ECLI:NL:RBGEL:2022:3148

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
10 juni 2022
Publicatiedatum
21 juni 2022
Zaaknummer
9395945
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit bij de verkoop van een boot met ernstige corrosieschade

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Nijmegen, op 10 juni 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een eisende partij en een gedaagde partij, waarbij de eisende partij stelt dat de gedaagde partij toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van een koopovereenkomst. De eisende partij had op 8 juni 2020 een sloep gekocht van de gedaagde partij voor € 42.000,- exclusief btw. Na enkele maanden varen ontdekte de eisende partij ernstige corrosie aan de buitenboordmotor van de boot, wat leidde tot de vordering van schadevergoeding. De eisende partij heeft diverse experts ingeschakeld die concludeerden dat de corrosie was veroorzaakt door een lekstroom, vermoedelijk door onvakkundig aangebrachte elektrische componenten. De gedaagde partij betwistte de non-conformiteit van de boot en voerde aan dat de eisende partij de boot niet als consument had gekocht, maar op naam van zijn bedrijf. De kantonrechter oordeelde dat de boot niet voldeed aan de overeenkomst en dat de gedaagde partij aansprakelijk was voor de schade. De eisende partij werd in het gelijk gesteld en de gedaagde partij werd veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 19.208,24, vermeerderd met wettelijke rente, en tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten van € 1.170,17. De gedaagde partij werd ook veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Nijmegen
zaakgegevens 9395945 \ CV EXPL 21-2318 \ 398 \ 40141
uitspraak van
vonnis
in de zaak van
[eisende partij]
wonende te [woonplaats]
eisende partij
gemachtigde mr. F.J. Hommersom
tegen
1.de vennootschap onder firma
[vennootschap onder firma]
gevestigd te [vestigingsplaats]
2.de heer
[natuurlijk persoon], vennoot van gedaagde sub 1
wonende te [woonplaats]
3.de besloten vennootschap
[besloten vennootschap], vennoot van gedaagde sub 1
gevestigd te [vestigingsplaats]
gedaagde partijen
gemachtigde mr. H. Oosterhuis
Partijen worden hierna [eisende partij] en [gedaagde partij] genoemd.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 7 januari 2022 en de daarin genoemde processtukken
- de brief van [eisende partij] van 29 maart 2022 met productie
- de mondelinge behandeling van 1 april 2022 waar de gemachtigde van [eisende partij] het woord heeft gevoerd aan de hand van (pleit)notities. De griffier heeft bijgehouden wat verder ter sprake kwam op de zitting
- de akte van [gedaagde partij] .

2.De feiten

2.1.
[eisende partij] en [gedaagde partij] hebben op 8 juni 2020 een koopovereenkomst gesloten. [eisende partij] kocht een sloep/boot (hierna: boot) van [gedaagde partij] voor € 42.000,- exclusief btw. Op 11 juni 2020 heeft [gedaagde partij] de boot aan [eisende partij] geleverd. De buitenboordmotor was op dat moment niet gecorrodeerd. [eisende partij] heeft daarna enkele maanden zonder problemen met de boot gevaren.
2.2.
Eind november 2020, bij het uit het water halen van de boot, merkte [eisende partij] dat de buitenboordmotor ernstig was aangetast door corrosie. Dit heeft hij op 27 november 2020 aan [gedaagde partij] per appbericht laten weten. [eisende partij] heeft ook zijn verzekeraar ingeschakeld.
2.3.
Op 22 december 2020 heeft [expert] , in opdracht van de verzekeraar van [eisende partij] in zijn expertiserapport het volgende beschreven: “
Op 27 november 2020 is bij de jachthaven (…) de boot van verzekerde uit het water gehaald voor de winterstalling. Daarbij werd forse aantasting van de buitenboordmotor geconstateerd. Met name het staartstuk en de bracket zijn fors gecorrodeerd. In de behuizing van het staartstuk zijn gaten ontstaan.
Corrosie van metaaldelen onder water ontstaat door een potentiaalverschil, ofwel spanningsverschil. Dergelijke corrosie ontstaat altijd in beperkte mate. De buitenboordmotor is van bouwjaar 2018 en fors aangetast. Derhalve is hier sprake van een uitzonderlijk snel corrosieproces. Dit wordt veroorzaakt door een groot potentiaalverschil, veelal veroorzaakt door een lekstroom. Tijdens ons bezoek constateerden wij dat er diverse elektrische componenten waren bijgeplaatst. De reparateur gaf ons aan dat dit in opdracht van de vorige eigenaar was gebeurd, derhalve voor aankoop voor verzekerde.
Onder andere waren twee omvormers bijgeplaatst alsmede een acculader. Deze omvormers en acculader waren weer op de accu aangesloten. De bedrading oogde rommelig en draadkleuren waren niet consistent. (…)
Er is klaarblijkelijk een lekstroom gaan lopen.. Vermoedelijk is dit veroorzaakt door de montage van de omvormers en de acculader. Nader onderzoek zou kunnen uitwijzen wat de exacte oorzaak is.
Resumerend is de corrosie van de motor veroorzaakt door een lekstroom die veroorzaakt lijkt te zijn doordat achteraf componenten zijn aangesloten.
2.4.
De heer [medewerker] van [jachtservice] heeft, voor zover hier van belang, over de boot het volgende verklaard: “
Hierbij een kort verslag van wat we aantroffen op jullie boot.
Zoals bekend troffen we afgelopen november/december (2020) een zwaar gecorrodeerde buitenboordmotor aan. Zo erg hadden wij ze met al onze ervaring nog niet gezien. We hebben diagnose gesteld en oorzaak gezocht naar het ontstaan van deze corrosie schade.
We troffen een enorm slecht en beroerde elektrische installatie aan.
Elektrische lekkage, elektrolyse is de oorzaak van deze schade.
(…)
We hebben vast gesteld dat de corrosie is ontstaan de het foutief aansluiten van diverse elektrische componenten. Daarnaast was de manier van aansluiten niet naar behoren gedaan. Met deze corrosie schade tot gevolg.
De walstroom aansluiting zat er ook onvakkundig in en waren de componenten niet geschikt voor deze toepassing.
Ik heb vastgesteld dat de elektrische installatie onvakkundig, onbekwaam heeft plaats gevonden. Om vervolg te voorkomen zijn wij genoodzaakt alle elektra er uit te halen en het schip geheel opnieuw te bedraden en aan te sluiten. (…)
2.5.
[eisende partij] heeft in januari en april 2021 herstelwerk door [jachtservice] aan de boot laten doen.
2.6.
Op 25 november 2021 heeft [jachtexpert] in opdracht van [eisende partij] de boot onderzocht. Hij schrijft in zijn rapportage van 6 december 2021, onder meer: “
Aangekomen bij de firma [jachtservice] (…) werd ik begeleid naar de zolder verdieping alwaar de gedeeltelijk gedemonteerde motor lag. Duidelijk waarneembaar is een zeer ernstige vorm van elektrolytische corrosie. (…) Gezien de enorme schade aan de buitenzijde van het staartstuk en de eventuele schade aan de binnenzijde van het staartstuk, is niet anders te concluderen dan dat de reparatie van deze motor de dagwaarde te boven zal gaan.
Aangekomen bij de andere locatie van [jachtservice] (…) heeft de heer [medewerker] mij de vaste ligplaats van de sloep van de heer [eisende partij] gewezen en heb ik deze kunnen onderzoeken.
Ik heb geen enkele aanwijzing kunnen vinden welke zou kunnen duiden op een mogelijke invloed van buitenaf aangaande de corrosie van de onderhavige buitenboord motor.
(…)
Een dergelijke ernstige vorm van corrosie aan een aluminium staartstuk kan, in deze korte tijd, vanaf 27 mei 2020 tot 26 november 2020, alleen veroorzaakt zijn door een opgelegde spanning welke een behoorlijk hoge stroom zal doen laten stromen naar de aarde. (…)
Dit kan alleen veroorzaakt worden door een of meerdere fouten in de elektrische installatie van het schip. Eventueel in combinatie met invloeden van buitenaf. Echter kan dit nimmer alleen van buitenaf komen. (…) Aan een schip met een juist uitgevoerde elektrische installatie zal dit soort van zeer ernstige corrosie niet voorkomen. (…)

3.De vordering en het verweer

3.1.
[eisende partij] vordert - na vermeerdering van eis - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- te verklaren voor recht dat [gedaagde partij] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst;
- [gedaagde partij] primair te veroordelen tot betaling aan [eisende partij] ten titel van schadevergoeding een bedrag van € 20.808,23, subsidiair een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf datum dagvaarding;
- [gedaagde partij] te veroordelen tot betaling aan [eisende partij] van een bedrag in de hoogte van
€ 1.287,54 ten titel van buitengerechtelijke kosten ex artikel 6:96 BW van zijn gemachtigde, althans een bedrag door de kantonrechter vast te stellen in redelijkheid en billijkheid, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf datum dagvaarding tot die der algehele voldoening;
- [gedaagde partij] te veroordelen tot betaling aan [eisende partij] van een bedrag van € 1.198,18 ten titel van buitengerechtelijke incassokosten ex BIK, althans een bedrag door de kantonrechter vast te stellen in redelijkheid en billijkheid, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf datum dagvaarding tot die der algehele voldoening;
- [gedaagde partij] te veroordelen in de (na)kosten van deze procedure, die van een eventuele betekening en executie daaronder begrepen.
3.2.
Aan zijn vordering legt [eisende partij] ten grondslag dat [gedaagde partij] hem een non-conforme boot heeft verkocht. De boot was niet geschikt voor normaal gebruik. Na enkele maanden varen was de motor van de boot namelijk zodanig gecorrodeerd dat er een nieuwe motor aangeschaft moest worden. Diverse door hem ingeschakelde experts hebben geconstateerd dat de schade aan de motor ontstaan is door elektrische lekkage/elektrolyse. Bij het sluiten van de overeenkomst was dit probleem [eisende partij] niet bekend en dat kon hem ook niet bekend zijn. Het probleem was toen al wel aanwezig. [gedaagde partij] heeft namelijk de onderdelen geïnstalleerd/laten installeren die de elektrolyse hebben veroorzaakt. Daarom is sprake van een tekortkoming van [gedaagde partij] in de nakoming van zijn verbintenis tot het afleveren van een boot die geschikt is voor normaal gebruik en moet [gedaagde partij] de schade van [eisende partij] die daardoor ontstaan is vergoeden. Die schade bestaat uit een nieuwe motor (€ 15.999,00 inclusief btw), diverse herstelwerkzaamheden (€ 4.236,80 inclusief btw) en expertisekosten van [jachtexpert] (€ 572,43), aldus [eisende partij] . Daarnaast heeft [eisende partij] buitengerechtelijke kosten gemaakt van € 1.287,54 (facturen gemachtigde voor werkzaamheden voorafgaand aan dagvaarden) en buitengerechtelijke incassokosten van € 1.198,18 (op grond van het besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten). Omdat [gedaagde partij] te laat betaalt, moet hij, zo stelt [eisende partij] , ook rente betalen.
3.3.
[gedaagde partij] heeft gemotiveerd verweer gevoerd.

4.De beoordeling

4.1.
[gedaagde partij] betwist dat [eisende partij] de boot als consument heeft aangekocht. [eisende partij] heeft ter zitting erkend dat hij de boot op naam van zijn bedrijf [besloten vennootschap] had aangekocht. Dat betekent dat geen sprake is van een consumentenkoop en de op consumentenkoop betrekking hebbende wetsartikelen niet van toepassing zijn.
4.2.
[gedaagde partij] heeft aangevoerd dat nu [eisende partij] de boot niet als consument heeft aangekocht, [besloten vennootschap] de eisende partij in deze procedure had moeten zijn. Aan dit betoog gaat de kantonrechter voorbij, omdat [eisende partij] ter zitting heeft toegelicht dat [besloten vennootschap] haar vordering aan [eisende partij] heeft gecedeerd.
4.3.
Tussen partijen is in geschil of de door [gedaagde partij] aan [eisende partij] verkochte en geleverde boot al dan niet beantwoordt aan de overeenkomst. [gedaagde partij] en [eisende partij] zijn het met elkaar eens dat de motor bij de levering niet (zichtbaar) gecorrodeerd was. [eisende partij] heeft gesteld dat het gebrek waardoor de motor gecorrodeerd is, aanwezig was voordat hij de boot kocht. Hij heeft dit onderbouwd met het rapport van [expert] , de verklaring van [jachtservice] en het rapport van [jachtexpert] . [expert] concludeert dat er diverse elektrische componenten waren bijgeplaatst (die de elektrolyse hebben veroorzaakt waardoor de motor is gecorrodeerd) en dat dit in opdracht van de vorige eigenaar was gebeurd. [jachtservice] concludeert ook dat elektrolyse de oorzaak is van de schade (het foutief aansluiten van diverse elektrische componenten) en [jachtexpert] concludeert dat aan een schip met een juist uitgevoerde elektrische installatie dit soort van zeer ernstige corrosie niet zal voorkomen. Dat de omvormers en acculader, waardoor volgens [expert] de elektrolyse is veroorzaakt, in opdracht van [gedaagde partij] zijn geplaatst, heeft [gedaagde partij] niet betwist. Dat betekent dat als de conclusies van de door [eisende partij] ingeschakelde personen gevolgd worden, de boot ten tijde van de koop niet aan de overeenkomst beantwoordde en sprake is van non-conformiteit (en daarmee van een tekortkoming aan de zijde van [gedaagde partij] ). Daarnaast kan die tekortkoming dan ook aan [gedaagde partij] worden toegerekend, omdat een tekortkoming bestaande in een gebrek van een verkocht product in beginsel voor rekening van de verkoper komt, ook als deze het gebrek kende noch behoorde te kennen. Dit zal slechts anders kunnen zijn in geval van, door de verkoper zo nodig te bewijzen, bijzondere omstandigheden (Hoge Raad 27 april 2001, NJ 2002, 213).
4.4.
[gedaagde partij] heeft niet betwist dat de boot non-conform was ten tijde van de koop. Hij heeft enkel geconcludeerd dat niet kan worden vastgesteld of sprake was van een tekortkoming aan de boot ten tijde van de levering en dat er meerdere redenen kunnen zijn waardoor de motor is gecorrodeerd. Zo noemt hij onder andere varen in zout water, een bacterie en slechte isolatie/bescherming van het staartstuk. Daarnaast suggereert hij dat mocht sprake zijn van elektrolyse, die ontstaan zou kunnen zijn door (eventuele) werkzaamheden van [eisende partij] zelf aan de boot en heeft hij diverse schriftelijke verklaringen overgelegd van personen die - kort gezegd - aangeven dat de boot ten tijde van de verkoop in goede staat verkeerde. [gedaagde partij] heeft zelf geen onderzoek laten doen naar de oorzaak van de snelle corrosie. [gedaagde partij] heeft enkel een eigen expert, [expert] , laten kijken naar de conclusie van [expert] . [expert] schrijft daarover in zijn expertiserapport, voor zover hier van belang: “
Uitgangspunt is dat oorzaak van de corrosie gelegen is in een lekstroom. Of dat juist is, kan op dit moment in het geheel niet worden vastgesteld.” [gedaagde partij] heeft op deze manier de conclusies van de door [eisende partij] ingeschakelde experts onvoldoende gemotiveerd betwist
.Dat betekent dat vast staat dat de boot, ten tijde van de levering, niet aan de overeenkomst beantwoordde, daarmee sprake is van een tekortkoming en die tekortkoming ook aan [gedaagde partij] kan worden toegerekend.
4.5.
[gedaagde partij] heeft nog aangevoerd dat [eisende partij] inmiddels reparaties heeft laten doen en dat het daarom niet meer mogelijk is een deskundige in te schakelen om de oorzaak van de snelle corrosie te achterhalen. Dat maakt het voorgaande niet anders. Niet gesteld of gebleken is dat [gedaagde partij] voordat de reparaties gedaan waren, geen mogelijkheid gekregen heeft tot het doen van een eigen (contra)expertise.
4.6.
De door [eisende partij] verzochte verklaring voor recht dat [gedaagde partij] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, zal worden toegewezen. Daarnaast zal [gedaagde partij] worden veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan [eisende partij] . [gedaagde partij] heeft de hoogte van de schade die [eisende partij] gesteld heeft te hebben geleden, door de tekortkoming van [gedaagde partij] , in zijn conclusie van antwoord niet betwist. Ter zitting en bij akte heeft [gedaagde partij] betoogd dat de motor op 10 juni 2018 in de boot is geplaatst en daarom rekening met een afschrijving moet worden gehouden. Hij heeft de afschrijving niet met een bedrag geconcretiseerd. Nu [eisende partij] zich gerefereerd heeft naar het oordeel van de kantonrechter voor wat betreft een aftrek nieuw voor oud zal een bedrag van € 1.599,99 (€ 15.999,00:25x2,5) aan aftrek gehanteerd worden, omdat een dergelijke motor ongeveer 25 jaar meegaat en zo’n 2,5 jaar oud was toen de schade geconstateerd werd. Dat betekent dat een bedrag van € 19.208,24 aan schadevergoeding zal worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding.
4.7.
De door [eisende partij] gevorderde buitengerechtelijke (incasso)kosten zullen niet volledig worden toegewezen. De kantonrechter begrijpt de stellingen van [eisende partij] zo dat hij, naast een proceskostenveroordeling, ook vergoeding van redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte vordert (art. 6:96 lid 2, aanhef en onder c BW). [eisende partij] heeft onvoldoende onderbouwd waarom hij naast het bedrag dat volgens [eisende partij] verschuldigd is conform het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten ook recht heeft op een bedrag aan (reële) kantoorkosten. Daarom zal slechts het bedrag dat conform het besluit van toepassing is worden toegewezen. Dat komt neer op een bedrag van € 1.170,17 inclusief btw aan buitengerechtelijke incassokosten volgens het wettelijke tarief dat hoort bij het aan hoofdsom toegewezen bedrag.
4.8.
[gedaagde partij] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen. De gevorderde nakosten worden toegewezen tot een half salarispunt van het toegewezen salaris met een maximum van € 124,00, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart voor recht dat [gedaagde partij] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst;
5.2.
veroordeelt [gedaagde partij] tot betaling aan [eisende partij] van een bedrag van € 19.208,24 ten titel van schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 27 juli 2021;
5.3.
veroordeelt [gedaagde partij] tot betaling aan [eisende partij] van een bedrag van € 1.170,17 ten titel van buitengerechtelijke incassokosten ex BIK, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 juli 2021 tot die der algehele voldoening;
5.4.
veroordeelt [gedaagde partij] in de in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van [eisende partij] vastgesteld op € 119,21 aan dagvaardingskosten, € 507,- aan griffierecht, € 996,00 aan salaris voor de gemachtigde en € 124,00 aan kosten die na dit vonnis zullen ontstaan, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
5.5.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. R.J.J. van Acht en in het openbaar uitgesproken op