Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
die [naam5] helpt, het broertje van [naam6] ”, die hij net gesproken had. Op 29 en 30 mei 2020 is hierover ook geschreven op de website en in de papieren editie van het Algemeen Dagblad (het AD). In het artikel van 29 mei 2020 staat onder meer dat politie en justitie ervan overtuigd zijn dat advocaat [geïntimeerde] in 2015 informatie uit een lopend strafonderzoek aan de organisatie van [naam3] heeft gelekt, dat [geïntimeerde] inderdaad een oudere broer heeft die [naam6] heet en dat meerdere bronnen bij politie, justitie en in de onderwereld bevestigen dat het om [geïntimeerde] gaat.
“(…) [naam7] en [geïntimeerde] die zitten samen op een kantoor. Dat is een hele bijzondere combinatie. Van [geïntimeerde] wordt algemeen aangenomen dat hij informatie verschaft aan [naam3] .”
Nou, dat wordt onderzocht hè dat is een belangrijk…”.
“Nee, dat wordt algemeen aangenomen, inmiddels. In ieder geval het OM stelt zich op dat standpunt. Als je het dossier kent, dan begrijp je ook waarom. En [naam7] kwam bij de kroongetuige binnen, dus dat is een hele bijzondere combinatie van twee mensen op één kantoor. (…)”
“(…) Het PGP-bericht waarnaar ik onderzoek heb gedaan, bevat feitelijk correcte informatie over het strafrechtelijk onderzoek in de [naam4] -zaak. Die informatie was op het moment van verzending van dat bericht bekend bij zeven advocaten die verdachten in die zaak bijstonden. Gezien de omstandigheden moet ik aannemen dat die feitelijk correcte informatie afkomstig is van een van deze advocaten. (…) Omdat mr. [geïntimeerde] één van de advocaten in de [naam4] -zaak was en een broer heeft die [naam6] heet, kan het PGP-bericht worden opgevat als een aanwijzing dat hij degene was die de informatie heeft verstrekt. (…) Ik heb uitgebreid onderzoek gedaan, maar dit onderzoek heeft geen bewijs of verdere aanwijzingen opgeleverd dat mr. [geïntimeerde] degene is geweest die de informatie heeft verstrekt. Ik heb ook niet kunnen vaststellen wie de informatie wel heeft verstrekt. In het licht van mr. [geïntimeerde] ontkenning is mijn conclusie dat niet is komen vast te staan dat mr. [geïntimeerde] de informatie heeft verstrekt aan degene die het PGP-bericht heeft verstuurd. (…) Voorop gesteld moet worden dat het gaat om één PGP-berichtover
een advocaat, dat is verstuurd door een verdachte van/betrokkene bij zware criminaliteit. Daaruit volgt niet dat de inhoud van die berichten niet waarkan
zijn. De berichten zullen echter, zoals ook de rechtbank in het Marengo-proces heeft geoordeeld, met enige terughoudendheid moeten worden beoordeeld. Het verificatie-PV bevat niet alleen het PGP-bericht waarnaar ik onderzoek heb gedaan. Het bevat veel méér PGP-berichten waarin wordt gesprokenover
advocaten. Vermelding verdient dat het verificatie-PV verder geen PGP-berichten bevat waarin over mr. [geïntimeerde] wordt gesproken als advocaat die informatie over het onderzoek overbrengt. (…)”
3.Het oordeel van het hof
“Ik hoop en verwacht dat jullie heel verantwoordelijk met een en ander omgaan en beseffen dat mijn reputatie door een lichtvaardige publicatie snel onherstelbaar beschadigd kan worden.”[geïntimeerde] heeft (in de eerste zaak) betoogd dat DPG door de sensationele wijze waarop de valse verdachtmaking in een enorme oplage in diverse media is gepubliceerd, op grove wijze de aanval heeft geopend op de integriteit en goede naam van advocaat [geïntimeerde] , hetgeen verwoestend was voor zijn reputatie en carrière. Integriteit vormde immers de essentie van zijn beroep als advocaat. Dat zijn reputatie was geschonden bleek volgens hem onder andere uit de vele hatelijke reacties die op sociale media zijn verschenen en had mede tot gevolg dat zijn ophanden zijnde overstap naar een baan als presentator van (een nieuwe versie van) De Wereld Draait Door werd gefnuikt (zoals ook blijkt uit een publicatie in het AD van 30 mei 2020).
Van [geïntimeerde] wordt algemeen aangenomen dat hij informatie verschaft aan [naam3] ”.Daarmee maakt hij de beschuldiging nog ruimer, omdat hij het niet plaatst in de context van het ontsleutelde PGP bericht (zie 2.1). Dit alles maakt dat de aard en de ernst van de gevolgen van de in het OP1-interview geuite beschuldigingen voor [geïntimeerde] groot waren.