ECLI:NL:GHARL:2023:6293

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
25 juli 2023
Publicatiedatum
25 juli 2023
Zaaknummer
200.312.777
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid bij schade aan motor van sloep door lekstroom in elektrische installatie

In deze zaak gaat het om een geschil tussen appellanten, waaronder een vennootschap onder firma en een besloten vennootschap, en geïntimeerde, die een sloep heeft gekocht. De sloep vertoonde na enkele maanden gebruik ernstige corrosie aan de buitenboordmotor, wat leidde tot de conclusie dat de motor 'total loss' was. De appellanten betwisten de aansprakelijkheid en stellen dat de schade niet voor vergoeding in aanmerking komt, omdat deze het gevolg zou zijn van een lekstroom die veroorzaakt is door een ondeugdelijke elektrische installatie. De rechtbank heeft in eerste aanleg de vordering van de geïntimeerde toegewezen, maar de appellanten hebben hoger beroep ingesteld. Het hof heeft de procedure in hoger beroep voortgezet en de bewijsvoering van beide partijen beoordeeld. Het hof concludeert dat er voldoende bewijs is dat de corrosie aan de motor is veroorzaakt door een lekstroom in de elektrische installatie, die in opdracht van de appellanten is aangelegd. De appellanten zijn verantwoordelijk voor de schade, en het hof heeft de geïntimeerde opgedragen om aanvullende bewijsstukken over te leggen. De zaak is aangehouden voor verdere bewijslevering en getuigenverhoren.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof: 200.312.777
(zaaknummer rechtbank Gelderland, zittingsplaats Nijmegen: 9395945)
arrest van 25 juli 2023
in de zaak van

1.de vennootschap onder firma[appellante1] V.O.F., (mede) h.o.d.n. Europa Trade,gevestigd te [vestigingsplaats1] (Gld.),

2 [appellant2],
wonende te [woonplaats1] ,
3de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Europa Trade B.V.,
gevestigd te Arnhem,
appellanten,
in eerste aanleg: gedaagden,
advocaat: mr. H. Oosterhuis,
tegen:
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats2] ,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiser,
hierna: [geïntimeerde] ,
advocaat: mr. R.G.M. van der Pas.
Appellanten worden hierna [appellante1] , [appellant2] en Europe Trade genoemd en gezamenlijk [appellanten] .

1.Het verloop van de procedure in hoger beroep

1.1.
Naar aanleiding van het arrest van 28 februari 2023 heeft op 26 mei 2023 een enkelvoudige mondelinge behandeling bij het hof plaatsgevonden. Daarvan is een verslag gemaakt dat aan het dossier is toegevoegd (het proces-verbaal). Hierna hebben partijen het hof gevraagd opnieuw arrest te wijzen. Bij e-mail van 19 juni 2023 heeft [appellanten] gereageerd op het proces-verbaal.
2. Schets van de zaak, de procedure bij de rechtbank en daarbij overgelegde verklaringen
2.1.
Op 7 juni 2020 heeft een vennootschap van [geïntimeerde] (A.J. Redwood B.V.) voor € 42.000 een sloep – een Oudhuizer 700 Cabin –gekocht van [appellant2] . [geïntimeerde] is de bestuurder en enig aandeelhouder van A.J. Redwood B.V. [geïntimeerde] heeft na de koop (en levering op of omstreeks 11 juni 2020) enkele maanden zonder problemen met de sloep gevaren. Op 26 november 2020, bij het uit het water halen van de boot, bleek de buitenboordmotor ernstig aangetast door corrosie. Partijen zijn het er over eens dat ten tijde van de levering van de sloep geen corrosie aan de motor zichtbaar was.
2.2.
[geïntimeerde] heeft [appellant2] op 27 november 2020 per WhatsApp gemeld dat de sloep uit het water is gehaald, de motor er niet goed uitzag en dat de monteur hem ‘total loss’ heeft verklaard. [geïntimeerde] heeft diezelfde dag zijn verzekeraar ingeschakeld.
2.3.
In opdracht van deze verzekeraar heeft het expertisebureau Lengkeek (in de persoon van [naam1] ) op 22 december 2020 een rapport uitgebracht. Daarin is onder meer vermeld dat de motor fors is gecorrodeerd en dat er klaarblijkelijk een lekstroom is gaan lopen. Verder vermeldt het rapport:
“Tijdens ons bezoek constateerden wij dat er diverse elektrische componenten waren bijgeplaatst. De reparateur gaf ons aan dat dit in opdracht van de vorige eigenaar was gebeurd, derhalve voor aankoop voor verzekerde. Onder andere waren twee omvormers bijgeplaatst alsmede een acculader. Deze omvormers en acculader waren weer op de accu aangesloten. De bedrading oogde rommeling en draadkleuren waren niet consistent. (…) De reparateur gaf aan dat er tussen de nul aansluiting en de massa een verschil van 1.2V is gemeten. Dit verklaart de forse corrosie aan de buitenboordmotor. Er is klaarblijkelijk een lekstroom gaan lopen. Vermoedelijk is dit veroorzaakt door de montage van de omvormers en acculader. Nader onderzoek zou kunnen uitwijzen wat de exacte oorzaak is. Resumerend is de corrosie van de motor veroorzaakt door een lekstroom die veroorzaakt lijkt te zijn doordat achteraf componenten zijn aangesloten. Deze componenten waren in opdracht van de vorige eigenaar aansloten. Het corrosieproces aan de motor zal toen ook gestart zijn en is tijdens het bezit van verzekerde verergerd.”
2.4.
De verzekeraar heeft [geïntimeerde] op 19 januari 2021 bericht dat de schade niet voor vergoeding in aanmerking komt omdat (uit het rapport van Lengkeek blijkt dat) een lekstroom/elektrolyse geleidelijk corrosie heeft veroorzaakt aan de motor en schade door een eigen gebrek zoals elektrolyse geen verzekerde gebeurtenis is.
2.5.
[geïntimeerde] heeft de elektrische installatie van de sloep door Jachtservice Gooimeer laten vervangen. Voor deze werkzaamheden heeft Jachtservice Gooimeer bij factuur d.d. 1 april 2021 een bedrag van € 4.236,80 (inclusief omzetbelasting) in rekening gebracht. Tevens heeft [geïntimeerde] een nieuwe motor voor de sloep gekocht. Daarvoor is hem bij factuur van 14 januari 2021 een bedrag van € 15.999 (inclusief omzetbelasting) in rekening gebracht.
2.6.
Bij brief van 15 maart 2021 heeft (de advocaat van) [geïntimeerde] eerst [appellant2] persoonlijk aansprakelijk gesteld voor de door hem geleden schade en deze aansprakelijkstelling bij brief van 22 juni 2021 uitgebreid naar [appellante1] .
2.7.
Bij dagvaarding van 27 juli 2021 heeft [geïntimeerde] onder meer gevorderd vergoeding van de kosten van de vervanging van de motor en van de kosten van de reparatie van (de elektrische installatie van) de sloep.
2.8.
Bij die dagvaarding heeft [geïntimeerde] overgelegd een schriftelijke verslag van [naam2] van Jachtservice Gooimeer B.V. over hetgeen hij in november/december 2020 aantrof in de sloep. In dat verslag schrijft [naam2] dat hij een slechte en beroerde elektrische installatie aantrof, inhoudende dat twee omvormers en acculaders foutief waren aangesloten en bedrading verkeerd was aangelegd waarbij een vorm van kortsluiting is ontstaan. In dat verslag staat verder dat corrosie aan de motor is ontstaan door het foutief aansluiten van diverse elektrische componenten en dat de walstroominstallatie onvakkundig was aangelegd.
2.9.
In de procedure (bij de rechtbank) heeft [geïntimeerde] vervolgens – in reactie op hierna onder 2.10.3 en 2.10.4 te noemen, door [appellanten] naar voren gebrachte verklaringen – overgelegd een verslag van jachtexpert [naam3] d.d. 6 december 2021 van een op 25 november 2021 uitgevoerd onderzoek betreffende de corrosie aan de buitenboordmotor van de sloep. In dat verslag staat onder meer:
“Aangekomen bij de firma (…) werd ik begeleid naar de zolder verdieping alwaar de gedeeltelijk gedemonteerde motor lag. Duidelijk waarneembaar is een zeer ernstige vorm van elektrolytische corrosie. (…) Gezien de enorme schade aan de buitenzijde van het staartstuk en de eventuele schade aan de binnenzijde van het staartstuk, is niet anders te concluderen dan dat de reparatie van deze motor de dagwaarde te boven zal gaan. Aangekomen bij de andere locatie van (…) heeft de heerPanhuizen mij de vaste ligplaats van de sloep van de heer [geïntimeerde] gewezen en heb ik deze kunnen onderzoeken. Ik heb geen enkele aanwijzing kunnen vinden welke zou kunnen duiden op een mogelijke invloed van buitenaf aangaande de corrosie van de onderhavige buitenboord motor. (…)
Mbt vraag 1- De oorzaak van de elektrolyse
Een dergelijke ernstige vorm van corrosie aan een aluminium staartstuk kan, in deze korte tijd, vanaf 27 mei 2020 tot 26 november 2020, alleen veroorzaakt zijn door een opgelegde spanning welke een behoorlijk hoge stroom zal doen laten stromen naar de aarde. (…) Dit kan alleen veroorzaakt worden door een of meerdere fouten in de elektrische installatie van het schip. Eventueel in combinatie met invloeden van buitenaf. Echter kan dit nimmer alleen van buitenaf komen. (…) Aan een schip met een juist uitgevoerde elektrische installatie zal dit soort van zeer ernstige corrosie niet voorkomen.
Mbt vraag 2- Een uitspraak over de conclusies van de wederpartij.
-Dat de corrosie zou kunnen zijn veroorzaakt door slechte isolatie/bescherming van het staartstuk door antifouling, is een gevalletje klok en klepel. Anti fouling heeft geen enkele bescherming \isolatie anders dan tegen het aangroeien van vegetatie. De isolatie van een buitenboord motor bestaat uit de vanuit de fabriek aangebrachte zeer sterke coating, die gezien de verklaringen van alle betrokkenen nog in prima staat moet zijn geweest.
-Dat de corrosie zou kunnen zijn veroorzaakt door het niet plaatsen of tijdig vervangen van anodes of het plaatsen van verkeerde anodes in combinatie met het varen in zout water, houdt ook geen stand.
-Verkeerde anodes geplaatst bij varen in zout water zou hooguit versnelde opoffering van deze anodes geven. Met als uiterste resultaat geen aanwezige anodes. Als er sprake zou zijn van geen enkele anode dan zou er hooguit een zeer matige (gezien de tijd) corrosie voornamelijk rond de rvs propeller moeten zitten. Er is echter sprake van zeer ernstige en op het gehele onderwater deel aanwezige corrosie.
-Dat het aanleggen bij schepen van bepaalde materialen de corrosie zou hebben kunnen veroorzaken is enkel mogelijk als de elektrische installatie van het schip zelf in aanleg onjuist is. Enkel het aanwezig zijn van bepaalde materialen is nooit een reden van corrosie.
Mbt vraag 3- MIC ijzer etende bacteriën.
Dit fenomeen van ijzer etende bacteriën is niet van toepassing. Dit aangezien dat het tot nu toe alleen aangetoond is in het Kanaal van Gent naar Terneuzen. En bovenal dat deze bacteriën alleen invloed hebben op stalen delen en in deze hebben wij te maken met aluminium.
Mbt vraag 4- Een uitspraak betreffende het rapport [naam4]
De heer [naam4] verwijst naar een eventuele fout in een externe aansluiting of zwerfstromen die zijn veroorzaakt door een naastliggend vaartuig. Bij de beantwoording van vraag 2 is hier al voldoende op in gegaan. Verder stelt de heer [naam4] "De walstroom wordt in juni van 2018 geïnstalleerd. 28 november 2019 wordt er onderhoud verricht o.a. aan de motor. Als er toen corrosie aan het staartstuk was geweest had men wel alarm geslagen. Dit maakt het niet aannemelijk dat de corrosie is veroorzaakt door een lekstroom ten gevolge van de walstroominstallatie." Hierbij gaat de heer [naam4] voorbij aan het feit dat er tussen November 2019 en juni 2020 best aanpassingen cq veranderingen aan de installatie gedaan kunnen zijn. Waardoor de corrosie wel zeker door een lekstroom ten gevolge van de foutieve walstroom installatie kan zijn veroorzaakt.
MBT vraag 5- De kwaliteit van de walstroom installatie in de haven.
Op 1 december 2021 heb ik de vaste ligplaats van het onderhavige vaartuig bezocht en geconcludeerd dat er geen zaken in de wijde omgeving zijn die van invloed zouden kunnen zijn op enige vorm van elektrolyse. Ook de walstroom installatie is hierbij gecontroleerd en ook daarbij hebben we geen enkele afwijking geconstateerd.
2.10.
Bij de reactie op de dagvaarding (conclusie van antwoord) heeft [appellanten] onder meer overgelegd:
2.10.1.
Een verklaring op naam van [naam5] , eigenaar van [naam5] Recreatie. Hierin staat onder meer dat zijn bedrijf de sloep in de winter van het jaar 2019/2020 uit het water heeft gehaald en in het voorjaar, na onderhoud, heeft teruggelegd in het water: “
Hierbij verklaar ik dat ten tijde van het plegen van onderhoud aan de sloep en het terugleggen in het water, de sloep in uitstekende staat verkeerde en er geen problemen waarneembaar waren, zoals op de foto's. Ook verklaar ik dat de walstroominstallatie, waarvan ik nu ook foto's heb gezien, op het moment van het in het water leggen van de sloep in het voorjaar van 2020 niet dezelfde was als nu op de foto's is te zien. Dit ziet er allemaal zeer slordig uit en niet professioneel.”
2.10.2.
Een verklaring op naam van [naam6] waarin hij heeft verklaard geïnteresseerd geweest te zijn in de aankoop van de sloep en dat in dat kader op 27 mei 2020 een aankoopkeuring/inspectie is uitgevoerd waarvoor de sloep uit het water is gehaald. Bij die inspectie had hij twee mensen bij zich met verstand van zaken, waarbij is gekeken naar het technische gedeelte en waarbij de staat van de elektrische installatie zo goed als nieuw is bevonden.
2.10.3.
Een verklaring op naam van [naam7] waarin staat dat hij op verschillende locaties scheeps- en bootreparaties en scheeps- en bootonderhoud heeft uitgevoerd. Daarin staat verder onder meer:
Roestvorming, oxidatie of elektrolyse wordt over het algemeen veroorzaakt door slechte isolatie/bescherming van het staartstuk door antifauling (een aangroeiwerende laag die wordt aangebracht op het onderwaterschip en ervoor zorgt dat (micro) organismen zich niet of slecht kunnen hechten aan de romp) of door het niet plaatsen of tijdig vervangen van anodes, of het plaatsen van verkeerde anodes. Welke anodes moeten worden geplaatst hangt namelijk ook af van het water waarop wordt gevaren (zout, zoet of brak). Uit de stukken blijkt niets over het voorgaande, dus of er sprake is geweest van (voldoende) onderhoud, onder meer met betrekking tot antifauling enlof anodes. Dit, terwijl de oorzaak daar wel degelijk in gelegen kan zijn. In het licht van het voorgaande wil ik vermelden dat de betreffende sloep zeer kort voor levering onderhoud heeft gehad bij [naam5] Recreatie te [plaats1] , een watersportbedrijf. Daar heb ik de sloep gezien, terwijl deze uit het water was. Onderkant en staartstuk verkeerden nog in bijna nieuwstaat, net als de motor (een Suzuki DF150APL). Het probleem was dus nog niet aanwezig. Als de oorzaak zou zijn gelegen in het lekstroom, zou het probleem logischerwijs eerder zijn opgetreden. Bovendien, daar zijn nu juist anodes voor bedoeld. Daar komt bij dat hier sprake is van een polyester boot, waarbij elektrolyse/geleiding een veel minder grote rol speelt, omdat simpelweg polyester minder geleidt.”
2.10.4.
Een verklaring op naam van [naam4] waarin hij reageert op het rapport van Lengkeek. Hierin staat onder meer dat er andere oorzaken dan lekstroom kunnen zijn voor de corrosie van de motor. Als uitgegaan wordt van lekstroom als oorzaak dan is, aldus [naam4] , een walstroomaansluiting slechts een van de mogelijkheden. Andere mogelijke oorzaken zijn
bijvoorbeeld een aardfout bij een haven, of een verkeerde anode op het staartstuk voor het
type water waar het vaartuig ligt afgemeerd.
2.11.
[geïntimeerde] heeft in de procedure bij de rechtbank onder meer gevorderd te verklaren voor recht dat [appellanten] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst en om [appellanten] (primair) te veroordelen tot betaling aan [geïntimeerde] ten titel van schadevergoeding een bedrag van € 20.808,23 vermeerderd met rente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten.
2.12.
De kantonrechter heeft de vordering van [geïntimeerde] toegewezen tot een bedrag van € 19.208,24 met rente, een deel van de incassokosten en proceskosten. [1]

3.Het oordeel van het hof

Heeft [geïntimeerde] een vordering op [appellanten] ?
3.1.
Hoewel de tekst van de koopovereenkomst anders doet vermoeden, staat tussen partijen vast dat A.J. Redwood B.V. (en niet [geïntimeerde] ) de sloep heeft gekocht van [appellante1] . Volgens [geïntimeerde] heeft Redwood haar vordering op [appellanten] – ter zake de schade aan de motor van de sloep – aan hem overgedragen (gecedeerd). [appellanten] bestrijdt dat sprake is van een akte tot overdracht van de vordering. De overdracht van de vordering staat daarmee niet vast (grief I). [geïntimeerde] heeft aangeboden ter zake een cessie-akte over te leggen. [geïntimeerde] zal worden bevolen deze alsnog over te leggen. Om proceseconomische redenen zal hierna ingegaan worden op de overige bezwaren (grieven) van [appellanten] .
Staat de door [geïntimeerde] gestelde oorzaak van de corrosie van de motor voldoende vast?
3.2.
Met de bezwaren van [appellanten] (grief II- VII) ligt de vraag voor of de door [geïntimeerde] gestelde tekortkoming voldoende vast staat. Die tekortkoming houdt volgens [geïntimeerde] in dat de schade aan de buitenmotor van de sloep is ontstaan door een lekstroom ten gevolge van een ondeugdelijke elektrische installatie van de sloep. In het bijzonder gaat het dan om de ondeugdelijke aanleg of montage van twee omvormers en een acculader zoals beschreven in het rapport van Lengkeek.
3.3.
Het hof is, anders dan [appellanten] betoogt, vooralsnog van oordeel dat met de rapporten en verklaringen van Lengkeek, [naam2] , [naam3] en de als productie 10 overgelegde foto’s van de elektrische installatie van de sloep (met toelichting) voldoende is komen vast te staan dat de motor ten gevolge van een lekstroom is gecorrodeerd. De verklaring en conclusies van Lengkeek zijn voldoende concreet. Dat deze (deels) zijn gebaseerd op wat Gooimeer (in de persoon van [naam2] ) vertelde maakt dat niet anders. Dat Gooimeer (betaalde) werkzaamheden aan de boot heeft verricht betekent niet – een nadere toelichting ontbreekt – dat haar verklaring over de staat van de boot onjuist is. In de verklaring van [naam2] wordt concreet en gedetailleerd uitgelegd hoe elektrolyse ontstaat, hoe de elektrische installatie door [naam2] is aangetroffen en waarom deze een lekstroom veroorzaakt(e). Ook de verklaring van [naam3] is vooralsnog voldoende overtuigend. Hij heeft de motor bekeken en heeft als deskundige verklaard over de mogelijke oorzaak, te weten elektrolyse. Hij heeft ook gemotiveerd uitgelegd waarom de andere (door [naam7] en [naam4] ) genoemde mogelijke oorzaken van corrosie zoals een slechte isolatie van het staartstuk, het ontbreken of niet-vervangen van anodes, het varen in zout water, zwerfstromen of naastliggende vaartuigen niet mogelijk of aannemelijk zijn. Met de verklaring van [naam3] (in samenhang met die van Lengkeek en Gooimeer) is daarom voldoende aannemelijk dat de schade aan de motor geen andere oorzaak kent. Dat de elektrische installatie van de sloep inmiddels is aangepast en dat daardoor geen contra-expertise kan worden uitgevoerd (grief VII) brengt het hof niet tot een ander (voorlopig) oordeel omdat dit is gebaseerd op de beschikbare en voldoende overtuigende bewijsmiddelen.
Wie heeft acculaders en omvormer aangelegd?
3.4.
De oorzaak van deze corrosie (lekstroom), zo volgt uit voorgaande, is (voorshands) gelegen in de wijze waarop de elektrische installatie, in het bijzonder de acculaders en omvormer(s) zijn aangelegd. De rechtbank heeft als vast staand aangenomen dat dit in opdracht van [appellant2] (cs) is aangelegd. [appellanten] heeft dit in hoger beroep (alsnog) betwist. Hij heeft daarbij ook verwezen naar de overgelegde verklaring van [naam5] . [geïntimeerde] heeft hiertegenover verwezen naar de inhoud van het tussen hem en [appellant2] op 27 november 2020 gevoerde correspondentie via WhatsApp. In die berichten staat onder meer het volgende (onderstreping en cursivering door het hof):
“27-11-2020 13:36 – [geïntimeerde] : Hoi [appellant2] weet je nog
wie de acculaders en omvormers geplaatst heeft in de boot? Heb je eventueel de factuur daarvoor?
27-11-2020 15:00 - [appellant2] : Hoi [geïntimeerde] ga ik achteraan voor jullie.
27-11-2020 15:01 - [appellant2] : Hebben ze al aangegeven waardoor die schade aan de motor kan komen? Dat lijkt mij persoonlijk niet iets met de acculader en de omvormer te maken toch?
27-11-2020 15:55 - [geïntimeerde] : Ze zijn nog aan het onderzoeken.
27-11-2020 16:37 - [appellant2] : Beste [geïntimeerde] ,
ik heb even die man op de haven gevraagd
die de acculaders en omvormers ingebouwd heeft. Zal je zo zijn antwoord doorsturen.
Groet [appellant2]
27-11-2020 16:39 - [appellant2] : Is echt een mega ervaren man met zelf een heel groot
schip. En al 40 jaar schipper. Die doet alles bij ons op de haven. Al ruim 27 jaar. Nooit klachten gehoord of dergelijke. Hij werkt aan de duurste boten op de jachthaven en alleen maar lof van hem gehoord.
16:40 - [appellant2] : Hey
wat een verhaal zeg die motor is nog geen jaar oud, , electrolise is haast onmogelijk er zitten anodes in het motorblok, volgens mij
is het een productiefout van Suzuki kan haast niet anders
27-11-2020 16:40 - [appellant2] :
En als er corrosie plaatsvind door de spanningslader dan zouden de spoelen doorbranden en de zenerdiodes
27-11-2020 16:40 - [appellant2] :
Kan onmogelijk aan de acculader/s liggen. Die poolen
die zo mooi een gat in de romp hebben geboord zullen wel iets uitgehaald hebben wat
niet klopt bijvoorbeeld anodes vergeten te plaatsen
27-11-2020 16:40 - [appellant2] :
Verder is het vervelend voor die aardige mensen jij bent
nog erg behulpzaam wat normaal bij particuliere verkoop niet gebeurd. Het ga je goed
27-11-2020 17:01 - [appellant2] : Met het berichtje "die Poolen" bedoelt hij " die Polen PL”
die werkten voor AVR en hebben alleen maar super slecht werk afgeleverd zoals ik je
toen vertelde. In beginsel liep het water in de kuip onder niet weg zoals het hoort.
Toen is die terug gegaan naar AVR en die Polen die daar werken hebben toen een gaatje
in de bodem geboord. Zou bij de opnieuw ter water legging die Sloep zinken als we het niet snel gezien hadden. Hebben ze de sloep weer opgeladen en weer meegenomen en gelukkig door een specialist het gaatje gedicht. Ik heb nog wel een factuur dat ze naderhand nog allerlei extra's hebben uitgevoerd wat ik bij de koop had afgesproken en wat ze niet gedaan hadden. Kreeg ik wel mooi een factuur voor. Zal je hem zo sturen. Het is echt een oplichters bedrijf dat AVR.”
3.5.
De cursief gemaakte passages in genoemd berichtenverkeer zijn, zo heeft [appellant2] op de zitting van het hof verklaard, berichten die [appellant2] van [naam7] heeft ontvangen. Op de zitting heeft [appellant2] ook verklaard dat [naam7] hem heeft geholpen met de koelboxen en werkzaamheden aan de boot heeft verricht, maar niet aan de acculader en de omvormers. Dit volgt niet uit de teksten van [naam7] . Op de vraag aan [appellant2] wie de acculader(s) en de omvormer(s) heeft geplaatst reageert [appellant2] met het bericht dat hij de man heeft gevraagd die ‘de acculaders en omvormers’ heeft ingebouwd. De verklaring dat [appellant2] niet wist wat [geïntimeerde] bedoelde met de acculader en omvormers maakt dat niet anders omdat [naam7] zelf over acculaders spreekt. Daarbij merkt het hof nog op dat [appellant2] op de zitting bij het hof heeft gezegd dat de acculader en de omvormers door AVR zijn aangelegd (p. 4 en 5 en 7 van het proces-verbaal van de zitting van 26 mei 2023) wat ook betekent dat zij in opdracht van [appellant2] (cs) zijn aangelegd dan wel aangepast.
[geïntimeerde] heeft verder aangevoerd dat [appellanten] kort voor de verkoop werkzaamheden aan de sloep heeft laten uitvoeren, wat kan verklaren dat de corrosie nog niet waarneembaar was op het moment van de verkoop.
[appellanten] heeft aangevoerd dat [geïntimeerde] na aankoop werkzaamheden aan de sloep heeft laten verrichten en dat de elektrische installatie er anders uit ziet dan toen [appellanten] de sloep verkocht. [geïntimeerde] heeft dit betwist. [appellanten] verwijst ter onderbouwing naar de verklaring op naam van [naam5] . Daarin gaat het over problemen die waarneembaar waren op foto’s (en niet in de sloep zoals die werd gezien bij het uit het water halen), maar het is niet duidelijk op welke foto’s wordt gedoeld in deze verklaring. Ook is niet duidelijk wat precies wordt bedoeld met ‘de walstroominstallatie’ in deze verklaring, terwijl het in deze zaak met name gaat om de acculaders en omvormers. De verklaring van [naam5] doet daarom niet af aan de waarde en het gewicht van de hiervoor genoemde WhatsApp-berichten.
3.6.
Het hof is daarom vooralsnog van oordeel dat voldoende vast staat dat de elektrische installatie, in het bijzonder de omvormers en acculader voor de verkoop in opdracht van [appellant2] (cs) zijn aangelegd en een lekstroom hebben veroorzaakt.
3.7.
De tussenconclusie is dat voorshands voldoende vast staat dat sprake is van een toerekenbare tekortkoming omdat er ten tijde van de verkoop en levering van de sloep een lekstroom in de elektrische installatie liep alsook dat deze (de) schade aan de motor van de sloep heeft veroorzaakt.
Elektrische installatie sloep is aangepast, geen contra expertise.
3.8.
Volgens [appellanten] (grief VIII) heeft de rechtbank ten onrechte geoordeeld dat het aan [appellanten] is toe te rekenen dat hij na de aansprakelijkstelling geen contraexpertise heeft doen uitvoeren. [appellanten] heeft hier geen (voldoende) duidelijke conclusie aan verbonden. Wel betoogt [appellanten] (randnummer 9 en 10 van de memorie van grieven) dat [geïntimeerde] met de wijziging van de installatie niet meer kan voldoen aan het leveren van bewijs. Uit het voorgaande volgt dat het hof [appellanten] daarin niet volgt.
3.9.
Het hof merkt in dit verband op dat de beschadigde motor van de sloep nog steeds beschikbaar is en dat (kleuren) foto’s van de elektrische installatie zijn gemaakt en overgelegd.
3.10.
Voor zover [appellanten] bedoelt dat hij niet in de gelegenheid is geweest om de elektrische installatie van de sloep te onderzoeken, geldt dat dit niet volgt uit de gang van zaken na 26 november 2020. De elektrische installatie van de sloep is weliswaar op of kort voor 1 april 2021 (datum factuur Jachtservice Gooimeer B.V.) gewijzigd maar [appellanten] heeft, nadat hij op 27 november 2020 op de hoogte is gesteld van de problemen met de motor van de sloep en het mogelijke verband met de acculader(s) en omvormer(s), niet verzocht om de boot te (laten) inspecteren, ook niet nadat hij bij brief van 15 maart 2021 aansprakelijk werd gesteld.
3.11.
[appellanten] heeft recht op tegenbewijs tegen het voorshands aangenomen bewijs van de oorzaak van de corrosie zoals overwogen onder 3.7.
3.12.
Voorafgaand aan de (eventuele) bewijslevering dient [geïntimeerde] , naast de akte van cessie) hierna te noemen kleurenfoto’s van de sloep over te leggen.
3.13.
De beslissingen over de hoogte van de door [geïntimeerde] geleden schade en over de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten (en overige beslissingen) worden aangehouden.

4.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
4.1.
draagt op [geïntimeerde] op om – binnen drie weken na heden – aan het hof en in afschrift aan [appellant2] te overleggen:
  • de akte van cessie als bedoeld in rov. 3.2,
  • de rapport van Lengkeek voorzien van kleurenfoto’s,
  • de kleurenfoto’s zoals overgelegd bij productie 10 bij de dagvaarding voor de rechtbankprocedure,
  • indien aanwezig, andere kleurenfoto’s van de (elektrische installatie van de) sloep. Deze dienen genummerd te zijn en voorzien van een korte toelichting met daarbij de datum waarop zij gemaakt zijn.
4.2.
laat [appellant2] toe tegenbewijs te leveren tegen het voorshands vaststaande feit dat de op of omstreeks 26 november 2020 aangetroffen corrosie van de buitenmotor van de sloep is ontstaan door een lekstroom in de elektrische installatie van die sloep en dat die situatie al bestond ten tijde van de koop en levering van de sloep (aan A.J. Redwood B.V.).
4.3.
als getuigen worden gehoord, zal raadsheer-commissaris mr. G.P. Oosterhoff de getuigenverhoren in het Paleis van Justitie aan de Walburgstraat 2-4 in Arnhem. Partijen moeten daar zelf bij aanwezig zijn.
4.4.
[appellanten] moet op dinsdag 22 augustus 2023 (roldatum) laten weten hoeveel getuigen zij wil laten horen met opgave van de verhinderdagen van die getuigen, van partijen en van hun advocaten. Daarna stelt het hof de dag en het tijdstip van het verhoor vast. Dat gebeurt ook als de opgave onvolledig is.
4.5.
[appellanten] moet de namen en woonplaatsen van de getuigen ten minste een week voor het getuigenverhoor aan de wederpartij en de griffier van het hof opgeven.
4.6.
een partij die tijdens het getuigenverhoor nieuwe stukken wil indienen, moet het hof en de wederpartij daarvan uiterlijk twee weken voor de dag van de zitting een kopie sturen.
4.7.
iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
Dit arrest is gewezen door mrs. B.J. Engberts, J. Sap en G.P. Oosterhoff, en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 25 juli 2023.

Voetnoten

1.Rb. Gelderland 10 juni 2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:3148.