) De economisch eigenaar was verantwoordelijk voor het behartigen van de zaken rondom huur/verhuur. Het pand zou eerst verhuurd worden aan een transportbedrijf. Dhr. [naam2] was dan ook verbaasd toen bleek dat uiteindelijk verhuurd zou worden aan dhr. [naam6] . Omdat Mamelis B.V. economisch eigenaar was, kon hij deze verhuur dan niet tegenhouden. (...)’en
‘(...) Dhr. [naam2] stelt overigens vraagtekens bij het gemak waarmee dhr. [naam6] de maandelijkse huurpenningen van € 30.000,- kan betalen. Dhr. [naam6] had destijds namelijk geen middelen om het pand te kopen. (...)’
‘Je had moeten googelen op [naam6] . Hij is betrokken geweest bij een groot faillissement en er zouden onderzoeken lopen omdat er pensioengelden waren verdwenen.’.
- i) zich voor te doen als makelaar van Saint Gobain en door opzettelijk te doen voorkomen dat zij enkel omdat Saint Gobain geen financieringsconstructie wilde accepteren bereid was om zelf het pand van BricXchange te kopen en dit vervolgens zelf met een dergelijke constructie aan Mamelis te verkopen, hierbij haar gewijzigde positie en (grote) eigen belang bij de verkoop verbloemend en
- ii) door (terwijl zij wist aan welke eisen de huurder van het (bedrijfs)pand moest voldoen) aan Mamelis/ [appellant] mede te delen dat zij beschikte over een degelijke huurder met maximale zekerheden, een partij met wie BricXchange een lucratievere deal had kunnen sluiten dan met Mamelis maar dat alleen niet zou hebben gedaan omdat deze eerst drie jaren zou huren voordat een eigendomsoverdracht zou plaatsvinden (en Saint Gobain liever een koper nu had dan op termijn) en door daarbij (omstreeks november 2011) een concept-huurkoopcontract betreffende de nog nader te noemen huurder te overhandigen aan [appellant] (en [naam3] ) waarin stond dat de huurkoper een bankgarantie van € 500.000 zou stellen, terwijl BricXchange zelf vond of wist dat Medcom geen deugdelijke en betrouwbare huurder was.