Uitspraak
[naam1]
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
tijdigkon betalen door onvoldoende liquiditeit. Zo blijkt uit de stukken die [geïntimeerde] heeft overgelegd dat TVL voor het vierde kwartaal van 2020 (pas) in december 2020 werd overgemaakt. Van [geïntimeerde] kon ook niet worden verwacht dat hij bijvoorbeeld middels het aangaan van een lening anticipeerde op een liquiditeitsprobleem. De aanname van [appellant] ter zitting bij het hof dat [geïntimeerde] wel voldoende liquiditeit had, is in het licht van dit alles onvoldoende. [appellant] heeft nog gesteld dat [geïntimeerde] de schade had moeten beperken door zich op andere activiteiten te richten, maar [geïntimeerde] heeft er op gewezen dat hij dit heeft gedaan maar dat het omschakelen en (nieuwe) klanten vinden voor interieurbouw nu eenmaal tijd kost. Dat komt het hof logisch voor, en [appellant] heeft daar ook niets (concreets) meer tegenover gesteld. Bovendien heeft [geïntimeerde] de huur uiteindelijk volledig betaald. Dat [appellant] zich daartoe de bankgaranties van [geïntimeerde] heeft laten uitkeren laat onverlet dat [geïntimeerde] in zoverre heeft voldaan aan zijn betalingsverplichtingen.