Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[geïntimeerde1] ,
Gemeente Vijfheerenlanden,
1.Het verdere verloop van de procedure bij het hof
2.De kern van het geschil
3. De motivering van de beslissing van het hof
Het gehuurde, bestemming’:
1.3 Het gehuurde zal door huurder uitsluitend worden bestemd om te worden gebruikt als horecaruimte zoals bedoeld restaurant met logee-/hotelfunctie.1.4 Het is huurder niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van verhuurder een andere bestemming aan het gehuurde te geven dan omschreven in 1.3.
[appellante] en [geïntimeerde1] lijken uit de tekst beiden in ieder geval te hebben afgeleid dat het gehuurde als hotel mag worden gebruikt.
belangenafweging valt uit in het nadeel van [appellante]3.9. De kantonrechter heeft in het kader van de vraag of de tekortkoming de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt (artikel 6:265 BW) de belangen van [geïntimeerde1] , de gemeente en [appellante] afgewogen en geoordeeld dat gelet op die belangen de ontbinding van de huurovereenkomst met al haar gevolgen niet gerechtvaardigd is en daarom de gevorderde ontruiming afgewezen.
[appellante] stelt zich in hoger beroep op het standpunt, zo begrijpt het hof, dat de kantonrechter met het oordeel dat sprake was van tekortschieten door [geïntimeerde1] , het gevorderde verbod in ieder geval had moeten toewijzen en niet op grond van een belangenafweging had mogen afwijzen.